3 september 2014

Plattelandseten

"Dus," zei hij bij thuiskomst, doodmoe van 13 dagen aaneengesloten werken en hevig verlangend naar een ontspannende aflevering van Dexter, "Jij wilt vanavond met mij uit eten?"
Arme Man. Ik heb het hem niet aangedaan.
Ik wil natuurlijk wel elke dag uit eten, maar ik had al een bak humkessoep uit de diepvries gehaald om 's avonds op te warmen. Humkessoep is geloof ik Twents en de Man is dankzij Balkenbrij huiverig voor alle gerechten waarvan ik zeg dat ze Twents zijn. Het schoot me er over de humkessoep ook al uit voor ik het in de gaten had. Ik kreeg een wantrouwige blik en een "toch niet óók van afval hè?" terug, omdat slachtafval ooit als basis diende voor de eerste balkenbrijen.
Toen ik nog in Twente woonde maakten mijn ouders iedere winter samen balkenbrij. Mijn moeder hield de pan stevig vast en mijn vader hing er boven met de boormachine waarop hij een forse haak gemonteerd had. Rondom het fornuis was alles wit van de bloem, inclusief mijn ouders die een half uur lang in dezelfde houding stonden. Lever, bouillon en bloem werden in de pan een grauwe, kleverige smurrie, die ondanks de grote hoeveelheid piment nergens naar rook. Ze schepten het in 10 schalen die ze in de kelder plaatsten of weggaven. Het water loopt me nu al weer in de mond.

Maar nee, in Humkessoep zit scharrelbig.
Het is soep van groene en witte bonen, een stuk vlees, ui, prei en aardappel. En niet gepureerd op het eind maar gewoon met lekker grove stukken, een beetje van mijn Mam en een beetje van Mijzelf.
Ik heb een foto gemaakt van het stilleven van ingrediënten, bij wijze van recept-notatie.

Ik maak wel vaker recepten naar aanleiding van foto's. Met Kerst waren we bij de schoonfamilie in Doesburg, waar een boek over hun stad op tafel lag. Ik bladerde wat door de herinneringen van andere mensen en las een stuk over de mosterdfabriek waar het stadje trots op is. Nu schijnt de huidige mosterdmaker dolgraag met pensioen te willen maar niet te kunnen omdat hij geen opvolger heeft, waardoor de fabriek met sluiting wordt bedreigd. Ik maakte met mijn telefoon foto's van het recept voor de typische mosterdsoep met echte Doesburgse mosterd, dat erbij stond, opdat ik de mosterdmaker niet zal vergeten.
Laatst heb ik het gemaakt, met heerlijke mosterd uit de Marne, want daar woon ik dichter bij. Niet dat ik op de fiets een potje kocht aan de fabrieksdeur, dat had oom Albert al voor me gedaan. En bovendien, als ik de weilanden in zou trekken om te foerageren vind ik eigenlijk dat ik dan ook het vlees van het abattoir en de melk bij de boer moet halen en ik heb geen goede melkfles of thermosfles om de melk in te laten tappen. Dat lijkt me toch het meest ideaal, ook voor de boer. Tenzij die wegens regulering van het een of ander een absoluut verbod heeft op verkoop aan de deur. Dat kan natuurlijk ook en is volgens mij niet eens zo vergezocht.
De Groningse mosterdsoep was heerlijk.
Ik zou nog wel eens uit eten willen op het Groningse platteland, waar ze op Groningse wijze plukken, slachten en tappen, ik noem daar een Piloersemaborg in Zuidhorn. Net iets te ver om te fietsen, maar dat moest ik maar niet aan oom Albert overlaten. Zeker niet vanwege de wijnen die ze daar zo graag schenken.
Er schijnt ook een Twentse wijnboer te zijn, bedenk ik. Eens kijken of ik een foto op internet kan vinden.





2 opmerkingen: