"Geloof me nou maar," zei mijn leraar Engels, "Als je een
sonnet van Shakespeare uit je hoofd leert heb je altijd iets waar je op een
party mee aan kunt komen." Dus ik leerde Shall I compare thee to a
Summer's Day, en kreeg het niet meer uit mijn hoofd verwijderd.
We zaten laatst in een eetcafé en mijn moeder mompelde voor zich uit: “Pedro
vertel.”
Waarop mijn vader en ik zonder nadenken invielen: “En Pedro begon: Het
was nacht, pikdonkere nacht. Zeven rovers zaten om het vuur en de roverhoofdman
zei: ‘Pedro vertel’. En Pedro begon: Het was nacht...”
De Huisschilder zat wat ongemakkelijk toe te kijken. Ik wist niet dat ik
hem na bijna 9 jaar nog met iets kon verrassen over mijn familie maar blijkbaar
hadden we dit vers al die tijd niet voorgedragen en zo wel, dan zeker niet in
zijn bijzijn.
Het komt door mijn moeder dat ik soms uitspraken doe als “Goedemorgen,
zeiden de kippen tegen de korven. Komen we er vandaag niet, dan komen we er
morgen. Goedemorgen”.
In het begin keek de Huisschilder nog angstig, nu weet hij meteen “je
moeder zeker”.
Mijn moeder heeft een heel eigen repertoire dat deels bestaat uit oude
reclameliedjes ("Dit is de Biko") en deels uit vanzelf gegroeide
zinnen en verzen. Ik denk niet dat mijn leraar Engels dit op een cocktailparty
of in een restaurant had willen horen maar mij verschaft het veel genoegen om
spontaan met een gezelschap te kunnen declameren over rovers om een
kampvuur.