21 maart 2014

Ik schudde veel handen. De helft zei “Hé, ik ken jou toch?” en iemand kende alleen mijn naam van een bestuur op afstand waar we samen in hebben gezeten. Zij praatte met de ogen dicht maar ik denk niet omdat ze mij eng vond.
Ik keek naar haar oogschaduw. Het was fijn dat ze die zo vaak liet zien. Die kleur grijs heb ik wel eens als kleur van ogen gezien, nooit eerder van oogschaduw.
In het andere gebouw riep iemand “Niks zeggen, niks zeggen, ik weet het wel!” dus wachtte ik af. Van hem wist ik nog zijn voornaam en beroep, hij wist ineens weer Praagse Lente.
Ik heb veel opgeschreven en tussendoor het interview met de Boeddhistische Dr. uitgewerkt om maar zoveel mogelijk afstand in mijn eigen brein te creëren.
Ik rondde de eerste dag van de nieuwe opdracht af in de loopwinkel waar mijn bestelde schoenen niet waren gekomen. Ze wilden me al uitzwaaien maar ik heb gewoon anderen gekocht. Die eigenlijk veel beter zaten dan we allemaal vermoedden.

Zaterdag ga ik ze inlopen op het eiland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten