Het klinkt helemaal nergens naar:
“Promotiedagen Noord Nederland”.
Geen kraak, smaak of ander zintuigverrijkend
genot is er uit titel of inhoud te halen. Ik geef toe dat het
me ook fysiek pijn doet om die schraalheid te ervaren.
De ene rolluikenfabrikant naast de andere
cateringaanbieder zit met een collega in zijn stand wezenloos naar
voorbijgangers te kijken. Of wisselt in setjes van 3 personen visitekaartjes en pepermuntjes uit.
Ik baande me vorig jaar in mijn mantelpakje
een weg naar het Cultuurplein, waar een flink aantal culturele organisaties
zich had verzameld. En daar gebeurde gek genoeg helemaal niets anders dan in de stands
waar ze rolluiken aanbieden.
Die culturele instellingen, die vol vuur over ‘presentatie’ en ‘publiek’ in hun visie en motto hadden geschreven wisten
blijkbaar niet hoe daar mee om te gaan in een omgeving waar zij nu eens de genodigden waren.
Om in termen van die omgeving te blijven: ze
werden uit hun comfortzone gehaald en faalden jammerlijk om te herkennen hoe nieuw publiek zich voelt bij hun eerste voorstelling of expositie.
Vorige week was ik er weer. Ik had gehoord dat
Sign een stand had met een geweldige act en inderdaad: 2 kunstenaars smeten het
bedrijfsleven met hun eigen prachtig nietszeggende termen om de oren tot het
zwaar gefrustreerd en niet-begrijpend afdroop.
Ik zag het CBK, het Kunstencentrum, NP3 en het
NNO. En het Drents Museum.
De rest was thuis gebleven.
Gisteren hoorde ik wat er vorig jaar achter de
culturele schermen was gebeurd. Hoe ego’s het in hun ellebogenwedstrijd
wonnen van samenwerking. Hoe onmogelijk het bleek om alleen al een
gezamenlijk doel te formuleren en daar naartoe te werken.
Er is één ding waar je goed in bent, waar je
mensen van wilt laten genieten. Je hebt één middel gekozen dat je inzet om te vertellen wat
je belangrijk vindt. En dan struikel je over de vorm omdat je niet wilt dat een
andere organisatie het thema verzint of een plan bedenkt.
Nee, we gaan eerst op de rem tot we onze eigen
zin krijgen en vooral niet die van een ander.
Ja, je omgeving is anders, en ja, je gelegenheidspartners
doen niet wat jij zegt dat ze moeten doen. O,
the misery of it van elke culturele directeur die het vertikt om uit zijn of haar haantjesarena te komen.
Gebruik andere woorden, gebruik een andere
omgeving en stel je jouw doel voor ogen. Verloochen niet
wie je bent, wat je bent en waar je voor staat maar laat verdomme toch gewoon
zien waar we goed in zijn! Wat onze, excusez les mots, "Unique Selling Points" zijn.
Hoe moeilijk is het om een écht plein te
creëren? Waar mensen op durven rond te lopen omdat daar, op dat fysieke plein,
bijzondere dingen te beleven zijn? Te horen, te zien en aan te raken? Om publiek
uit hun eigen comfortzone van rolluikenstands te halen en zachtjes door elkaar te schudden onder het
mom van verleiden?
Ik begrijp steeds beter dat de gemeente
‘samenwerking’ zo hoog op de culturele agenda heeft gezet. Maar ik hoop
wel dat de gemeente begrijpt dat ze hier hard de regie op moet gaan voeren
als ze dat tot een succes wil maken.
Ik weet dat dit moeilijk is in een stad waar
mensen eerst op de rem gaan staan omdat ze uitgelegd willen hebben waarom ze
mee zouden moeten doen, in plaats van “ja” te roepen en uit te zoeken wat de
mogelijkheden zijn.
En dan zijn wij degenen die het creatieve
voorbeeld moeten geven door onmogelijke ideeën dichterbij te halen.
Of moeten we dat soms aan die rolluikenman overlaten?