11 december 2020

Bond

Er zitten vijf of zes medewerkers van de kunstenbond bij ons Zoom-koffiedrinkuurtje, naast vijf of zes leden die zich deze week hebben aangemeld. We luisteren naar elkaar, om en om mutend, het zijn allemaal ondernemers. 

Er is iemand die een krassende vogel op de achtergrond heeft. Of ze daar iets aan kan doen. Ze zou wel willen, zegt ze, maar ze heeft helemaal geen vogel. We dachten aan een papegaai. Nee, die heeft ze ook niet. 
Ik weet niet wat ze vertelt, ik hoor alleen de niet bestaande vogel en denk aan het boek dat ik laatst las, over een gigantische tuin op de Molukken vol exotische dieren en geesten van vermoorde mensen. En dan mag ik vertellen over wie ik ben en wat ik doe, en vertelt de lobbyist van de bond mij welke regelingen in ontwikkeling zijn, en waar ik misschien wel voor in aanmerking kom.

Er is een componist die met zijn Thaise vrouw een cateringbedrijf is gestart, er is een zangeres die net moeder is geworden, en iemand anders heeft helemaal nergens last van, zij heeft namelijk meteen cursussen uit de grond gestampt, toegespitst op de huidige behoefte aan 'iets met trainingsacteurs'. 
Kijk haar nou eens. Wat een triomf. Wat een ondernemerslust! Het enige waar ze van baalt is dat haar opera niet doorgaat. Niet alleen qua locatie, maar ook qua zangers want de meesten hebben allerlei verplichtingen die door corona in het gedrang zijn gekomen. Ach wat een tegenslag nou.
De zangeres annex verse moeder biedt zich aan om te komen zingen. De operaorganisatrice houdt dat af. De directrice van de bond juicht desondanks en tegelijkertijd over de fijne bijkomstigheid van het koffieuurtje, dat tot vruchtbare samenwerkingen leidt.
Ik noteer de urls die de communicatievrouw van de bond in de chat schrijft en nodig snel een paar bondmensen uit om te linken. Dan is het uur weer voorbij en kauw ik nog een beetje boos wat dropjes weg vanwege de afwijzing die eerder vanmiddag binnenkwam en die niets met de bond heeft te maken.