Vannacht trippelden er duizenden voetjes met een oorverdovende snelheid om ons heen over het dak. Het klonk alsof er op
zolder, onder de dakpannen en in de dakgoot werd geracet op leven en dood. Er werd daarbij ook veel en hard gepiept.
We keken elkaar aan in het donker en zeiden
niet te veel.
Ik zou met een mattenklopper op een ladder tegen de achtergevel van ons huis kunnen gaan staan om in het donker rond te meppen en “ksst-ksst” te roepen. Maar ik dacht niet
dat het zinvol zou zijn.
Dus concentreerde ik me op de gevolgen en viel weer in slaap zodra ik een oplossing had bedacht voor het opruimen van mogelijke ratten- of muizen- en vogel- of kattenlijkjes in de tuin.
Dus concentreerde ik me op de gevolgen en viel weer in slaap zodra ik een oplossing had bedacht voor het opruimen van mogelijke ratten- of muizen- en vogel- of kattenlijkjes in de tuin.
Er lag vanochtend niets in de tuin, ik hoefde de
dierenambulance niet te bellen. Wel las ik op LinkedIn dat iemand die ik ken
toegetreden was tot iets met “Kinderen redden dieren bij de dierenbescherming”.
Toeval? Ik dacht het niet.
Mooi toch hoe alles weer precies in elkaar grijpt.