De enige keer dat ik naar Pinkpop ging,
ergens in de jaren 90, heb ik niets meegekregen van de bands die daar speelden.
Ik was druk met kijken naar de opstelling van camera’s en tv-crew, want ik werkte in die tijd bij
de Kindertv van het Academisch Ziekenhuis en wilde zien hoe een professionele organisatie dat aanpakte.
Ik lette ook op de
verkooppunten en de prijzen van de horeca, want als verse barkeeper van een verse kroeg hou je toch een oogje op wat gangbaar is.
En al die mensen in een officieel Pinkpop
T-shirt hadden ook mijn aandacht: wat deden die vrijwilligers precies? En hoe? En kon ik dat als vrijwilligerscoördinator van Noorderzon en het
Bevrijdingsfestival ook naar het noorden halen?
De bands zijn dat festival volledig aan mij
voorbij gegaan omdat ik me verlustigde in een duur weekendje beroepsdeformatie.
Ik voel me zo bloot als publiek. Om achter de schermen
vandaan te komen en zonder nut of een taak te staan.
Publiek zijn is kwetsbaar zijn. Ik vind
publiek heel knap.
Ik denk met bewondering terug aan mijn
nichtje dat vroeger bij voorstellingen in het Kruithuis meteen bij binnenkomst haar schoenen uittrok en gezellig in kleermakerszit helemaal opging
in de voorstelling.
Dat wil ik ook. Maar ik vind wel dat het erg veel tijd kost om daar te komen!
Laatst had ik een culturele dag
waarbij ik oud-opdrachtgevers bezocht.
’s Middags liep ik rond bij de
fotomanifestatie van Noorderlicht in de Suikerfabriek. Ik dwaalde tussen de tentoonstellingen
en dacht maar een hele klein beetje aan alle voorbereidingen die ik nog zo goed
ken. Toen ik steeds méér ging denken aan tekstbordjes, plattegronden en magazines schudde ik even met mijn hoofd, lette gauw op ander, écht publiek en deed zoals
zij deden: loop kijk lees loop kijk lees.
’s Avonds leunde ik in de Stadsschouwburg achterover in het pluche. Het kostte me verrassend genoeg geen moeite om me af te sluiten voor al die zaken achter de schermen. Hoeveel
buffetten open, hoeveel publiek dus, waar blijven de acteurs, hoe laat vertrekt de portier en dat de
opstelling voor de inleiding inderdaad kan blijven staan. Ik dacht er pas aan toen Techniek en Floormanager bij ons aan tafel schoven tijdens de nazit. Als een restantje scherm, net als de vriendinnen met wie ik die dag op pad was en die nog steeds bij die instellingen werken.
Ik hoor niet meer bij dat wat gemaakt is. Ik hoor nu bij dat wat komt kijken.
Dat is goed en daar ga ik zo goed in worden dat ik in kleermakerszit kan kijken.
Wel met speciale slofjes aan natuurlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten