Ik heb
koffiegezet en boodschappen gedaan en wacht nu op de dame die bij mij die koffie
wil komen drinken want misschien kunnen we iets voor elkaar doen, zei ze.
Ik heb geen
idee wat dat zou kunnen zijn.
Wel
herinner ik me een netwerkbijeenkomst en uitwisseling van visitekaartjes en een “laten we eens samen koffie gaan drinken”. Meestal volgt dan een frivole afspraak elders, niet bij mij thuis.
Alhoewel de
overbuurman laatst ook al zo serieus reageerde.
Ik maakte
hem een compliment over zijn reeks sanseveria’s in zijn vensterbank.
Ik vind ze
leuk. En lekker kneuterig.
Dus toen
hij na dat compliment zei: binnenkort ga ik ze verstekken, heb je er
belang bij? zei ik natuurlijk Ja.
Zaterdag
belde hij aan, halfzittend op zijn fiets met een grote zak potaarde op de
bagagedrager balancerend. Hij ging ze die middag verpotten, of ik nog steeds
belangstelling had.
Natuurlijk,
zei ik.
Nu liggen ze
al twee dagen in de motregen achter het huis.
Ik moet
checken of ik genoeg potaarde heb en ik moet potten of bakken kopen. En ik moet niet vergeten dat ze van koude thee houden.
Mensen komen
steeds meer bij me binnen. Ik roep ook steeds vaker Kom maar door de
achterdeur.
Het verrast
me wel.
Net zoals
ik de laatste tijd pas opmerk hoe vaak ik op straat, lopend en op de fiets,
mensen in de ogen kijk, hoeveel contact ik eigenlijk heb of kan hebben als ik dat zou willen.
Laatst kwam
ik Henk tegen die ik niet ken maar die een oranje T-shirt droeg met daarop
groot HENK en iets kleiner: Marathon New York.
Henk was
aan het joggen.
Als hij me
in de ogen had gekeken had ik Go Henk geroepen maar hardlopers kijken alleen
andere hardlopers aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten