Ik dacht “Kip, ik heb je,” toen ik ingehaald werd door
een vrouw met een fijn tempo. “Jij bent degene bij wie ik ga aanhaken en met
wie ik samen over de streep zal komen.”
We waren 3 kilometer op weg, iedereen had zijn plek in de
rij ingenomen en de eerste van de vier rondjes zat er op.
Ze droeg een blauw shirt, zag ik vanuit mijn ooghoeken, en
had heel lang donker haar met hier en daar een grijze highlight.
Onze voeten sloegen in hetzelfde tempo op de weg, onze
armen bewogen synchroon langs onze lichamen.
Mijn nieuwste beste vriendin en ik namen de 2 vrouwen
voor ons als hazen.
Op 4,5 kilometer verloor ze wat tempo, ik liet me iets
zakken zodat zij gemakkelijk weer kon aanhaken, en daarmee hadden we de
grootste inzinking van de middag achter de rug.
“Zullen we dat gat dichtlopen?” vroeg ik haar na 6
kilometer toen onze hazen er vandoor gingen. Het was het eerste wat ik tegen
haar zei. Zo gek, want we waren al een heel rondje een team.
Met haar glimlach kwamen we in gesprek.
“Hoe lang loop je al?”, en “Is dit de eerste keer dat je meedoet met de Ladies
Run?”, werden door haar beantwoord zonder te hijgen.
Twee jaar geleden had ze haar laatste operatie gehad.
Ik wierp een blik op haar borsten, die er niet meer
zaten.
Om de kans op osteoporose te verkleinen had de arts haar
aangeraden na de chemo te gaan hardlopen, wat ze meteen had opgepakt en waar ze
erg van was gaan houden.
Haar borstkanker was erfelijk, ze maakte zich zorgen om
haar twee dochters. En ze moest bekennen, zei ze wat beschroomd, dat ze ook
liep voor haar nichtje die vorige week was overleden aan dezelfde ziekte. Je
weet maar nooit of ze iets aan die gedachte kon hebben, waar ze ook was.
“En jij?” vroeg ze, “Loop jij ook voor iemand?”
Ik keek naar het roze shirtje dat schitterend om mijn C
cup spande.
“Ik hou gewoon van hardlopen,” zei ik. En ik besloot om
voor mijn nieuwe beste vriendin onze beide PR’s aan diggelen te lopen.
God, wat prachtig opgeschreven!
BeantwoordenVerwijderenMarjan
Mooi Moniek
BeantwoordenVerwijderenPret