29 maart 2013

De Roverhoofdman


"Geloof me nou maar," zei mijn leraar Engels, "Als je een sonnet van Shakespeare uit je hoofd leert heb je altijd iets waar je op een party mee aan kunt komen." Dus ik leerde Shall I compare thee to a Summer's Day, en kreeg het niet meer uit mijn hoofd verwijderd.

We zaten laatst in een eetcafé en mijn moeder mompelde voor zich uit: “Pedro vertel.”
Waarop mijn vader en ik zonder nadenken invielen: “En Pedro begon: Het was nacht, pikdonkere nacht. Zeven rovers zaten om het vuur en de roverhoofdman zei: ‘Pedro vertel’. En Pedro begon: Het was nacht...”

De Huisschilder zat wat ongemakkelijk toe te kijken. Ik wist niet dat ik hem na bijna 9 jaar nog met iets kon verrassen over mijn familie maar blijkbaar hadden we dit vers al die tijd niet voorgedragen en zo wel, dan zeker niet in zijn bijzijn.
Het komt door mijn moeder dat ik soms uitspraken doe als “Goedemorgen, zeiden de kippen tegen de korven. Komen we er vandaag niet, dan komen we er morgen. Goedemorgen”.
In het begin keek de Huisschilder nog angstig, nu weet hij meteen “je moeder zeker”.

Mijn moeder heeft een heel eigen repertoire dat deels bestaat uit oude reclameliedjes ("Dit is de Biko") en deels uit vanzelf gegroeide zinnen en verzen. Ik denk niet dat mijn leraar Engels dit op een cocktailparty of in een restaurant had willen horen maar mij verschaft het veel genoegen om spontaan met een gezelschap te kunnen declameren over rovers om een kampvuur.

26 maart 2013

Bountydromen


Vanochtend werd ik wakker midden in mijn transitie naar de 5e dimensie.
Het was de wekker die me uit de sprong wegtrok voordat duidelijk werd waar ik in terecht zou komen.
Wat doe je met een nachtdroom die net even blijft haken achter dat randje wakker worden, en niets anders achterlaat dan wat rafelige hints?
Ik ren dan naar mijn laptop, speur wat rond en hang het antwoord als herinnering op Twitter of op het prikbordje in de bijkeuken.

Jaren geleden lag ik eens ‘s nachts in een zee een eindje uit de kust te zwemmen en te dobberen, met wat andere mensen op vriendelijke afstand. In de buurt stak een kale, steile rots metershoog uit het water. Het was stralend weer, strakblauwe lucht, de hele rambam die je ook in dagdromen kunt treffen.
Ik dacht “waar ben ik toch?”. En ik hoorde of wist, of hoe gaat dat in dromen, ik wist: dit zijn de Seychellen.
Dat moment bleef haken achter de richel ‘wakker worden’ en het eerste wat ik deed nadat ik toen uit bed sprong was ‘Seychellen’ googelen, want ik kende het niet.
Tenminste, niet dat ik wist.
Ik trof die ochtend afbeeldingen van Bounty-stranden en van die enorme rots die uit zee steekt. Van een iets andere hoek dan die waar ik ‘s nachts tegenaan gekeken had, maar het was hem!

Vanochtend rende ik weer eens naar mijn laptop. Wat is dat ook al weer, die 5e dimensie voorbij lengte, breedte, diepte en tijd?
Ik zal het je vertellen: De 5e dimensie is een verhaal waar men het nog niet over eens is.
Boeiend is het idee dat dimensies bewustzijnsniveaus zijn zoals ik her en der kan lezen en die en passent verklaringen geven voor mijn tegenwoordige hoofdpijnen.
Maar nog boeiender is de discussie die volgt op http://www.visionair.nl/wetenschap/universum/de-vijfde-dimensie/ waar de één beweert wetenschappelijker te zijn dan de ander en men aanhangers van de snaartheorie sneue watjes vindt.

Ik probeer te begrijpen wat ik hier wilde doen maar mijn 4- dimensionale brein kan het even niet te pakken krijgen. Dat komt waarschijnlijk omdat, zoals een reageerder op bovengenoemd blog zegt:

Een dimensie is geen fysische realiteit. Het is een wiskundig hulpmiddel (en dan kun je de verandering van de positie in de ruimte er ook nog bijvoegen). Het is overigens vermakelijk dat de stagnatie in de wetenschap het effect blijkt te hebben dat de wetenschappelijke wereld steeds meer trekjes gaat aannemen die verdacht veel lijken op “onvervalste fantasie”.



9 maart 2013

Bossen verjaarsbloemen


“Ik heb zo’n mooi boeket om weg te geven,” leurde ik vorig jaar op Facebook, “Wil dan echt niemand het hebben?”
Het was 14 februari, wat het gesprek uiteraard van bloemen via martelaars en eten terug bij bloemen bracht, waarop iemand schreef dat ze het he-le-maal niets vond.
Omdat smaken verschillen plaatste ik de foto van het mooie boeket bij de eerstvolgende jarige Facebookvriend op haar pagina, die daar zó blij mee was dat ik ook de daarop volgende jarige een boeketje aanbood.
Dat heb ik zo een jaar lang gedaan. En nu is het klaar.

Het was niet bedoeld als ‘lief’, want geven gaat niet om lief gevonden worden. Het ging om joligheid en nog vaker om: hoe vind ik een boeket dat bij de jarige past?

Al na een paar maanden moest het woester en plaatste ik auto’s met bloemen, overhemden met bloemen, lampen, winkels, dode Nederlandse prinsessen met bloemen, broeken, Vikingen, schilderijen, stipjes, gordijnen, taarten, ijsbloemen, trommels met bloemen, en bloemen met vlinders, waarbij ik het dan weer leuk vond om de jarigen van die dag alle 3 een andere bloem-met-vlinder te geven.

Ik heb hier nu nog kasten vol bossen bloemen liggen, eenvoudig maar mooi en kleurrijk. ze blijven hier opgestapeld liggen want de kast is groot genoeg en weggooien is niet mijn sterkste kant.

Dat sommigen niet onmiddellijk met een dikke vette LIKE reageerden brak mijn hart natuurlijk, maar niet iedereen zag ze en niet iedereen wilde ze. Daar staat tegenover dat anderen er echt blij mee waren en er stiekem zelfs op hoopten, zoals ik dan jubelend terugkreeg.
Enfin, ik los de bos.



Foto 1 is van Alain Delorme

1 maart 2013

Man, vrouw, hond


Op de Helperzoom worden veel honden uitgelaten. Het is soms net een open vlakte, die lange weg van Essen naar de nieuwe fietstunnel onder het Euroborg Station. Een vlakte waarop het wel eens hard waait en vooral kleine hondjes stevig aan de riem gehouden moeten worden.
Het lange pad bestaat uit aan elkaar gelegde betonplaten met aan de slootkant een grasberm en aan de straatkant perken met struiken vol rozenbottels.

Het is ook een geliefde strook voor hardlopers.
De anonieme hardloopster die vanochtend de betonplaten op bijzonder elegante wijze nam, zag al vanuit de verte de oude man en het teckeltje de hele breedte van het pad in beslag nemen.
Je zag haar al rennend denken: zal ik links lopen? of kiezen voor het gras in de berm? Of gewoon hard mijn keel schrapen?
De oude man keek geschrokken op toen hij haar voeten hoorde stampen op het pad. Hij trok zijn hondje vlug naar links maar keek tegen een hard gesnoeid perk aan, schatte zijn tijd in en besloot voor de rechterkant te kiezen waar het hondje hem de drassige berm in trok.
Ongelukkig met zijn beslissing durfde hij zich niet te verroeren tot de hardloopster hem had gepasseerd. Maar haar blije “Dank u wel” maakte zijn natte schoenen toch een heel klein beetje goed.