Ik stootte mijn bovenhoofd heel hard aan de
uitgang van zo’n stalen schip.
Het is de schuld van Klaas, die zette me
nog aan het nadenken toen ik naar boven liep, al weet ik nu niet meer waaraan.
Of van Marie-Jeanne, die een vorige gast bij zijn vertrek nog waarschuwde “Pas
je wel op je hoofd Lennert!”, waar ze dat bij mij niet deed, maar misschien was dat omdat ik toen om die waarschuwing moest lachen.
Of eigenlijk van Ilona die mij bij
binnenkomst begroette met alleen maar complimenten over mijn gebit en mijn
entree, waardoor ik me afvroeg of ik ook zo’n exit zou maken.
Nou, dat deed ik inderdaad.
Boing en Klap en Au, en even op de hurken wachten
tot de pijn wegtrekt.
Wat niet gebeurde.
“Ai! Gaat het?” klonk het vanuit de diepte.
“Ja hoor! Absoluut,” riep ik terug, “Even
bijkomen van de schrik!”
Het was helemaal geen schrik, het waren
helse hersenschuddingpijnen.
Maar ik voelde me zo ongelooflijk dom dat
ik gewoon een beetje ging liegen.
Niks aan de hand, opstaan, boven mijn hoofd
tasten naar de beschikbare ruimte, rustig en beheerst mijn voeten op het dek
zetten. Dan een trapje af, kalm lopen langs de kade, zorgen voor een
gecontroleerd ritme, en op de lange trap naar boven dan toch zachtjes piepen van de pijn
en zelfmedelijden. Maar dat mag want dat is buiten gehoorsafstand.
Oei, "helse hersenschuddingpijnen", dat klinkt niet fijn - gaat het intussen alweer een beetje?
BeantwoordenVerwijderenHet gaat al weer. Gelukkig.
BeantwoordenVerwijderen