13 maart 2015

De hoofden van Malevich

Achter elkaar zie ik ze verschijnen: gezichten van bekenden die dat op het tweede gezicht niet zijn. Voor het station zie ik een man weggedoken achter een broodje. Hij staat 20 meter verderop, en ik vraag me af wat die ex in Assen doet. Ik draai mijn hoofd nog even in het voorbijgaan om te checken of hij het wel is, maar de man kijkt me recht aan en dan is verder checken geen optie meer.
Die dag loop ik in het Drents Museum drie bekenden tegen het lijf. Iemand die er werkt, iemand die in de buurt werkte, en midden tussen de schilderijen iemand die met pensioen is. Ik vermijd hem eerst en concentreer me op mijn telefoon, andere bezoekers, de muur en iets groens, voor ik zeker weet dat hij het is.
"Hou jij de wacht hier?" vraagt hij na de begroeting.
Ik kijk naar mijn donkerblauwe kokerrok. "Vind je dat ik er zo uit zie dan?"
"Nee nee," zegt hij, "het was meer de manier waarop je in de ruimte keek."
Ik gooi het op Malevich die mijn blik niet vast kan houden.
Als hij een film in duikt probeer ik opnieuw, en anders, naar het werk te kijken. Het lukt niet, alleen het schilderij met de rode paarden komt binnen. De oud-directeur van de academie heeft gelijk in zijn observatie van mij.
Ik verstuur een tweet en beƫindig mijn pauze tussen de niet-ingevulde hoofden van Malevich.