28 april 2012

4 mijl


De dag dat de inschrijving voor de 4 mijl begon was de dag dat ik spijbelde van mijn hardloophalfuurtje, om 10 uur al aan het gebak zat en waarop ik ’s avonds 3 flessen Pinot Blanc (van verschillend allooi) wegtikte met een oude bekende.
Gelukkig was mijn zus zo slim om mij te bellen en voor te stellen dat zij mij voor álles rondom die 6,4 kilometer zou inschrijven.
Dat leek mij heel prima, zo vanuit de kroeg.

Ze schreef me in voor een clinic, voor een herinnering en voor de afstand zelf natuurlijk. En ik schijn op alles “ja leuk” te hebben gezegd.
Maar dat was rond half 8 en ik geloof ook rond de helft van fles 2.

Tegen de bodem van fles 2 en de laatste gefrituurde kruimels op het grote hapjesbord probeerde ik de email te begrijpen die ik inmiddels van de 4 mijl-organisatie had ontvangen.
Mijn inschrijving was te laat ontvangen waardoor ik op de wachtlijst geplaatst was. Na 15 augustus zou ik bericht krijgen.

Wat een opluchting.
Ik hoefde niet mee te doen! Ik hoefde mijzelf niet te testen, ik hoefde niet af te gaan, maar ik mocht gewoon veilig langs de route blijven staan net als alle andere jaren.
Ik kon dus in de kroeg blijven zitten en fles 2 tot de laatste druppels leegknijpen.
En het mooie: ik hoefde ook niet meer te betalen voor al die extra’s die WE erbij hadden besteld.
‘We’, want als de zus het niet had voorgesteld had ik niet geweten dat Clinics en Memorabilia tot de mogelijkheden behoorden en had ik niet ja gezegd. Ik zat in de kroeg immers, en zeg je toch sneller dan normaal Ja op veel dingen. Vind ik.
Dus trokken we zeer tevreden elders fles 3 open.

De verwarring kwam de volgende ochtend in de vorm van een email. 
Omdat ik me had ingeschreven voor de clinics bleek ik toch recht te hebben op een gegarandeerd startbewijs.
Het ziet ernaar uit dat ik met fles 4 ga wachten tot de avond van 14 oktober.
En dat lijkt mij heel prima, zo vanuit mijn sportschoenen.

23 april 2012

Zondag


Zondagochtend jogde ik langs de muziekkoepel in het bos om de hoek. Er stonden 3 mannen al gezellig aan het bier.
"Hey, maak je karnemelk?" schreeuwden ze me toe.
Ik zei streng "Goedemorgen heren".
Ze antwoorden braaf en een stuk stiller "Goedemorgen mevrouw".

Kijk, daar heb ik nou lol om.

21 april 2012

Boeken Crush

Na het lezen van het magistrale “Making History” van Stephen Fry liep ik deze week nog een tijdje door huis “O, o, o” voor me uit te stamelen en met mijn hoofd te schudden uit ongeloof en bewondering.
Dat heb ik met sommige boeken.
Die lees ik met kloppend hart en zo snel mogelijk. Ze gaan mee naar wc, tandenpoetsen, koffie zetten en aan- of uitkleden.

Ik weet niet of het goede boeken zijn, ik weet wel dat echte O-o-o-boeken 20 jaar na het lezen nog steeds diepe gevoelens bij mij oproepen.

Afgelopen zomer had ik er ook al één: “Bonita Avenue”.
Al “o, o, o,” fluisterend liep ik over de camping. Grote ogen van wanhoop. Het is uit. Het komt nooit meer voor de eerste keer binnen. Maar o, wat een wereld ben ik ingezogen geweest.
Wát een wereld!

Het punt is nu dat ik het allerliefst alleen maar O-o-o-boeken wil lezen, en er tegelijkertijd voor vrees dat ik dat niet aankan.
Hartkloppingen, om de 20 pagina’s naar de man roepen dat het briljant is (maar dat vervolgens niet in detail kunnen delen omdat hij het nog moet lezen), tijdgebrek, slaapgebrek, in een andere sfeer leven.
Het lijkt wel verliefdheid.
Of nee, dat is niet waar: het ís verliefdheid.
Op de geest van een schrijver en zijn verhaal.

Ik ben helemaal niet verliefd geworden op de schrijver Peter Buwalda, wist niet hoe hij er uit zag en had er ook geen enkele behoefte aan dat te weten te komen.
Op Dave Eggers ook niet, toen ik in 2000 zijn “Hartverscheurend Verhaal over Duizelingwekkende Genialiteit” las, en ook niet op Oriana Falacci nadat ik “Een Man” in 1991 in 3 dagen had uitgelezen.
“Zen and the Art of Motorcycle Maintenance”, “Een Zoon van het Circus”, “Mists of Avalon”, “Het leven uit een Dag”. Indrukwekkend, bepalend, gekmakend geweldig.
En op dezelfde manier opwindend als de serie “Een Schitterend Ongeluk”.

Van de meeste schrijvers van die O-boeken wil ik helemaal geen tweede boek lezen.
Ik wil niet dat zij hun taal en geest gebruiken om een ander verhaal te vertellen dan dat waar ik zo verliefd op geworden ben. En ik wil ook niet dat ze mij teleurstellen met een ander boek.
En ik wil al helemaal niet dat in een ander boek hun persoonlijkheid meer voelbaar wordt en te nadrukkelijk aanwezig is om het verhaal nog te kunnen opnemen.
Schrijvers moeten van hun boeken afblijven. Daar komt het eigenlijk wel op neer.

Ja, krom, ik weet het.
Zeker als je bedenkt dat ik van Stephen Fry gisteren wel meteen een paar andere boeken heb gekocht bij Bol.
Ze komen woensdag. Ik reken er op dat het stuk voor stuk O-o-o-boeken zullen zijn.
Of op mijn minst Sjonge-jongejonge.
Had ik al eens verteld van Sjongejongejonge-boeken?