28 juni 2012

Levenstekens


“Wat ben je vaak ziek”, zei iemand. 
Ik dacht na over waarom hij dat zei.
Laatst was ik mijn stem een paar dagen kwijt nadat ik op dat feestje had geprobeerd boven de muziek uit te schreeuwen.
Een maand daarvoor kreeg ik last van mijn enkels en rug door verouderde hardloopschoenen.
Het lulligste wat ik het afgelopen jaar meemaakte was iets dat 3 medici een klein half jaar heeft gekost om te ontdekken: de pijn in mijn maag komt door een scheurtje in het middenrif. Nu ik een prima pilletje heb speelt ook dat geen rol meer.
Ik dacht over deze blessures na.
Ik dacht dat het levenstekens waren.


25 juni 2012

De fijne kneepjes van het vak




De afgelopen 3 jaar hebben wij in ons kleine huisje Privileges gehad die wekelijks langskwamen om de boel schoon te houden.
Zij zijn verdwenen en ik zit nu iets ruimer in mijn tijd, dus vond ik dat ik die kl****klus best zelf weer eens zou kunnen doen.
Om het mijzelf aangenamer te maken bedacht ik een handige truc: ik combineer het gewoon met mijn lievelingshobby “alles tot op het bot structureren”.

Eerst wilde ik er een plan van maken, met subplannen. Maar verder dan uitstel-subplannen kwam ik niet.

1.     Uitvinden hoe die klotendweil werkt;
2.     Eerst ontbijten
3.     Even mijn ouders bellen

Ik besloot blind aan de slag te gaan en natuurlijk diende zich toen spontaan de perfecte structuur aan: De Les!
Ik maak er gewoon een les van! Leer iedere dag iets nieuws, zei iemand. Ooit.
Dit heb ik vandaag geleerd:

1.     Let bij het schoonmaken van de douchekraan op de positie van de douchekop
2.     Het vertrouwen dat onze Privileges hadden in de Swifferdoekjes is volledig terecht
3.     Kleren aan hebben die je de rest van de dag geurloos wilt dragen is ondoenlijk
4.     Notitieboekje bij je dragen om écht te noteren wat je de volgende keer wél zult doen
5.     Pauze tussendoor mag best
6.     Breek de taak op in subtaakjes en wissel a t/m d per keer af qua volgorde

a.  sanitair
b.  afstoffen
c.  nat afnemen van deuren, tafels en skaileren bankstellen
d.  ramen lappen
e.  stofzuigen
f.  dweilen

7.     Zorg dat je een bak of mand hebt om AL die onnodige tubetjes en flaconnetjes op de badkamerplank in te doen bij het afnemen
8.     Knip je haar kort
9.     Laat het dweilen over aan iemand anders, bij voorkeur iemand die
a.     de dweil heeft uitgekozen

Maar de allerbelangrijkste les kwam natuurlijk op het eind:
Ik word niet zozeer chagrijnig van schoonmaken, ik word ronduit agressief.
Heel, heel, HEEL agressief!!!
Ik ga dit NOOIT meer in mijn eentje doen! NOOIT meer!!!

Of ik moet wat gaan spelen met het tijdstip zodat ik om 17.00 uur kan eindigen in de buurt van de drankkast.
Eigenlijk is het een verdomd leerzame ochtend geweest.


17 juni 2012

Niet Nadenken!


Ik was vrijdag bij een uitvaart en dacht nog zo: niet nadenken over waar je nu bent. Als het per se moet, denk dan aan hele andere dingen. Denk aan de zomervakantie, aan lekker eten straks, aan de hoeveelheid diesel die nog in de tank zit.

Maar ik moest denken aan wat ik hier begin mei geschreven had.
Dat je alleen maar naar begrafenissen gaat óf voor de nabestaanden óf om afscheid te nemen van de overledene, waarmee je dus gewoon voor jezelf gaat.
Ik besefte dat ik ongelijk had. Je kunt wel degelijk gaan voor degene die gestorven is.

Ik beschreef hem laatst nog als een ongelooflijk vriendelijke man. Iemand die zich verrassend genoeg niet verstopte achter zijn verlegenheid, maar die je de volle aandacht gaf als je even langskwam in zijn lichthok. Wat mij dan gek genoeg iedere keer weer van mijn stuk bracht.
Herinneringen van anderen vulden dat vrijdagmiddag aan tot er een completer beeld van hem ontstond.

En ik bedacht dat dit misschien wel het magische van een uitvaart is: afscheid nemen door hem samen nog één keer tot leven te brengen, en daarna, samen, voorzichtig weer los te laten.

Ik had ongelijk met die scherpe tweedeling.
Een uitvaart is méér dan een individuele actie.
Ik denk daar nog even over na.


5 juni 2012

Potlood


Hardlopend door Helpman kwam ik gisterochtend langs de bushalte waar ik 20 jaar geleden eens in de stromende regen op de bus naar het centrum wachtte. 
Het was toen ook zomer, ook koud en nat en het zag ernaar uit dat de bus nog wel even op zich liet wachten.
Ik kroop knus in een abri-hoekje met mijn boekje “Wat willen vrouwen eigenlijk?” waar ik volledig in opging. Ik wilde dat ik het lef had om in dit onderzoek te strepen en te schrijven en uitroeptekens te plaatsen.
We spreken 1992 en ik was een brave.
Er stopte een auto op de busstrook. Een onbekende man opende het raam en bood me een lift aan naar de stad.
Ik bedankte vriendelijk en nogmaals “nee, echt niet”, en daarna stukken minder vriendelijk, voor ik een potlood uit mijn tas pakte, mijn boek op mijn knie legde en in alle rust op pagina 77 in de kantlijn schreef: “...in ieder geval niet opgepikt worden bij de bushalte”.
Toen ik op keek was de auto weg.
Ik streepte ook die ene overbodige e op pagina 76 door.