6 juli 2018

Roepen

Ik slaap. Je roept me. Ik schrik wakker. Ik pak mijn telefoon en zie dat je 7 minuten geleden hebt geappt dat je naar huis komt. Misschien ben je je sleutels vergeten en heb je daarom geroepen.
Ik blijf wakker, besluit ik, tot je binnen bent.
Je fietst het gangetje in. Zachter dan ik verwacht. Open je de achterdeur nou of beweeg je alleen tevergeefs de klink? Ik hoor je plassen. Ik hoor je tandenborstel. Ik laat je schrikken door hoi te zeggen als je de slaapkamer in komt. Zal ik je vertellen over mijn droom waarin twee van onze buurvrouwen een relatie blijken te hebben maar wel, en in goed overleg, vanwege de kinderen bij hun mannen zijn blijven wonen (maar soms samen slapen)?
Je zegt hoi terug. Je stem is dik van dronkenschap. Ik glimlach en laat je even praten. ‘Nu ga ik weer slapen,’ zeg ik. ‘Oké,’ zeg jij. Je stapt in bed.
Ik lig wakker.
Jij snurkt een beetje.
Ik wou je nog vertellen hoe het werkt als ik soms wakker geroepen wordt.