19 december 2012

Externe schijf


"Buiten het geluid van de zwarte nacht hoorden ze alleen het kraken van de sneeuw onder hun wandelschoenen. Beurtelings droegen ze de vracht een paar honderd meter in hun armen, tot ze aan de voordeur van de studentenflat waren gekomen. Met de gruwelen van deze tijd in hun hoofd hadden ze er bewust voor gekozen hun kindje niet op de stoep van een RK kerk achter te laten."


Dit was mijn gezwollen inzending voor de Webschrijvers-wedstrijd "Kerstverhaal-in-3-Zinnen 2011", dat ik net terugvond bij het opruimen van mijn computer.
Ik was helemaal vergeten wat een enorm dieptepunt de katholieke kerk vorig jaar kende toen steeds meer mensen met hun verhaal over misbruik door RK priesters naar buiten kwamen. Veel meer dan men wilde weten.
De kerkheren zijn niet gedaagd wegens 'verjaard' en 'niet bewezen'. En sommigen niet omdat ze dood waren gegaan. Je mag hopen uit schaamte.

Als ik die 3 zinnen van mij niet had teruggevonden was dit hele proces van verhalen, commissies en schuldvragen bij mij verder weggezakt tot ik het met volle overtuiging in de vorige eeuw had laten plaatsvinden. Want je kunt je toch niet voorstellen dat die mannen hun straf tegenwoordig zouden kunnen ontlopen?
Waarin maar weer eens is bewezen dat mijn geheugen net zo selectief werkt als dat van de gehele RK kerk.
En nou weet ik ook al niet meer wat ik bedoelde met het vervelende "het geluid van de zwarte nacht". Ik herinner me alleen maar dat ik er enorme lol om had toen ik het opschreef. Maar ik hoef wel vaker het waarom niet te weten.



17 december 2012

Ja hoor: maandag!


Zeg, achterlijke Sean met je Indiase accent, natuurlijk ben ik the owner of this phone number! Ik ben toch degene die opneemt! Overdag, op een maandagmorgen!
Of dacht je dat ik de schoonmaakster was?
Of een Vrouw des Huizes die natuurlijk geen zeggenschap kan hebben over de prijzige telefoonnummers die onder gezag van haar kostverdienende man vallen?
Of vind je dat ik met mijn 46-jarige stem iets infantiels heb?

Dapper hoor, Indiase Sean, dat je mij ondanks de slechte verbinding heus wel geringschattend hoort lachen en tóch je praatje vervolgt met “I would like to talk to you about your current Windows operating system”.
Malle jongen, hoe kan ik anders dan nog harder lachen en je over the bad connection heen toe schreeuwen “We don’t use Windows! We use Macintosh! Have a nice day”, en dan ophang terwijl ik mijzelf afvraag hoe ik er in hemelsnaam bij kom om het woord Macintosh te gebruiken.


13 december 2012

Ik ben niet zo van de drugs, maar wat ik nu toch meemaak!


Ik vind gebruikers van cocaïne, hash en de rest enorme aanstellers. Pubers, eigenlijk. Het slaat nergens op en is nergens voor nodig.
Je neemt spul om socialer te zijn terwijl je juist asocialer wordt maar dat niet in de gaten hebt omdat je alleen maar méér gefocust bent op jezelf. Ja, zo lust ik er nog wel een paar.
“Maar dan ben ik leuker. Maar dan houd ik het langer vol. Maar ik ben zo bang om iets te missen. Maar het is zo'n lekker geheim sfeertje voor ingewijden. Maar dan voel ik me zo heerlijk relaxed weet je”. Wat een flauwekul.

Aan de andere kant: als je dat graag wil nemen moet je dat doen. Hou gewoon je mond, val mij er niet mee lastig, iedereen blij.
Overigens gebeurt het nooit dat mij iets wordt aangeboden. Of het ontgaat mij natuurlijk.
Ik logeerde eens met een vriend in Brussel bij vrienden van hem. Ik had niets gehoord of gezien tot die vriend ineens zei: "Nee zij niet, maar ze vindt het niet erg."
Ik had geen idee waar hij het over had. Sterker nog: ik zat me een tijdje stilletjes af te vragen waarom ze ineens met hun snufferd tegen de tafel geplakt zaten vóór mij iets begon te dagen.
Daarna kwam er uit die groep geen stom woord meer. Ik hoop dat zij het wel heel gezellig hadden met elkaar en die halve zinnen die er om het uur uitkwamen.

Helemaal zuiver ben ik natuurlijk ook niet, want ik drink graag alcohol. Ik denk dan dat ik mijzelf daarmee onder controle kan houden. En zo hou ik mijzelf wel vaker voor de gek.
Maar controle is wel het sleutelwoord. En misschien ook wel de reden dat ik geen drugs gebruik.
Ik weet nog dat ik in een ver verleden een kwart (jawel!) pilletje had genomen en volledig de tijd kwijt was geraakt. Stond ik ’s ochtends om half 8 nog flink te oreren in de duistere kelder van de Motorclub.
Dat vond ik doodeng, die tijd kwijt zijn. Wat mij overhaalde om dit niet weer te doen.
Gelukkig ben ik zónder pilletje veel leuker en grappiger. En dat scheelt wel moet ik zeggen.

Maar wat moet ik nu in hemelsnaam vinden van die drugs die ik tegenwoordig wél gebruik, in overvloed, puur en alleen omdat mijn lichaam die zelf aanmaakt?
Laat ik voorop stellen dat ik er niet om gevraagd heb!
Het enige wat ik heb gedaan is beginnen met hardlopen. Want sporten is goed voor je. Maar waar je denkt gezond bezig te zijn, raak je geleidelijk aan verstrikt in de drogerende en ongrijpbare wereld van de endorfine.

Ik ben niet tegen, want hé, mijn lichaam maakt het zelf aan. Maar het werkt wel verslavend. Ik wil wéér en méér. En ik ga glimlachen als ik aan hardlopen denk. Ik wissel blikken uit met mede-hardlopers. En ik loop liever 4 dan 3 keer in de week.
Ik ben er nog niet uit natuurlijk. Het blijft drugs, ook al is het gratis en hoef ik er niet smiespelig over te doen of me over een spiegeltje, bankbiljet of de spoelbak te buigen.
Normaal gesproken ben ik echt niet zo van de drugs. Maar als ik nou even met 2 maten meet en er een blogje aan wijd, dan mag ik morgen weer halen.



28 november 2012

Het staat leuk


Er zat iemand tegenover me die bepaald niet zo arrogant was als ik na het telefoongesprek had besloten.
We spraken over de functie en de visie en ik raakte in verwarring. Het bleek voor hem geen vraag te zijn of ze een directeur of een secretaresse zochten. Hij noemde het office-manager.
In het afwijzend telefoongesprek werd gehint naar de onbezoldigde bestuursfuncties die ook vrijkwamen. Vrijwillige directeur. Het staat leuk op je cv maar je verdient er niet je boter mee.


17 november 2012

Ongrijpbaar genot en mooie woorden


Het hardlopen ging opvallend gevleugeld toen ik op een ochtend koos voor de korte verhalen van “Hollands Diep” in mijn oren, in plaats van de afgetrapte discomuziek waar ik het al een half jaar mee doe.
Bij thuiskomst ging ik meteen een stap verder: ik haalde de 5-minuten-melding uit de instellingen van mijn Coach Runkeeper.
Geen afleiding meer die me precies iedere 5 minuten vertelt dat het weer 5 minuten later is, hoeveel kilometer ik heb gelopen en in welk tempo. De afleiding die elk Hollands Diep-verhaal onnodig onderbrak.
Vanaf nu gaat het anders. Geen tijdmelding meer, geen muziek.
Ik loop alleen nog op mooie woorden.

Op de weblog van TonRozeman las ik over korte verhalen van the New Yorker, te beluisteren via podcast.
Ha, Podcast! Dat verschijnsel waar ik per ongeluk een app van heb, waar ik hoogstwaarschijnlijk kan vinden wat ik zoek, maar dat me tegelijkertijd akelig veel angst inboezemt vanwege Nieuw en Groot en Onoverzichtelijk. Weer een onbekende wereld om te ontdekken!
Mijn verzet duurde kort. Toch begin ik steeds meer begrip te krijgen voor hoe mijn vader zich moet voelen als ik hem telefonisch door een aanmelding op internet leid waarbij hij zo vaak mogelijk alles stijf vervloekt. Waar hou je je aan vast als alles steeds virtueler en ongrijpbaarder wordt?

Inmiddels ben ik geabonneerd op de Podcasts Boeken van de VPRO, op The New Yorker: Fiction en heb ik gisteren 5 kilometer lang geluisterd naar Sherlock Holmes die het geheim van The Naval Treaty voor mij ontrafelde.
Ik weet niet wat me meer opwindt: dat 2 genotvolle hobby’s nu zijn verenigd of dat ik dat toch helemaal zelf heb bedacht en voor elkaar gekregen.
Of dat ik dinsdag weer mag.
Of dat overgave aan Ongrijpbaar te mooi voor woorden is.

13 november 2012

Ego's in de comfortzone


Het klinkt helemaal nergens naar: “Promotiedagen Noord Nederland”.
Geen kraak, smaak of ander zintuigverrijkend genot is er uit titel of inhoud te halen. Ik geef toe dat het me ook fysiek pijn doet om die schraalheid te ervaren.
De ene rolluikenfabrikant naast de andere cateringaanbieder zit met een collega in zijn stand wezenloos naar voorbijgangers te kijken. Of wisselt in setjes van 3 personen visitekaartjes en pepermuntjes uit.

Ik baande me vorig jaar in mijn mantelpakje een weg naar het Cultuurplein, waar een flink aantal culturele organisaties zich had verzameld. En daar gebeurde gek genoeg helemaal niets anders dan in de stands waar ze rolluiken aanbieden.
Die culturele instellingen, die vol vuur over ‘presentatie’ en ‘publiek’ in hun visie en motto hadden geschreven wisten blijkbaar niet hoe daar mee om te gaan in een omgeving waar zij nu eens de genodigden waren.
Om in termen van die omgeving te blijven: ze werden uit hun comfortzone gehaald en faalden jammerlijk om te herkennen hoe nieuw publiek zich voelt bij hun eerste voorstelling of expositie.

Vorige week was ik er weer. Ik had gehoord dat Sign een stand had met een geweldige act en inderdaad: 2 kunstenaars smeten het bedrijfsleven met hun eigen prachtig nietszeggende termen om de oren tot het zwaar gefrustreerd en niet-begrijpend afdroop.
Ik zag het CBK, het Kunstencentrum, NP3 en het NNO. En het Drents Museum.
De rest was thuis gebleven.

Gisteren hoorde ik wat er vorig jaar achter de culturele schermen was gebeurd. Hoe ego’s het in hun ellebogenwedstrijd wonnen van samenwerking. Hoe onmogelijk het bleek om alleen al een gezamenlijk doel te formuleren en daar naartoe te werken.

Er is één ding waar je goed in bent, waar je mensen van wilt laten genieten. Je hebt één middel gekozen dat je inzet om te vertellen wat je belangrijk vindt. En dan struikel je over de vorm omdat je niet wilt dat een andere organisatie het thema verzint of een plan bedenkt.
Nee, we gaan eerst op de rem tot we onze eigen zin krijgen en vooral niet die van een ander.
Ja, je omgeving is anders, en ja, je gelegenheidspartners doen niet wat jij zegt dat ze moeten doen. O, the misery of it van elke culturele directeur die het vertikt om uit zijn of haar haantjesarena te komen.
Gebruik andere woorden, gebruik een andere omgeving en stel je jouw doel voor ogen. Verloochen niet wie je bent, wat je bent en waar je voor staat maar laat verdomme toch gewoon zien waar we goed in zijn! Wat onze, excusez les mots, "Unique Selling Points" zijn.
Hoe moeilijk is het om een écht plein te creëren? Waar mensen op durven rond te lopen omdat daar, op dat fysieke plein, bijzondere dingen te beleven zijn? Te horen, te zien en aan te raken? Om publiek uit hun eigen comfortzone van rolluikenstands te halen en zachtjes door elkaar te schudden onder het mom van verleiden?

Ik begrijp steeds beter dat de gemeente ‘samenwerking’ zo hoog op de culturele agenda heeft gezet. Maar ik hoop wel dat de gemeente begrijpt dat ze hier hard de regie op moet gaan voeren als ze dat tot een succes wil maken.
Ik weet dat dit moeilijk is in een stad waar mensen eerst op de rem gaan staan omdat ze uitgelegd willen hebben waarom ze mee zouden moeten doen, in plaats van “ja” te roepen en uit te zoeken wat de mogelijkheden zijn.

En dan zijn wij degenen die het creatieve voorbeeld moeten geven door onmogelijke ideeën dichterbij te halen.
Of moeten we dat soms aan die rolluikenman overlaten?

6 november 2012

De logistieke hardloper


Voor een beginner is het wat verwarrend, die losse logistiek rondom lopen, al kan dat ook aan mij liggen omdat ik dol ben op strak georganiseerde details.
In de afgelopen 4 weken heb ik, als nieuweling, aan 2 lopen meegedaan. De grootste vraag bleek te zijn: wat doe ik met mijn spullen?

De 4 mijl viel me erg zwaar. Lange lappen weg met rijen toeschouwers die en masse zwijgend toekeken. Bof-bof-slip op het wegdek, hier en daar een oorverdovend bandje en daar tussendoor, op prachtige afstanden van elkaar, luidkeels en enthousiaste “Hup Moniek!”-aanmoedigingen. Fans te midden van hele dikke stiltes. Verademend!
Ik liep mijn streeftijd (45 min.) met loodzware benen. Ik weet dus nu al dat ik volgend jaar weer een PR loop.

Mijn fiets had ik vooraf bij het beginpunt op de aangeraden plek gezet, die ver van de kleedwagens was verwijderd die weer ver van mijn hok met 8000-nummers stonden. Reminder voor volgend jaar: vertrek eerder van huis.
Na afloop op de Vismarkt volgde ik de stroom mensen naar mijn kleedwagen om mijn tas met warme spullen te halen, en daarna dezelfde stroom mensen om de bus terug naar Haren te nemen.
Het heeft iets geks om je ervaringen uit te wisselen met totaal onbekenden. Maar aangezien iedereen bijzonder tevreden is en nog bruist van energie is het een vrolijke bedoening, zeker als de buschauffeur de weg in Haren eigenlijk niet blijkt te kennen. Iets van een schoolreisje met een omgekeerd grapje.
De bus stopte ver van het beginpunt waar mijn fiets stond. Reminder voor volgend jaar: zet je fiets alleen op de door de organisatie aangeraden plek als je héél lang en über-goed wilt uitlopen.

De Plantsoenloop afgelopen zaterdag was een feestje. Minder kilometers dan de 4 mijl, en toch een serieuze loop vanwege de steile heuvels.
Mijn Runkeeper meldde om de 5 minuten dat ik in een ongekend rustig tempo liep wat ik heel niet erg vond gezien de modder, de ongeleide kinderprojectielen en de niet kinderachtige afdalingen van 15%. Ik liep de 4 km in 27 minuten (streeftijd 30 min.) dus zo’n drama bleek dat rustige tempo nou ook weer niet te zijn.

Opvallend vind ik toch wat het lopen tussen andere mensen met mij doet. Als ik in mijn eentje wat rondjes door de buurt huppel en ik ben moe na 10 minuten, dan wandel ik een minuutje. Het voelt als spijbelen, ik doe het toch.
In zo’n loop werkt dat blijkbaar anders.
Bij de eerste doorkomst in het Noorderplantsoen zei Runkeeper dat ik 14 minuten onderweg was.
Ik schreeuwde (inwendig natuurlijk) “O NEE! Nu moet ik nóg een rondje! Maar ik kán niet meer!”, liet vervolgens die gedachte los en rende gewoon verder.
Na nog eens 500 meter rende mijn clinic-loopmaatje bij me weg en kwam mijn nieuwe vriendin Endorfine naast me lopen. Ik had het eerst niet in de gaten, tot ergens hoog in mijn borst een groot gevoel kwam zitten dat 1 kilometer verderop bijna barstte. Het is verrukkelijk. Meer zeg ik er niet van. Maar het kwam gratis en voor niks en het duurde 24 uur.

Mijn tas met regenkleding en handschoenen, droge schoenen en sokken, bananen en water wilde ik zaterdag niet toevertrouwen aan een onbewaakte kleedkamer. Mijn Cor kwam mee om op mijn tas te passen en om mij verkleumd en wel ook nog eens hard toe te juichen. Ik gunde het hem zó dat hij zich op de fiets terug naar huis net zo euforisch geëndorfineerd had kunnen voelen als ik!

Zaterdag 1 december ga ik hardlopen op Nienoord in Leek. Ik weet nog niet wat ik dan met mijn voor-en-achteraf-warmhoudend trainingsjack moet doen, of met mijn handschoenen, autosleutel en banaan.
Wat doen andere hardlopers met hun spullen in de logistieke toestand van het lopen? Met hun fiets, hun jack, hun tas en, ook niet geheel onbelangrijk: wat doen zij bij thuiskomst met al hun medailles?


4 november 2012

Burgerlijk ongehoorzaam


Ik bak wel eens zelf broodjes
(250 g bloem, 2 tl zout, 1 zakje gist, 125 ml lauw water, 1 tl suiker, 2 el olijfolie, 10 min. kneden, 1½ uur laten rusten, 15 min afbakken op 230ºC in de oven)









voor zelfgemaakte hamburgers 
(scharrelgehakt, een boel kappertjes, gedroogde paprika op olie, bosui, peper en zout)




die ik dan met smurrie uit pot en tube









opsmikkel








19 oktober 2012

All about a Chaise Longue



Omdat ik gruwelijk ziek was beperkte ik het interactief lezen tot een minimum. Alleen ouderwetse media toegestaan en geen sociaal gedoe er omheen. Rust aan de kop en concentreren op één enkel ding.
Ik koos een filmtitel, las het complete filmscript van een pagina of 140 en keek daarna de film met hier en daar een dutje tussendoor.

Op dag 1 las en keek ik Grand Hotel uit 1932 met Greta Garbo en Joan Crawford, en op dag 2 was het All About Eve uit 1950 met Bette Davis die daarin overigens prachtig en geweldig bleek te zijn. Daar kon die drammerige Zweedse nog heel wat van leren met haar groteske, klagerige houding. “O, hoor mij eens een zwoele donkere stem hebben. En o, zie mij gracieus neder zijgen op de chaise longue.”
Zo heftig in die buien en gedragswisselingen, echt ongelooflijke aanstellerij vind ik het, wat natuurlijk zo veel mogelijk vermeden moet worden. Tenzij het om mij gaat.
Zo blijk ik heel heftig ziek te kunnen zijn, niet gematigd.
Persoonlijk vind ik dat wel fijn. Kats klaar ben je dan. Want dat verbijten en stil doorsukkelen en niemand tot last zijn, daar ben ik niet zo van.
Laat mij maar jammerend door nachtelijke koortsaanvallen heen worstelen. Heerlijk.
Maar dat hoeft dan weer niet verfilmd te worden.

De film die ik op dag 3 ga lezen en zien is An Affair to Remember. Ik geloof uit 1957 en ik heb geen idee meer met welke actrice. Ik hou meer van films waarin actrices een goede rol hebben dan van films die rond acteurs gemaakt zijn. In Grand Hotel was het bijvoorbeeld Joan Crawford die ik mooi en geweldig vond waar John Barrymore geloof ik de ster behoorde te zijn. Maar die man, ach ja, drank en drugs, enfin ik zeg het maar gewoon: aanstellerij.

Ik lees en zie An Affair omdat ik nog steeds binnen zit wegens griep en ik dus niet naar 2 aantrekkelijke Externe Afspraken kan die in mijn agenda staan.
Die in de middag leek me echt geweldig. Politiek op mooi niveau. Maar mijn hoofd had ze nog niet allemaal op een rijtje en een gesprek met inhoud trok ik echt nog niet.
In die sportafspraak van de avond had ik ook al zo'n zin. Trainen bij de loopgroep als een reünie van de 4 mijl en een vooruitblik naar de Plantsoenloop. Maar fysiek zijg ik alleen nog maar neder op de bank.

An Affair to Remember is met Deborah Kerr, zie ik net. Eens even kijken of zij de moeite van het onthouden waard is.
En ja, “Externe Afspraken” is aanstellerij voor een werkzoekende. Maar wel mooi.


I wouldn't worry too much about your heart. You can always put that award where your heart ought to be.


4 oktober 2012

Leren hardlopen is best apart


Ik loop nu al 6 weken hard volgens het schema van Gerard Nijboer zodat ik op 14 oktober klaar ben voor de 4 mijl.
En gisteren, voor de allereerste keer in die 6 weken voelde het lopen eindelijk anders dan anders!
Het gemak waarmee ik liep was ongekend. Ik concentreerde me nergens op, het ging als vanzelf: de cadans en mijn ademhaling die 1 op 2 gelijk liep met mijn passen.
Ik begon er natuurlijk wel even aan om “hoe lang moet ik nog en 5 minuten inlopen plus 6 minuten hard plus 2 langzaam plus 6 minuten dan ben ik dus over 4 minuten bij het kerkhof, of moet ik Begraafplaats zeggen? Klinkt mooier, is ook prachtig. Herfst is prachtig. Rode blaadjes, nat wegdek, herfst is romantisch, altijd” en dwaalde dus volledig af.
Ik wist niet dat het zo fijn kon zijn!
Ik vloog en ik wilde altijd wel rennen. Wat een verrukkelijk spul, die endorfine!

Dat ik mijn hoofd niet kon houden bij berekeningen maken en route vastleggen en het in mijn hoofd in kaart brengen van het schema, oftewel: dat ik mijn controle gefreak zomaar losliet, maakte me blij.
Ik probeerde me dit in te prenten, het moment vast te houden. Want deze overgave wil ik altijd wel voelen als ik loop!

Toen ik vlak voor het kerkhof van het loopgrind de weg opstapte om een hondenuitlaatster het pad te gunnen tussen container en berm, merkte ik dat er weer iets was veranderd. Het was op 17 minuten precies dat mijn lichaam aangaf niet meer te willen.
Er hingen geen romantisch-rode bladeren meer voor het kerkhof, altijd al een mijlpaal op mijn weg, ik zag alleen nog maar plassen en grassen in het grind en grind en grind. Mijn benen werden zwaarder dan ik ooit had gevoeld, mijn longen kreeg ik niet meer vol, mijn lichaam voelde niet meer van mij en ik raakte in paniek.
Ik realiseerde mij dat ik het helemaal niet ga redden, die 4 mijl!
Het gaat mij niet lukken en dat moet ik nu maar eens onder ogen zien.
Het was eigenlijk heel helder.
Ik was veel te optimistisch geweest, had met de trainingen veel te veel gegeven.
Ik liep langs het kerkhof geen 6 maar slechts 5 ½ minuut, ik week af van het schema.

Ongelooflijk! Hoe was het mogelijk dat ik niet eens een paar keer 6 hard - 2 zacht kon lopen waar ik vorige week nog 25 minuten achter elkaar liep?
Zo snel als de man met de hamer net had toegeslagen zo zoetjes sloop een nieuwe gedachte binnen: zou dit ook zo bagger zijn gegaan als ik die avond ervoor niet 2 cafés plus een restaurant had bezocht? En daarna nog 1 café want Willem was jarig en we kwamen er met een heel klein omweggetje toch langs?
Ik vind leren hardlopen vooral heel confronterend.


25 september 2012

Heidesessie


Ik was op de hei en ik verklap het maar meteen: het was heerlijk.
Op weg er naartoe reed ik door een stortbui. Bij aankomst op de nieuwe parkeerplek was het bijna droog. Toeval? Ik dacht het niet.
Alleen de eerste paar honderd meter liep ik in de regen. Voor de rest van de tijd hield ik mijn paraplu in de hand, maar dat is altijd nog beter dan in een regenpak rondritselen.
Kortom: heerlijk.

Van alle warmhoud- en droogblijf-tips die ik na mijn vooraankondiging op Facebook had gekregen heb ik er niet 1 opgevolgd en dat was maar goed ook. Het was warm, het was droog, en op de hele grote vlakte was verrassend veel te zien wat ik anders door de berenburg misschien wel had gemist.
Ik zag nieuwe bankjes, nieuwe bordjes en veel omgehakte bomen. “Het is niet de bedoeling dat het Balloërveld boomloos wordt”, stond op de bordjes. Maar het had er op sommige plekken toch wel de schijn van.

Er was kleur, hordes opvliegende mini-vogels en voorbijrazende auto's op de achtergrond.
Ik liep verder dan normaal en zag meer grafheuvels dan normaal. Ze deden me niks en ik vroeg me af of dat wel had gemoeten. Je loopt daar dan toch tussen een paar eeuwenoude lijken door.
Ik zag wel een oude man met een fototoestel op zijn buik. Maar toen had ik al een blaar en even geen zin om een grappige vergelijking te maken.

Twee uur later stapte ik in de auto met stramme benen en een drooggewaaide paraplu. Veel beter dan een regenpak.



21 september 2012

Interactief lezen


Ik blijk tijdrovend te lezen.
Maar dat wist ik pas toen ik een vriendin vertelde hoe ik dat doe.
We hadden het over de geneugten van de iPhone, en waar ik hem allemaal voor gebruik.
"Lezen natuurlijk," zei ik. Maar dat moest ik uitleggen.

Als ik een Wallander lees ligt mijn telefoon naast me en heb ik de app Kaarten open gezet. Ik volg Wallander namelijk in zijn speurtochten van Ystad naar Skurup, en als Mankel schrijft dat hij een half uur over die rit doet dan ga ik dat na. Ik test de schrijver niet eens, ik wil alleen maar die route afleggen omdat ik mijzelf tijdens het lezen identificeer met Wallander. In zijn laarzen loop en in zijn auto rijd.

Als ik in de biografie van Steve Jobs lees dat er geweldige commercials zijn gemaakt in de begintijd van de iPod, dan zoek ik die op bij YouTube en bekijk ik meteen hoeveel fans er dingen in elkaar hebben geknutseld met die silhouetten met hun witte oortjes.
De wereld is zo dichtbij, ik kan met alles meeleven, meevoelen en meegaan.
Iemand hoeft maar een minieme verwijzing te geven naar een historisch wiskundig probleem en hup, daar komt Gödel-Escher-Bach uit de boekenkast.
Natuurlijk is het tijdrovend, en natuurlijk is het helemaal nergens voor nodig.

Ik maak niet alleen gebruik van apps en internet maar ook van mijn eigen reisboekencollectie, de Dikke van Dale en de kennis van anderen.
Er wordt een film genoemd en hoppa, open gaat die IMDb app.
Een beschrijving van een straat in Rome? Tsjakka, daar is Google Maps 3D!
En die alinea lijkt toch wel erg veel op wat Dinges laatst schreef op Facebook! Even checken.

Het is onbedwingbaar en ik weet niet waarom.
Mijn vraag is nu natuurlijk wel: ben ik hierin één van de weinigen?
Ik kan het me namelijk niet voorstellen.
Maar ik kan het ook niet opzoeken.
Of beter gezegd: hier is eindelijk iets dat ik niet op WIL zoeken.
Want wil ik wel weten of anderen ook bijna, dus nog niet echt natuurlijk, muziek opzetten die in een boek wordt genoemd?
Ik dacht het niet. Of wel, maar dan vind ik het wel graag terug in een of ander opslagsysteem.


18 september 2012

Bio-literatuur

Gisterochtend las ik een prachtig en lang stuk uit de Vanity Fair over Obama en ik ben heel blij dat zijn tegenstander wiens naam niet genoemd zal worden achter staat in de peilingen.
Ik had het artikel nog niet uit of de postbode belde aan en gaf me 2 verrukkelijke boeken over Dorothy Parker  waaronder "The Portable Dorothy Parker". Ik kan het niet uitleggen maar daar gaat mijn hart dus sneller van kloppen. Ik zou bijna zeggen dat ik me verlustig aan het idee dat het binnen handbereik ligt, net als bij die brief van Parker op Letters of Note die ze vanuit het ziekenhuis schreef aan een vriend. Ik koester het, ik verheug me er op, maar ik laat het nog wel eventjes lekker liggen.
Maar ik ben er nog niet aan begonnen omdat het eenmaal uit, ook meteen zo 'uit' is.

De nieuwe boeken legde ik op de keukentafel, en toen boog ik me weer over het boek dat ik nu al 3 weken lang bijna uit heb: "Steve Jobs, de biografie".
Ik hield veel meer van Apple voordat ik aan dit boek begon. Wat een nare man is die Jobs!
Waar Obama en Parker oog hebben voor mensen, voor wat hen beweegt en raakt, daar heeft Jobs oog voor design. Daarnaast doet hij zijn best om mensen te raken met schofterige uitspraken.

Ik typ dit nu op mijn MacBook waar mijn iPhone netjes naast ligt. Ik ben me erg bewust van de schoonheid en van het gemak. En ik weet heel goed dat ik nooit meer terug wil naar Windows!

Maar moest die man nu echt zo'n eikel zijn om mooie dingen te bedenken?
Ik denk dat ze hem voor deze minzaam lachende foto een paar duizend aandelen van Microsoft hebben beloofd. Kijk hem daar binnenpretjes over hebben. Wedden dat hij hier op grove beledigingen zit te azen?
En wedden dat ik nog zeker 3 weken over de laatste 100 pagina's ga doen?




11 september 2012

Hoge poten


Nu ik last krijg van mijn lenzen draag ik mijn bril weer vaker.
Robuust model met vlindertrekken waar een schaamverhaal aan kleeft.

De dag nadat ik mijn nieuwe bril had opgehaald liep ik op hoge poten terug naar de brillenwinkel. Ik was boos over de manier waarop het glas in het montuur was gezet waardoor het er aan beide kanten een millimeter uitstak.
De brillenman schrok van mijn houding, nam mijn bril aan die hij uit automatisme meteen poetste en woog zijn woorden.
“U heeft normaal gesproken lenzen?”
“Waarom denkt u dat?”
Hij gaf geen antwoord maar voor mij viel het kwartje.
“U bedoelt dat ik jampotjes heb!”

Natuurlijk probeerde hij het in andere woorden te vatten. Maar die hoorde ik niet. Ik liep de winkel uit en dacht met een dubbel gevoel aan mijn lenzen.




1 september 2012

Im- en export van merken


Ik probeer al de halve ochtend om mijn oude blogs van weblog te verhuizen naar hier.
Zoals bijna iedereen met een blog op Web-log.nl ben ik daar al een tijdje geleden vertrokken. En ook zoals bijna iedereen wil ik die oude blogs toch niet zomaar weggooien.
Het exporteren en importeren dat soepeltjes zou kunnen verlopen wordt gedwarsboomd door Blogspot dat geen import van Wordpress (de nieuwe eigenaar van web-log) wil accepteren. Gelukkig bied Google uitkomst waar ik lotgenoten vond die op fora (forums?) schrijven over de absurde im- en exportstrijd en wat daar aan te doen.

De verhuizing is nu redelijk gelukt.
Behalve dan dat de foto's een rommeltje zijn, dat ik alles toch opnieuw en handmatig moet publiceren en dat zinnen in één en hetzelfde stuk spontaan door elkaar staan!!
Dus ik ben even aan het puzzelen en schelden maar eigenlijk vind ik het helemaal niet erg.
Zolang het maar niet dezelfde rommel is die web-log van hun eigen site heeft gemaakt...

Eigenlijk vreemd dat ik klakkeloos schrijf dat Google uitkomst bood als het dwarsliggende Blogspot gewoon een product van datzelfde Google is.

24 augustus 2012

Trippeltrappeltrippeltrap


Vannacht trippelden er duizenden voetjes met een oorverdovende snelheid om ons heen over het dak. Het klonk alsof er op zolder, onder de dakpannen en in de dakgoot werd geracet op leven en dood. Er werd daarbij ook veel en hard gepiept.

We keken elkaar aan in het donker en zeiden niet te veel.
Ik zou met een mattenklopper op een ladder tegen de achtergevel van ons huis kunnen gaan staan om in het donker rond te meppen en “ksst-ksst” te roepen. Maar ik dacht niet dat het zinvol zou zijn.
Dus concentreerde ik me op de gevolgen en viel weer in slaap zodra ik een oplossing had bedacht voor het opruimen van mogelijke ratten- of muizen- en vogel- of kattenlijkjes in de tuin.

Er lag vanochtend niets in de tuin, ik hoefde de dierenambulance niet te bellen. Wel las ik op LinkedIn dat iemand die ik ken toegetreden was tot iets met “Kinderen redden dieren bij de dierenbescherming”.
Toeval? Ik dacht het niet.
Mooi toch hoe alles weer precies in elkaar grijpt.