4 januari 2015

Duister

Op oudejaarsdag word ik wakker met een pijnlijk, rood, en gezwollen rechteroog dat ik eerst maar eens charmant met een oude sjaal dichthoud. Bril er overheen, mijn zelfbeeld kan niet meer stuk.
Ik begin lichtinval te vermijden en lees mijn boek in een scheel tempo. Het meest baal ik er van dat ik het niet in 2014 uit krijg. In 2013 las ik nog een boek per week. Ja, ik hou dat bij ja.
Mijn oog moet schoon, ik besluit te douchen als een blinde.
Onze badkamer is spaarzaam ingericht als je niet naar de voorwerpen op de planken kijkt, wat ik niet doe want het licht is uit. Ik voel alleen maar.
Ik voel de tegels op de vloer en het badmatje dat wel eens zachter is geweest.
Ik voel de ijzeren punten van de borstel op mijn hoofd, minpuntje.
Maar door het duister trekt wel de pijn in mijn oog weg en ook mijn schouders worden lichter. Zie wel, het komt door het licht. Ik weet natuurlijk ook welk licht.

Ik ben tien minuten in de badkamer, ik doe precies en alles wat ik daar moet doen en van plan was, en ik grijp geen enkele keer mis. Ik dacht dat het een hilarische bedoening zou worden, maar het blijkt zo gemakkelijk te zijn als had ik het licht aan gedaan.
Alleen het haakje voor de badjas hangt hoger dan verwacht.
De warmte van de kraan bepaal ik door te werken met 90˚C en iets bij te stellen naar links. Alle flessen shampoo, gel, schuim en neutrale toestanden zijn op de tast van elkaar te onderscheiden. De handdoek hangt op een vaste plek, en mijn deo is rond maar die weet ik ook zonder dat te vinden, want die deo is natuurlijk het 4e item van links op de onderste plank, rechts van een beker, tandpasta en lenzenvloeistof.


Ik knijp mijn ogen ferm dicht en open de deur naar de gang waar ik stil juich met één vuist in de lucht. Zonder mijn coole neuroses had ik nooit heel even blind kunnen zijn.