5 mei 2012

Brullen op 4 mei


Ieder jaar neem ik me voor om op 4 mei naar het Sterrebos te gaan en het begin van De Stille Tocht mee te maken.
Toekijken hoe mensen aan komen fietsen en lopen, hoe ze een plekje proberen te vinden voor hun fiets, zich bij anderen voegen en braaf wachten tot ze met de wandeling naar de Grote Markt kunnen beginnen.
Zeker toen ik in Helpman ging wonen nam ik me dat vurig voor. Ik zou niet alleen gaan toekijken natuurlijk, ik zou stoer meelopen. Ik zou bloemen bij me hebben, en pepermuntjes. Ik zou een vaste loper worden en anderen stimuleren ook te gaan.
Ik zal je eens wat zeggen: Als het aan mij lag zou de Tocht binnen 3 jaar zó veel mensen op de been hebben gebracht dat er geen toeschouwer meer over was.

Maar dat doe ik dus niet.
Het is een prachtig gebaar, het is een wonderlijk schone traditie die absoluut moet blijven. En alleen al daarom zou ik me vreselijk hypocriet voelen als ik mee zou lopen. Het is namelijk niet mijn verdriet, mijn pijn, of mijn herinnering. 
Ik heb het niet van nabij meegemaakt, ik heb geen voorouders verloren in kampen, ik ken geen mensen die nu op oorlogs- of vredesmissies gaan.
Ik wil best mensen herdenken die zijn “omgekomen of vermoord”, maar voor mij is het net als verdriet voelen op een begrafenis van iemand die je niet goed kent. Anderen hebben daar meer recht op.

Daarbij ga ik nooit naar een begrafenis voor degene die is gestorven. Ik ga voor mijzelf, om afscheid te nemen. Of ik ga voor de nabestaanden, om hen te laten weten dat ik er voor ze ben. Ik ga niet voor degene die dood is, want laten we wel wezen: die merkt daar niet zoveel van.
Dus voor wie zou ik dan Een Stille Tocht lopen? Voor mijzelf en de nabestaanden? Die ik niet persoonlijk ken?
Of stiekem toch voor De Buitenwereld? Om aan Anderen duidelijk te maken dat we slachtoffers herdenken, oorlogen afkeuren en respect hebben voor de heiligheid van de 2e Wereldoorlog? Om te tonen hoe goed we zijn?


Alle morele afwegingen daargelaten moet ik ook bekennen dat ik dat meelopen natuurlijk helemaal niet durf. Ik jank al de oceanen uit mijn ogen als ik op het Martinikerkhof sta bij de 2 minuten stilte en de kransleggingen.
En alleen al het idéé om zo veel verbinding te voelen met zo veel mensen op één en hetzelfde moment is zo overweldigend dat ik me niet de straat op waag bij de landelijke begrafenis op 4 mei.
Want ik ben een emotioneel eiwitje. Ik jank. De hele weg.



2 opmerkingen: