28 april 2024

De bouwmannen

 We aten met de tegelzetter een oranje tompouce in de tuin, en dronken er een biertje bij zodat we toch een beetje een Koningsdag-gevoel hadden. Op zich gaat het leggen van de tegels voorspoedig, wel erg rustig, maar wel goed. Vervelender is dat de wc niet meer doorloopt.

De plek van de pot is vorige week naar acteren verplaatst waardoor een nieuwe afvoer nodig was, en die blijkt niet goed te functioneren. Maar dat is een klus voor maandag, als de aannemer met de installateur komt om de boel weer te verbreken. Hopelijk komt dan ook de kitter, zodat weer iemand anders de douche en kranen kan komen aansluiten. We hebben een hele stoet aan bouwmannen langs zien komen. Drie weken geleden kwam Harry twee dagen slopen, toen kwam Eikert drie dagen leidingen leggen, daarna kwam Gerrie drie dagen stucen, en toen zagen we één dag Rob en zijn maat, de timmerlui. Daarna kwam Sietze in zijn eentje tegels leggen. We hebben vier verschillende soorten en ook maten, want waarom simpel doen? En deze week hadden we drie keer een verstopte wc. Sinds gisteren weten we zeker dat het de afvoer is en nu gaan ze daar korte metten mee maken. Dus we hebben ook al twee keer een riolist uit Pekel over de vloer gehad. Gezellige man.

Ik hoop dan weg te zijn, in de trein en bus naar Borne te zitten met een loeizware rugzak. Dinsdag begin ik aan het Twentepad. Boekje mee, routes gedownload op de app, fikse pokerbank en een rugzak vol kleren die geschikt zijn voor koele ochtenden van 11ºC en warme middagen van 24ºC. En dan natuurlijk teenslippers voor bij het 0% aankomstbiertje en nette kleren voor daarna in een restaurant. En dan nog weegt de rugzak minder dan 8 kilo, ik vind dat ik dat netjes doe. 

Waar ik het meest tegenop zie is die vermoeidheid van mij, en dus vooral de donderdag als de route 26 kilometer lang is. Ik voel nu overdag het kantelpunt van die vermoeidheid, ik weet dat ik eraan moet toegeven en dat die dan vreemd genoeg ook wel weer verdwijnt. Ik weet ook dat die erger word als ik het negeer. Dus zo moeilijk is het niet, denk ik dan, ware het niet dat ik nooit zo alert ben op dat kantelpunt. Het gaat natuurlijk gewoon goed komen. Als ik maar arriveer, maakt mij niet uit hoe of hoe laat.

Er zijn twee dingen waar ik erg naar uitkijk: de hotels annex restaurants als eerste, en de nieuwe volledig voltooide badkamer bij thuiskomst zaterdag als tweede. Ik weet zeker dat ik die badkuip nooit meer uitkom.



26 april 2024

Open armen

 Er is groen licht! Ik mag op een nette manier weg. 

Ik schreef net over het boek Surrounded by idiots dat me veel heeft geleerd over de organisatie waar ik zo graag weg wil, en waar het maar niet wilde matchen. Hele leuke mensen, maar verschil in (onuitgesproken) ideeën en tempo en kernen. Dit is bovendien hun organisatie, niet de mijne. Maar wat een leerschool is dit weer geweest. Ik ga nu terug naar een plek waar ik eerder met heel veel plezier heb gewerkt, en dus erg naar uitkijk. Ja zelf geregeld, maar wat een feest om met open armen te worden ontvangen.

De tegelzetter is vandaag hopelijk voor het laatst aan het werk. En dan flink schoonmaken want Brigitte komt vanavond eten. Ik had gehoopt dit weekend de badkamer te kunnen schoonmaken en inrichten en gebruiken, maar dat is helaas een weekje te vroeg gejuicht. Als ik terugkom van het Twentepad, dan mag ik los.

Ook het boek van Margôt Ros heb ik vanochtend op mijn boekenblog gezet. Daarbij schreef ik dat ik te snel ben gegaan, te snel wil, en dat ik rap terug moet naar de basis, wat dat dan ook mag zijn. Mooi om op het Twentepad eens te overdenken. Alleen ligt daar nu wel erg veel om te doen en te overdenken, ik maak het weer te vol. Grapjas. Want als je loopt denk je op een gegeven moment helemaal nergens meer aan, zo werkt dat nou eenmaal, en dat zou maar zo nieuwe ruimte in mijn hoofd kunnen zijn. Wat ik natuurlijk met open armen zal ontvangen.



25 april 2024

Schuld

 Ik geef het boek Hersenschorsing van Margôt Ros de schuld. Ik leefde mee met haar immense hersenschudding, en prees mijzelf vooral gelukkig dat ik het niet zo erg had. Gaandeweg realiseerde ik me dat ik meer herkende dat ik wilde. Ik ben al aan het rennen terwijl ik het liefst alleen nog maar kruip. Ik geef me niet over aan rust, ik sta nog steeds niet toe dat het allemaal niet lukt, ik stapel er elke twee weken een half uurtje werk bij en ik merk dat ik steeds minder doe, behalve aanwezig zijn.

Daar ben ik tegenwoordig erg goed in: een bureau bezetten en dat 'aanwezig zijn' noemen. Wat het werk naar maakt is de kwestie van de houdbaarheidsdatum. Ik ben er, maar ik doe niet meer mee. Dat merk ik in het feit dat iedereen een fruitmand krijgt bij een verkoudheid, maar ik niet bij een griep, of een hersenschudding. Of dat Marijke zegt: laten we Sjoerd een lief kaartje sturen voor zijn verjaardag want hij heeft een heftig jaar achter de rug. Of dat er geen mens zijn hoofd eens om de deur steekt en uit zichzelf vraagt hoe het gaat. Of dat er een collega is die op mijn vraag hoe het met hèm gaat zegt: dat deel ik niet meer met collega's. Of dat ik een opdracht krijg maar dat er na mijn concept geen reactie komt.

Andersom is al langer duidelijk: De werkplek heeft de houdbaarheidsdatum al in het najaar overschreden voor mij. Ik kon mijn plek niet vinden in de organisatie, en had ook steeds minder zin om daar mijn best voor te doen. Ik was al elders aan het rondkijken en solliciteren toen ik de laatste klap op mijn hoofd kreeg. En toen kon ik niet meer weg. Ik had niemand niks niet meer te bieden. En dat heb ik nog steeds niet, denkt mijn negatieve kant. Dat ligt aan de omgeving, zegt mijn positieve kant.

Sinds ik het boek van Ros las geef ik meer toe aan ongemak, aan verwarring, aan concentratiegebrek. Ik download wel oefeningen maar ik doe ze niet, bang om te falen. En bang om weer de competitiedrang met mijzelf niet te kunnen weerstaan. Wie leest nou drie romans per week? En houdt dat bij in allerlei excelbestanden? Waarom en waarom? Ik leer mijzelf nu dat ik niet per se 5 km per uur hoef te lopen. Dat ik me moet richten op aankomen en dat ik dan niet compleet kapot hoef te zijn.

De oogarts was degene die me zei: wat heeft u veel meegemaakt. Net wat ik nodig had nadat die dag weer een collega aan mij voorbij was gegaan. Verwarrend dat de oogarts het zei, en dat ze net iets anders bedoelde. Maar het was wel de zin die ik moest horen. 



24 april 2024

Bepakking

Het hoofd doet nog steeds niet wat ik wil. Lezen gaat niet, elke vorm van concentratie ontbreekt. Vorige week heb ik niet één boek uitgelezen, en het gemiddelde van drie per week haal ik al helemaal niet meer.

Volgende week ga ik vijf dagen wandelen op het Twentepad. Erg veel zin in, maar het zijn voor mij pittige etappes (de langsten zijn 22 en 26 km) en ik hoop dat me dat met bepakking gaat lukken. Ik loop nu wel bijna elke dag 5-8 km, om te oefenen, en vanmiddag ga ik voor de 5 km met volle bepakking. Tenminste, als het niet regent. 

Ik heb langs de route hotels met goede restaurants geboekt, dus wat uitrusten betreft zit ik helemaal prima. En het wordt volgende week ook nog beter weer dan nu, wat wil ik nog meer? Ik verheug me er al wekenlang op. En toch is de echte zin in de afgelopen dagen weggezakt.

Gisteren liep ik 8 kilometers, ik droeg mijn nieuwe lichte wandelbroek en dat was met 11ºC zeker in het begin behoorlijk koud. Daarna viel ik thuis op de bank in slaap, werd wakker om te eten, en sliep daarna verder. Mijn rug en spieren doen zeer, wat raar is want ik wandel toch best een aantal kilometers per week. 

Maandag zei de oogarts dat alles goed was met mijn linkeroog en rechterholte, dat er wat beschadigingen op de prothese zaten en verder zag alles er prima uit. Ze adviseerde me om, als ik weer een lens wil, een afspraak te maken met de oculist in het UMCG. Allemaal goed nieuws. Maar ze begon de afspraak met een blik op mijn dossier, zei "Wat heeft u veel meegemaakt", en ik merkte dat iets onbekends in mij die woorden wilde vastgrijpen, wat ik snel opzij duwde omdat het me in verwarring bracht. Het laatste ingrijpende wat ik heb meegemaakt zijn deze drie hoofdklappen in twee jaar tijd, en dat herstel is nog steeds heftig en verwarrend en niet klaar, en dit is het even waar het nu bij mij om gaat. Maar dat is blijkbaar niet zo. Haar woorden raakten me omdat ik het verdwijnen van mijn oog er ineens bij optelde.

Ik wist me geen andere houding te geven dan de hoofdtoestand te melden en te vragen of ze het felle licht in mijn oog wat kon dimmen. Even zakelijk blijven, anders word ik in een groot gat gezogen en verdwijn ik, achter mijn oog aan.

Daarna heb ik gefrustreerd wandelbroeken gepast bij de Bever, en slaagde ik wonderwel met armenvol bij de Decathlon, en voor de powerbank van mijn voorkeur bij de MediaMarkt. Vol, voller, volst, en thuis aten we pizza.

Werk lukt overigens niet. Geen concentratie. Als ik een half uur met een collega praat is dat te veel. Dan schreeuwt mijn hoofd om rust en vinden er interne gesprekken plaats als: Zal ik nu al zeggen dat het genoeg is? Laat ik haar nog haar zin afmaken, of sta ik keihard op en loop ik weg?

Het is tijdens mijn wandelweek geen nieuwe maan, wat ik jammer vind. Nieuwe ideeën bedenken en zaaien zou zo mooi passen bij deze tocht. Dinsdag is het wel Walpurgisnacht. Ook een mooi moment om in het oeroude Twente te zijn. Als Freya en Wodan winterdemonen kunnen verjagen, wie ben ik dan om dat niet ook te doen?