11 december 2020
Bond
19 oktober 2020
Hoe meer er verandert
Ik pak mijn fiets, trek het hek achter me dicht, en stamp aan de overkant van de straat voorzichtig de natte grassprieten van mijn schoenen. Beetje dom om nat gras te willen maaien, ik gaf het na drie paden eindelijk op en was daarna langer bezig om de maaier en kantjesknipper schoon en droog te krijgen dan dat ik ze gebruikt had. Ik heb het behaaglijk warm in mijn tuinjas die stamt uit de jaren tachtig. Het is de lichte versie van de jas die mijn toenmalige vriend ook had. Ik waakte er in die tijd wel voor om nooit tegelijk met hem die jas te dragen. En al is hij oud, hij is nog steeds mooi en warm (de jas, niet de ex) en vertoont nergens rafels of scheuren. Ik koester hem (nog steeds niet die ex, ik weet niet eens waar die woont, laat staan of hij die jas ook nog heeft).
Uit een zijstraat van rechts zie ik vijf jongens op de fiets naderen. Ik ben ze net voor, en rem dan een beetje af zodat ze me inhalen, je zult mij nooit aan de kop van de polonaise vinden. Ik zie vijf kort geknipte koppies boven vijf zwarte jassen, vijf zwarte broeken, vijf paar lichte gympen en vijf keer blote enkels. Ik ga niet zeggen wat ik dacht.
28 juli 2020
Uitgang
Voor het eerste zette ik mijn fiets vooraan in de fietsenkelder en reed niet door tot de plek voor brede fietsen waar ook de binnendeur naar het Forum is, die er bovendien toch afgesloten uit zag.
Ik wilde per se bij de uitgang naar binnen en wachtte tot mensen naar buiten kwamen zodat ik tussen de schuifdeuren kon glippen. Zoiets voelt altijd als wachten tot je kunt inspringen terwijl twee meisjes het grote springtouw draaiend houden.
Op het kaartje stond Rabo Zaal 1e verdieping west.
Ik pompte gel op mijn handen en nam de roltrap naar de eerste waar ik zocht naar verdere aanwijzingen. Want hoe kom je op de 1e van Oost naar West? Niet.
Ik nam de roltrap naar beneden. Bij de officiële ingang stonden mensen binnen koorden te wachten tot ze gecontroleerd werden. Ik voelde me niet schuldig dat ik dit had vermeden toen ik hoorde dat de geijkte vragen werden gesteld. Plus ik had mijn handen ontsmet.
Boven de brasserie in de hoek zag ik een tv scherm melden dat daar de trap naar de Rabo Zaal was. Helemaal niet moeilijk te vinden als je heel toevallig in die ene hoek kijkt waar niets te doen is en waar ik normaal gesproken niet kijk. Het rook er lekker, op de 1e verdieping West, de controleur vertelde dat het bamboehout is, en dat het nog zo nieuw ruikt omdat daar weinig mensen komen. Het wordt gebruikt als foyer bij besloten recepties, dat soort zaken. Hij probeerde de deur naar de bar te openen om me dat te laten zien, ik was nieuwsgierig, maar zijn pasje stond dat niet toe. Daarom duwden we onze neuzen tegen het bamboe en keken tussen de deurspleten door naar een mooie bar met uitzicht over de Nieuwe Markt.
Toen plingde de lift en stoof een verhitte Lydia de gang op. Via de vijfde verdieping West had ze nog even gezocht op de eerste verdieping Oost en ik wilde wel vragen hoe ze in een lift op West kwam, maar eigenlijk was ik vooral heel blij dat ik die dag recalcitrant genoeg was geweest om door de Uitgang naar binnen te gaan en adviezen van welwillende medewerkers had vermeden.
De film was mooi, de jongste dochter speelde grandioos en als fijne verrassing zagen we Hadewich Minis op Mallorca Lang zal ze leven zingen. We verlieten het Forum door de Uitgang.
27 juli 2020
Vechten
Ik geef weer toe aan die toevallige terrasafspraken. Zonder aanraken, met afstand houden, en instinctief terugdeinzen voor de nieuwe barkeeper, ook al is hij een vers gepubliceerde schrijver van verhalen over zijn Ikea-leven.
Ik ben net klaar met cijfers voor de kwartaalaangifte en heb mijn lijstje met vragen over de houtbestellingen geformuleerd, als de zus me vraagt of ik een wijntje bij Mulder kom drinken, wat een van mijn lievelingshobby's is ook al gaat Mulder verhuizen naar de Minnaar.
Tijdens onze wijn loopt haar dochter langs, we vinden haar leuk omdat ze zo open en direct is en een hele leuke broek draagt. Ondanks dat wil ze niks met ons drinken want ze moet zo werken. Ik zie haar anderhalf uur later een terras op de Vismarkt opbouwen en dan zwaait ze alwéér heel blij.
Het zit fijn op het strookje stoep, ook al is dat in de rook van iemand die heel attent voor zijn tafelgenoot de andere kant op blaast. We wuiven het weg, en als we ook zelf willen verdwijnen komt een vriendin de hoek om. Nou vooruit, nog eentje dan.
We zijn het met elkaar eens dat je een relatie pas kunt beëindigen op het moment dat er een waarheid van een koe je hoofd binnendendert en er niet meer uit komt. Zoiets heb je nodig, zo'n zetje dat je laat zien tegen hoeveel onzin je steeds hebt gevochten en dat er niets zal veranderen.
Nou, zeggen we, dat verdient nog wel een wijntje. Waarna we onze hoofden schudden over alle stupide bazen die we hadden. Blijven vergt vaak moed maar is meestal heel stom. En dan kun je wachten tot je gered wordt door een waarheid als een koe, je kunt ook eerder bedenken dat je helemaal geen zin meer hebt in een gevecht dat gaat om het ego van iemand anders.
Misschien vindt het echte stierenvechten helemaal niet plaats in Pamplona.
24 juli 2020
Een buiging voor de regels
23 juli 2020
Prut
Mijn energie was al dagenlang prut. Ik moet dan ook al dagenlang denken aan het eten dat we elkaar in de studententijd voorzetten: zilvervliesrijst, satésaus en een prutje van ja, dat weet ik dus niet meer. Ui en prei natuurlijk, gehakt, en dan misschien wat paprika?
We noemden het glorieus Prutje en we zeiden dat het niet gebonden was aan voorschriften, maar ondertussen.
Laatst stelde ik voor om dat te eten, uit een spontane behoefte aan zilvervliesrijst maar vooral omdat ik er achter wilde komen wat de ingrediënten ook al weer waren. 'Al doende leert men' en dat op zijn middelbaars: 'al doende haalt men terug uit krochten en fietsenkelders'. Het voorstel stuitte op weinig enthousiasme, zacht uitgedrukt. Niet iedereen wil zich dat studentenvoer kunnen herinneren.
Enfin, op het terras was het goed toeven, ook met kamillethee waar ik van mijzelf mee moest beginnen vanwege die lakse energie.
Ik weet niet of het door de thee kwam, maar ik zat daar en ik hoorde mijzelf ineens praten en lachen en actief luisteren en energieker zijn dan ik de afgelopen twee dagen was. Buitenshuis zijn, me onder de mensen begeven doet me blijkbaar toch meer goeds dan ik denk. Al die maanden beviel het me prima om niemand te zien, om met zijn tweeën kluizenaar te zijn, om één keer in de week boodschappen te doen en alle voorstellen tot 'live' afspraken tegen te houden. Ik hield ervan.
'Het was ook niet niks,' zeggen ze dan, 'natuurlijk zijn we moe en hebben we geen energie meer,' heet het.
Het duurt wel even voordat ik daarin mee wil gaan. Koppig bestrijden dat ik ben als iedereen.
Thuis vond ik een nieuwe buitenkraan en twee contactdozen buiten aan de gevel. Cor klust gestaag door tot volgende week het hout voor de bijkeuken en keuken wordt gebracht en iemand komt om de nieuwe ketel te installeren. Zelden heb ik hem zo vaak horen fluiten en zingen als nu. Het lijkt wel een feestje.
22 juli 2020
Maskerade
21 juli 2020
Fles
Voor het eerst in de acht jaar dat ik in het bestuur van de kunstruimte zit gaan we samen uit eten. We doen het altijd rustig aan met de centen, gooien niets overboord, en dan nog weet een commissie heel zeker dat we wel met minder geld toe kunnen.
De directie houdt het al dertig jaar vol om talent te scouten en te scoren, ze hebben landelijk en internationaal een geweldige reputatie, trekken altijd weer jong publiek, en toch bedacht die commissie dat we het allemaal niet meer kunnen bijbenen, dat we paradoxaal genoeg te veel activiteiten ontplooien, en dat het wellicht tijd is om jongere initiatieven een kans te geven.
Welk jonger initiatief, vragen wij ons dan af.
De mammoet die al jaren niets produceert omdat er al jaren geen pit meer in zit, maar sinds kort zelfstandig is en daarom als 'jonge instelling' geldt en een smak duiten mee krijgt? Of het jongere initiatief dat in pop-ups werkt, door We the North is omarmd als het enige dat echte sympathie verdient, en bij 'onze' directie met enige regelmaat om raad en steun aanklopt?
Of de club die volgens de commissie meer geld moet krijgen dan wij, om helemaal niks te doen behalve zichzelf en de panden die ze in beheer hebben in stand te houden?
Ik ken weinig mensen die zich met zoveel vuur wijden aan het tentoonstellen van werk van jonge kunstenaars. We zijn weliswaar geen jong initiatief, maar trekken wel het jonge publiek en stellen wel werk van jonge talenten tentoon. En hoe onwerkelijk is het dan dat we steeds hard moeten roepen om gezien te worden, in plaats van dat de directie overal waar ze hun gezicht laat zien onmiddellijk op een schild wordt gehesen?
We hadden het tijdens het etentje maar eens niet over hoe hard we hebben moeten werken om de wethouder een praatje te laten houden op de opening van de jubileumexpositie, hoe weinig vruchtbaar de 'nee we krijgen écht héle goede' persberichten zijn, hoe volhardend onze pogingen zijn om de gemeenteraad te laten zien wat we überhaupt doen en welke rol we spelen in het landschap.
Soms voelt het als trekken aan een dood paard dat in de woestijn ligt en waar we roepend omheen staan.
Dus vierden we alles wat er is en was en hopelijk nog heel lang zal zijn, en vonden we die ene extra fles, of twee, ons wel gegund.
20 juli 2020
Wennen
Zo snel kan ik aan iets wennen.
Net hing ik de was op, trok het dekbedovertrek binnenstebuiten, wat ach nee helemaal niet de bedoeling was, en dus roep ik dan 'Command-Z', tegen het zware overtrek. Waarna niks gebeurt. Niet uit zichzelf tenminste, en ik was echt even van mijn apropos dat ik dat hele verdraaide gevaarte zelf weer binnenstebuiten moest trekken.
Ongedaan maken is standaard Command-Z, is dus een fluitje van een cent, is helemaal niet zelf in actie komen.
Ik wen ook heel snel aan dingen die helemaal niet kunnen.
Laatst fietste ik naar huis toen ik me realiseerde dat ik geen sleutels bij me had.
Ik woof wat voor mij uit. Want wat zat ik me druk te maken, ik had immers mijn telefoon bij me en ik zag al voor me hoe ik de app voor het slot van de achterdeur zou houden waarna deze natuurlijk gewoon opent.
Ik zag het voor me. Alsof ik dat elke dag doe.
En ik kan er maar niet aan wennen dat dit nog niet kan.
16 juli 2020
In Borne
Pa heeft geen zin om uit te gaan, hij wil liever met vrouw en dochters eten in de eigen tuin aan de eigen tafel, en zo luid kunnen praten en lachen als hij zelf wil. Hiermee boort hij ons wel cocktails door de neus, maar zo lang er wijn ligt te koelen kan ik daar overheen komen. Hij verruilt zijn werkkleding voor een net overhemd om ons eten af te halen.
Mijn moeder prikt iets uit de categorie 'Kleine Amigos'. Vindt ze heel erg grappig.
Als ik bel om onze bestelling door te geven vraag ik of ze die cocktails ook voor afhalen beschikbaar hebben. Ik hoor aan haar 'Nee,' dat het een hele rare vraag is en dat ze ondertussen denkt 'waarom eigenlijk niet?'
Natuurlijk is het een rare vraag, maar ik vind het grappig om rare vragen te stellen.
Na het eten maken we een wandeling naar de ijssalon in het centrum en voor het eerst vallen mij de mooie huizen en gevels op in de Grotestraat, wat mij in al die jaren dat ik er als klein kind en puber rondfietste nooit ene moer kon schelen, maar daar ben je puber voor. Als vrouw van middelbare leeftijd ontkom ik niet aan die ongein van waardering voor, en instandhouding van, dat wat leefbaarheid betekent, en waar ik grote verhalen vermoed.
In de ijssalon wijs ik naar een hoorntje, ik wil nu het liefst 'cono' zeggen, het is voor het eerst dat ik merk hoe graag ik nu in Italië op een camping had gestaan, en verman me. 'Zo een,' zeg ik maar als ik niet op het woord kan komen, eigenlijk net zoals ik in Italië vaak doe.
We lopen via de andere weg terug, staan stil bij het klooster waar ma's tante Lena woonde als zuster Alexandra, bij onze oude muziekschool die nu voor een miljoen te koop staat, bij de mooie gevel van de Dames de Man die een lampenzaak bestierden, de slijterij van Van Wanrooij met de gedoogde minikroeg in het steegje, en Villa Meijling aan de ovonde dat nu een verzorgingshuis is. 'Héél duur!' jubelt ma over straat, wijzend met haar Nordic stok.
We pikken de andere spoorwegovergang mee en in het laatste stuk vertelt pa hoe verbaasd hij is als mannen van zijn leeftijd het liefst terugkijken op hun leven. 'Daar ben ik nog helemaal niet aan toe,' zegt hij, 'Ik heb nog veel te veel te doen. En ik moet er niet aan denken om nu in een of ander appartement te trekken en niet te genieten van de opbrengst van alle klussen waar ik nu mee bezig ben.'
De volgende dag bij het ontbijt heeft hij de bretels al weer over zijn zwarte t-shirt gehesen, klaar om heel veel dagen toe te voegen aan zijn eigen verhaal.
14 juli 2020
Palazzo
Waarom heet dat trouwens Bubbel? Waarom niet Tent?
12 juli 2020
Spit
Ik sta op met gejammer en ga zitten met gejammer.
Ja, jammer.
De vrienden app ik dat ik een blogje van hun hand graag tegemoet zie, om eventueel hier als gastblog te plaatsen, waarop Rolf een uitgebreid verslag van deur tot deur en weer terug schrijft. Het is te lang, laat ik hem weten, maar voor inkorten is bij hem de lol er af. Ik mag wel vrij quoten, zegt hij, waarop ik met mijn ogen over de tekst vlieg.
Bij een rondleiding door het huis stuiten ze op halters '...die ik even met de voeten aanraakte (...) dat ik aan Moniek en haar spit dacht. Het idee ze een paar seconden op te tillen was daarvoor voldoende.'
'We dronken op het huis, de schrijversclub en op Moniek,' lees ik, en dat het een poëtische middag was waar de drank rijkelijk vloeide.
Ik grijns, geef het jengelende kind een trap en schenk een glas ijskoud 0% bier in voor mijzelf.
Proost, lieve oud-klasgenoten!
11 juli 2020
Maling
10 juli 2020
Kapper
8 juli 2020
Invloed
Schrijfster Kelleigh (...) Greenberg vertelt over de high society in New York waar hij zijn grootste vriendinnen heeft die hij op een gegeven moment belazert door hun geheimen, nauwelijks verhuld als essays, te publiceren. De dames nemen daarna afstand. Maar tot die tijd oefent hij aan alle kanten zijn invloed op hen uit.
Ik werd om half 6 wakker en opende dat nachtboek bij een scene waarin Slim Keith, een van Trumans vriendinnen, met haar goede vriendin Lauren Bacall (wat een wereld) in Parijs is en onder haar ogen ziet gebeuren hoe haar man wordt ingepalmd door ene Pam Churchill die we natuurlijk niet mogen.
Twee hoofdstukken later, als Pam inmiddels is getrouwd met de man van Slim, nodigt Truman al zijn Swans uit voor de lunch, met de bedoeling om Pam voor schut te zetten. In mijn ogen een nare en niet gelukte actie, waar de boekpersonages, gelukkig maar, anders over denken.
Het eerste uur dat ik op ben, een was in de machine gooi, koffie in het filter smijt en stampvoet omdat ik mijn bril niet schoon krijg, dat uur waarin ik wacht tot Cor beneden komt en een fout woord gaat zeggen, ik de buien buiten al weer zie hangen en mijn Morning Page-notitieboek verfoei om de slappe kaft, is een heel stom uur.
Ik schrijf het een paar keer in hoofdletters: STOM STOM STOM.
En het allerstomste is dat Leland Hayward zomaar die prachtige Slim verlaat voor een doos, een muts, een taart. We lachen boven de krant als ik dat eruit brul en er zelf van schrik.
Mevrouw Greenberg heeft me op een verkeerd been de dag in gemanipuleerd.
7 juli 2020
In de buurt
6 juli 2020
Twentyfour
'Hé hoi,' zeiden we, 'Dat is lang geleden! Hoe gaat het er nu mee?'
Nou, het gaat heel erg ouderwets van dik hout zaagt men planken. Hoofdrolspeler Kiefer of nee Jack natuurlijk, is mansplainer van het eerste uur, mannetjesputter, alfabeest, en zo nog meer. Het stond me niet zo bij van die eerste keer. Of had ik dat verdrongen?
Na vier avonden maal drie afleveringen zijn we aardig onderweg om elkaar opnieuw te leren kennen en ik vind het gehalte 'O ja!' voorlopig nog prettig genoeg om te blijven kijken.
We moesten wel graven hoe we elkaar de eerste keer hadden ontmoet. Dat was beslist vóór het Netflix-tijdperk, kan niet anders. Maar hoe dan? Illegaal gedownload? Nee, niet negen seizoenen maal 24 afleveringen, veel teveel moeite.
Om tussendoor even adem te halen, het is best spannend, bladerde ik door mijn nieuwsbrieven die sinds mijn breuk met Facebook enorm in aantal zijn toegenomen. De Happy Foodie is er een van, er stromen altijd liters water uit mijn mond als ik die lees. Wat me deed denken aan het nieuwe restaurant om de hoek, dat de plaats gaat innemen van het mislukte Italiaanse avontuur Alice, ooit de hemel ingeprezen door de Volkskrant, daarna afgebrand door andere bezoekers (waaronder wij). In het begin, en vóór de laaiend enthousiaste VK recensie, liep het niet zo hard, dus trokken we op een zomeravond een mooie blouse en jurk aan, klaar om ons zeven gangen lang te laten verwennen. Als Italië-gangers verheugden we ons zeer, als Bourgondiërs werden we zwaar teleurgesteld. Het enige dat ik me van die avond herinner zijn de wijnen, de balsamico-azijn en de rekening.
Het nieuwe restaurant heet Bisque en we zijn benieuwd.
Vóór Alice er zat was de toko eigendom van Rolf. Hij runde daar een videotheek en adviseerde ons prachtige series als The West Wing en, verdomd, Twentyfour.
5 juli 2020
Thee
3 juli 2020
Onderweg
De directie was fit en vrolijk, zoals ze altijd zijn, nog nagenietend van de finnisage, behorend bij de tentoonstelling die nog steeds hangt maar niet meer open is voor publiek. Ik wijt het aan de gemberthee, die energie. Laat ik hier even een aantekening van maken op mijn boodschappenlijst.
Mijn paraplu kon ik de hele terugweg dichthouden. Ik had Chinese oortjes in en luisterde naar de podcast van Maartje Duin over het slavenhoudersverleden van haar voorouders, waarbij ik zo langzaam mogelijk liep om én de podcast te volgen, én ruimte te hebben om mijn gedachten te laten komen, én natuurlijk ook om in het juiste verbrandingstempo te zitten.
Ik dacht aan de blauwe jaren-zeventig-jurk van Anna en appte haar om foto's, waarbij ik de opzet had om als volgende app te vragen hoe 'haar' vintagewinkel in Amsterdam ook weer heet.
Ik dacht er aan dat er in twee dagen tijd drie mensen zeiden dat ik ook wel erg snel weer aan het werk was gegaan, en waarom die mensen dat dachten.
Ik realiseerde me dat ik als wandelaar mensen op de fiets nooit in de ogen kijk, en probeerde uit wat er gebeurt als ik dat wel doe. Dat is dus echt heel eng. Pas later begreep ik dat het veel enger is voor de fietsers omdat mijn rechteroog niet helemaal meekijkt.
Ik vroeg me af waarom veel wandelaars en hardlopers liever op het fietspad lopen dan op de stoep, en dat ik zo'n vreselijke fatsoensrakker ben die altijd de neiging moet onderdrukken om mijn afkeuring hardop te laten blijken.
En toen riep een fietser mijn naam en was dat Anna, die mijn appje had gezien en me de foto's van de blauwe jaren-zeventig-jurk ter plekke toonde terwijl fietsers en wandelaars om ons heen suisden zonder commentaar te leveren op de onhandige plek waar we stonden.
2 juli 2020
Bureau
Van tevoren zwaaide ik de plumeau nog even in het rond, schoof de stoelen ver uit elkaar en zette de laptop klaar op de juiste skype-naam van de penningmeester.
De planten hadden al twee weken geen water gekregen dus ik dompelde ze onder, of misschien moet ik dat anders formuleren: ik verwende ze, ik gaf gul, ik zorgde goed voor ze en ik maakte mijn excuses dat ik ze vorige week zo alleen had gelaten.
Als het mooi weer is zit ik het liefst in mijn tuin, en zie ik een maand of twee weinig van dat superbureau. Vorig jaar nam ik de planten mee naar huis, waar ze het goed hadden. Sommigen hebben toen zelfs overzomert in de tuin waar ze helemaal van opleefden.
Klokslag twee uur maakte ik de Skype-connectie. 'Er is verder nog niemand,' zei ik met de plumeau als aanwijsstok ('kijk'), en met het gereutel van het koffieapparaat op de achtergrond. Dat vond hij niks erg, kon hij mooi nog even een kop koffie halen. Toen hij was opgestaan bleef ik even kijken naar wat ik vermoedde dat de achterkamer in zijn huis is. Van daaruit had ik zicht op een mooie kamer-en-suite met de ruitjes nog in de suitedeuren, geflankeerd door boeken en boeken en boeken en ik realiseerde me hoe slecht ik deze man ken.
De eerste lijfelijke kwam tien minuten te vroeg. Fijn, want met die eerste kon ik onze laatste reacties bespreken. Nummers Twee en Drie kwamen tegelijk, Drie had zijn kan vol verse thee meegenomen, en net toen we weer boven waren meldde nummer Vier zich, die koekjes uit haar tas haalde.
Het moet niet te gezellig worden, denk ik altijd. Ik ben dan ook een slordige gastvrouw die zich een meegebrachte kan thee en een pak koekjes dan ook vrolijk laat aanleunen.
Met slechts drie punten op de agenda dacht ik ruim de tijd te hebben voor alles. Ik hield dus vaak mijn mond, wat apart is voor mij, zeker als ik voorzitter ben, maar wat heel veel kan opleveren zoals nu een ruime overschrijding van de tijd.
Niemand vond het erg, we hadden zelfs een nazit. De volgende keer zorg ik voor een borrel bij die nazit.
Het was apart om weer eens zo dicht bij elkaar te zijn, en toen ik achter mensen langsliep om de skypenaar naar de vensterbank te verplaatsen vergat ik zelfs om op afstand te blijven.
Ik weet gewoon zelden maat te houden.
1 juli 2020
Camping
Mijn ouders zouden heel dik moeten zijn want ze vieren alles met gebak en elke dag is er wel iets te vieren, maar het harde werk in de tuin en aan verbouwingen en aan revalidaties houdt ze slanker dan ooit, dus we begonnen de dag in de caravan met koffie en zo'n overheerlijke mokkaklets op een dunne koek, onder een knapperig laagje chocolade, om te vieren dat hun kleindochter haar propedeuse had behaald.
'De helft! Doe ons alsjeblieft alleen de helft!' riepen de zus en ik om het hardst. Want er stond nog meer op het voedselprogramma. Ik sneed ze doormidden wat altijd grappig is want ik zie niet meer recht.
Daarna reden we het dorp in om bij een lunchroom een sneetje brood te halen, een Drents eufemisme voor een hele dikke plak brood met fors beleg. Pa rekende af en kwam nog even terug bij de tafel. 'Willen jullie een bonbonnetje?' vroeg hij, wat wij ons natuurlijk geen twee keer laten zeggen, dus kozen we er alle vier eentje uit. Hij bracht een schoteltje met zeven bonbons naar de tafel.
Vier uitgezocht, vier betaald, en drie als een soort toegift gekregen. Daar zeggen wij geen nee tegen.
Terug bij de camping maakten we een kleine wandeling.
'Nu is de halve mokkakoek er wel af,' zeiden we na 300 meter.
'Hier gaat de eerste bonbon!' toen we bij het vennetje waren, en 'Bye bye bonbon twee!' vonden we op de terugweg.
We speelden een potje kaarten, aten twee bakjes chips leeg en stapten weer in de auto.
De vier halve overgebleven mokkakoeken hebben ze 's avonds samen opgegeten. Je kunt zoiets toch moeilijk laten liggen.
29 juni 2020
Onlanden
Lydia heeft daar, dankzij de geërfde hond, een vaste route: fiets aan de paal, rechtdoor, links, links, checken bij de uitkijkpost of de tree al is gemaakt (natuurlijk niet maar dat is ook heel moeilijk wisten wij, want vind maar eens een horizontale plank van hout, ik geef het je te doen), theedrinken bij Natuurmonumenten, linksaf, fiets van het slot halen en door het Stadspark weer naar huis.
Deze route kan ik onthouden.
Het Stadspark puilde uit van overlopende vuilnisbakken, ondanks de aanwezigheid van een vuilniswagen waarin een slaperige vuilnisman met zijn hoofd achterover leunde en zijn ogen gesloten hield.
Op de terugweg, anderhalf uur later, was de vuilniswagen een meter of twee verplaatst en de stapels rotzooi in het park met een metertje uitgebreid.
Die man mag blij zijn dat ik geen toezicht op hem houd.
Het park puilde op onze terugweg ook uit van de mensen. Alsof er een festival was waar iedereen naartoe stroomde, biertjes in de hand, bierbuiken bloot.
Op de drafbaan, achter een gesloten hek, zaten mensen op het gras te luisteren naar iemand met een microfoon. Er waaiden 'eisen' de weg op, en 'weg met de regering'. Ik zei nog dat daar een hele goed methode voor bestaat, om een regering weg te krijgen, maar ze luisterden niet.
Het was verrukkelijk om het park weer uit te zijn.
Ik heb 's avonds nog lang gedacht aan de man in de vuilniswagen.
28 juni 2020
Van de regen in de ton
Dat de ton niet tussen de 100 literfamilie stond was geen punt, het was zo hard gelopen dat de tonnenmedewerker nog niet de kans had gehad om ze aan te vullen. Ik denk ook met dank aan de gemeente die iedere tonaankoop beloont met € 17,50 korting.
We waren de meeste tijd kwijt om de goede verbindingsstukken te vinden.
Helemaal niet moeilijk, zei de ene HB medewerker, de andere knipoogde toen Cor voor de tweede of derde keer zei dat het echt eenvoudiger moet kunnen, toch? De enige logische verbinding, in de ogen van regenton-makers en -verkopers is dat je een stuk uit de regenpijp haalt, van daaruit een klein pijpje de ton in laat lopen en je handen afveegt.
Wij wilden natuurlijk wat we thuis ook hebben: alle opbrengst van een dakgootje mag, via een korte regenpijp, verdwijnen in de ton. Moeilijk, vinden ze dat. Dus we namen twee bochtstukjes van 40 cm, vervolgens een recht stukje van 40 cm, dan een verbinding naar 50 cm en een aparte, bijzonder, koppelstukje naar 80 cm dat op de regenpijp kan. Helemaal niet moeilijk.
Buiten stond inmiddels een rij te wachten om naar binnen te mogen. Het was half 1, we waren verdorie anderhalf uur met die koppelstukken in de weer geweest.
De installatie kostte wat vloeken en zuchten, maar voor de eerste echte bui losbarstte hadden we de oude ton met lekkend kraantje vervangen door een superdeluxe exemplaar.
's Avonds kwam de familie. Mijn ouders staan op een camping in Drenthe waar de regenval het hele veld had blank gezet, waar de hagel de voortent in sloeg, en waar het tunneltje om het dorp in te komen onder een halve meter water stond. Ze hebben alle obstakels triomfantelijk genomen om een paar uur in onze tuin onder het afdak te zitten en Chinees te eten. Het zijn bikkels.
27 juni 2020
Vroeg
Die term voor wat je voelt als jouw aanmelding vergeten wordt en je dus vergeefs wacht tot jouw naam op de lijst verschijnt en je moet roepen om gehoord te worden. Als iedereen complimenten krijgt en tegen jou wordt gezegd: Goh wat verrassend dat je hiervoor koos. Als je niet teleurgesteld bent, of boos, maar iets wat daarbij in de buurt komt en er toch niet echt op lijkt. Een soort schaamte, of misschien toch meer iets als gêne omdat het niet aan jou ligt en je gêne mooier vindt dan plaatsvervangende schaamte. Een mini-ervaring dat je belachelijk wordt gemaakt. Waar 'er boven staan' bij hoort.
Kom, hoe heeft dat nou?
Als mensen naar je glimlachen en je toch denkt: Nee, dit klopt niet. Als je onder tafel moet kijken of je tenen nog wel recht staan.
Als je erbij staat en ernaar kijkt en er niet tussen komt. Als je jezelf betrapt op Duitse uitspraken als Das war einmal en dat afsluit met het Nederlandse Toedeledoki.
Als je pas na uren op het woord Vernedering komt en dat er dan niet iemand in de buurt is om dat te vertellen. Want het is zo stom om te vertellen dat je lang hebt gezocht naar dat woord.
26 juni 2020
Coronastilte
Ik mis het dat ik niets hoef, dat ik me mag opsluiten en dat mensen me niet willen aanraken. Dat mis ik.
We dronken thee in mijn tuin, ik had een stretcher tussen ons in gezet, kussens erop, zodat we daar onze voeten op konden leggen en achterover leunend langzaam bijkletsten, fruit eten en cake en dan ineens een wijntje in de hand hebben.
's Avonds zat ik met drie anderen aan de waterkant, jullie moeten de groeten hebben van de middagvisite, wat zijn dat toch, groeten? en fietsten we in het holst van de nacht naar huis, blij met de man naast mij die zulke vreselijk slimme dingen zegt, en die geweldig lieve dingen zegt over mij, en die het geen enkel probleem vindt om diepe bewondering voor studenten uit te spreken.
Het is allemaal fijn. Zomers. Neigend naar vakantie, maar dat is mijn eigen schuld want ik heb een fantastische tuin en het is ook niet mijn schuld dat het dit wonderbaarlijke weer is (of deels wel omdat ik de aardkloot bewoon en niet stop met vlees eten).
De finnisage waar ik straks naartoe ga en de monoloog die ik vanavond voorlees zie ik nu als onvermijdelijke plicht. Het is me wat te veel want ik heb nog steeds niet het idee dat ik echt rust heb gekregen, dat ik goed naar mijn navel heb gestaard zoals ik dat toch oprecht van plan was te doen nadat ik klaar was met de opdracht voor de provincie.
We fietsten vannacht langs Pitcairn, het kleinste museum van Groningen waar onze avond-gastheer directeur van is. Je kunt het niet fysiek betreden, alleen voor het raam staren.
Dat zou ik wel willen.
25 juni 2020
De afstand
In de gauwigheid kwam The Artists Way langs (maar natuurlijk schrijven we al jaren die morning pages, knikten we driestemmig), en belandden we via de ellende van het afgelopen jaar (nu eens niet de mijne, maar echte dikke vette ellende van een ander), bij de Japanse streek Okinawa waar de inwoners echt heel oud worden en waar ze vinden dat mensen pas volwassen zijn als ze de leeftijd van vijfenvijftig bereiken.
Rond je zeventigste, of vijfenzeventigste, dat ben ik even kwijt, word je dan gezien als bejaarde. Zoals het hoort.
In ons land is een vijftiger een 'senior'. Ik weet niet wie dat heeft bedacht, ik doe er niet aan mee en de mensen om mij heen hebben dat bericht ook niet ontvangen, zag ik op het verjaarsfeestje. Want wat vanuit de keuken het dakterras op liep had volgens de Japanners amper de volwassenheid bereikt.
De zon scheen, de wijn vloeide, de soep smaakte goed en de dames hadden allemaal donker gelakte teennagels.
Mensen hielden 'grote verhalen' nog even voor zichzelf, kinderen studeerden af (hoe zouden de Okinawanen dat grut noemen?), kleding werd bewonderd, werksituaties besproken, en hoewel ik het niet van plan was hoorde ik mijzelf ineens vertellen over dat oog. Ik schrok ervan.
Ik weet niet wat de aanleiding was, een staaroperatie van iemand geloof ik, en ik leefde eerst alleen nog mee qua herkenbaarheid, en toen rolde dat oog-verhaal er weer spontaan uit. Ik hield het klein, hoop ik. Meteen daarna nam ik afscheid.
De gehouden onderlinge afstand werd me sowieso te klein.
24 juni 2020
Stiekemerds
Dat zijn van die overpeinzingen als ik naar De Tuin fiets, waarmee ik gisteren had gewacht tot het heetste moment van de dag omdat ik 's ochtends nog mijn best deed in mijn nieuwe boek te komen.
Ik was dan ook niet van plan om op de tuin veel te doen, in de hitte.
Wie wel?
Nou, Marieke dus, die zich met zonnehoed op verscholen had tussen haar omhoog geschoten tuinbonen. Volgens mij praat ze ertegen.
Samen inspecteerden we de landerijen. Handen op de rug, slenterend in de zon, bladeren optillend en stokken iets dieper in de grond duwend.
Ik wiedde het hoogstnodige, goot een gietertje of twee leeg, en strooide slakkenkorrels tussen de aardappels, de rabarber en de bonen.
Voorgaande jaren kreeg ik een kick van tomaten dieven, en van het nonchalante gebruik van dat woord. 'Grote tomatenplanten,' zei ik laatst op een verjaardag, 'zien er mooi gediefd uit.'
Snakker die ik ben, ik zat veel te ver weg om dit te kunnen zien. Een medegast, medetuinier, mede-dievenliefhebber, zat er met zijn neus dichter bovenop en beaamde mijn observatie, waarna wij wijs naar elkaar knikten. Maar dan nog, sinds wanneer zeg je tegen mensen dat ze hun tuin goed bijhouden? Is dat wel een compliment? Tijdens het wijs knikken, knikte de charlatan in mij het hardst.
Tomaten dieven. Het is een mooie term. Het is het geheim van goede tomaten. En het is een initiatie tot tuinier als je weet waar je de stiekemerds moet zoeken.
'In de oksel!' roep ik dan.
Ik plukte een bak vol aardbeien, een kleiner bakje rode besjes, snoepte in het voorbijgaan van de frambozen, en liet Marieke weer respectvol alleen met haar gesprekspartners.
23 juni 2020
Murw
Normaal zou ik mijn gevechtstenue onmiddellijk hebben aangetrokken en met mijn bazooka op de barricaden zijn geklommen om iedereen wel even wat fraais te laten zien, maar ik kan mijn outfit niet vinden.
Ik ga er vanuit dat ik het heb verstopt op een hele goede slimme plek en dat ik het ongetwijfeld binnenkort wel weer tegenkom, stomtoevallig als ik er niet eens naar op zoek ben.
Gewoon even wachten tot het juiste moment.
Dit is wat ik heb georven van mijn verdwenen oog: ik ben makkelijker geworden in het fraaie begrip Overgave.
'Maak keuzes waarvoor je wilt vechten' is nu verworden tot 'Ach, ik ga er niet dood aan'.
Gisteravond was de leesclub voor het eerst weer live bij elkaar. In een tuin, met dekens en truien en op gepaste afstand. We checkten welke man de Libris prijs had gewonnen en ik zag toen een appje dat iemand die ik kende uit het culturele circuit, was overleden.
Ik heb geen Facebook dus ik wist niet dat het zo slecht met hem ging. Lief dat Natalie dat bedacht en me een berichtje stuurde. Op mijn oude werkplek waren vorig jaar ineens twee mensen heel erg ziek. Iemand met wie ik thee dronk liet zich dat ontvallen, heel per ongeluk, want ze wilde niet roddelen. Ik sprong op van verontwaardiging. Dat is geen roddel! Dat is informatie die ik wil hebben om kaartjes en appjes met Sterkte en Beterschap te kunnen sturen. Ik vertelde het mijn oud directeur die ook van niets bleek te weten. Zij vroeg de nieuwe directeur om haar op de hoogte te houden. Maar nee, daar kon hij niet aan beginnen.
Net keek ik op de Facebookapp van Cor om de laatste berichten van José te zien.
Hij plaatste veel over zijn ziekte en gaf mensen de kans om mee te leven, wat ze elke keer in groten getale deden.
Soms moet ik denken aan een vriendin van vroeger. Toen haar vader stierf aan een hartaanval en de buren langskwamen om te condoleren werden die subiet de deur uitgejaagd. Wat dachten ze wel niet! Stelletje nieuwsgierige aagjes, en het was alleen maar gemene roddelzucht dat ze zich ineens lieten zien.
Ik moet dan ook denken aan de overbuurvrouw die stierf en die ik alleen maar kende van de minigesprekjes op straat, en toch heb ik de hele uitvaart gejankt omdat dat kleine kerkje stampensvol zat en tot de nok toe gevuld was met liefde voor Ineke.
Het is verleidelijk om rouw voor het een te vervangen door rouw voor het ander.
Om even niet bij de les te blijven.
Dat tenue vind ik wel als de tijd er rijp voor is.
31 maart 2020
Kijk nou toch
Kijk haar daar nou eens lekker liggen in een lauwwarm badje met een beetje zout.
Na het poedelen droogde ik haar stevig af en poetste ik haar liefkozend op tot ze glom van pret.
Mijn juf zegt dat een oog onzijdig is en ik geen 'haar' mag zeggen. ik heb het geprobeerd en ik vind er niks aan. Ik ben voorstander van genderrijke organen.
Na het badje belde ik met het CBR omdat ik in De Medische Beschikking las dat het prima is als ik wil autorijden, maar dat ik wel eerst mijn rijbewijs moet laten aanpassen. Internationaal willen ze mijn gebrek terug kunnen vinden als een code.
Ik stak het plein over naar de fotografe en vroeg haar of ze pasfoto's wil maken waarop mijn ogen even groot zijn. Ze deed haar best maar zonder bril zag het er natuurlijk niet uit.
Ik schudde mijn hoofd.
Misschien dat make-up nog iets vrolijks zou kunnen doen.
Ik stak het plein weer over naar de Hema en kocht mascara en eyeliner dat ik voor de spiegel van de fotografe op mijn ogen smeerde.
Mijn rechteroog maak ik op als vanouds. Bij mijn linkeroog gaat dat niet, want als ik dat dicht doe, met het doel om een streepje langs mijn wimperrand te trekken, zie ik niets. Ik heb er wel een truc voor gevonden maar mooi wordt het niet, al was het alleen maar omdat het ene ooglid verder weg woont dan het andere.
Mijn mooie dagen liggen sowieso achter me, zag ik in het schermpje van de fotografe toen ze minder dan anderhalve meter afstand hield om mij het voorlopige resultaat te laten zien.
We kozen de minst lelijke uit, waarop ik ons nieuwe trucje het duidelijkst had toegepast: als ik even beide ogen dicht doe, zijn ze daarna voor heel eventjes even groot.
Ik betaalde voor een flubberende nek, rode oogleden en pafferige wangen.
Ik betaal stevig voor ouder worden.
Buiten keek ik naar mijn schaduw die voor mij uit liep, terug naar het bureau. Mijn opgestoken haar maakte een langwerpig ei van mijn hoofd. Daarna maakte ik een ongelooflijk mooie draai op de hakken van mijn wandelschoenen, trok de knip uit mijn haar en schudde voor een etalage mijn pluizenbos los voor ik opnieuw de fotozaak binnenging.
We maakten nieuwe foto's die me iets minder schrik aanjagen dan de eerdere serie.
'U krijgt ze van mij,' zei de fotografe, die er niet over uit kon hoe mooi mijn nep-oog is.
En nu kijkt ze mij peinzend aan vanaf twee verschillende pasfoto's.
We stonden erbij en keken ernaar hoe ik ineens tien jaar ouder was geworden.
29 februari 2020
Een boek van twee schrijfsters
Toen kwam ze Ann Patchett tegen. De schrijfsters raakten met elkaar aan de praat en Ann vertelde Elizabeth over het boek waar ze mee bezig was. Dat bleek het verhaal te zijn waar Elizabeth nooit aan toegekomen was.
De hoofdpersoon was dezelfde vrijgezelle vrouw van middelbare leeftijd die voor diezelfde baas naar het zelfde Zuid-Amerikaanse land moest om iets te regelen en toen met dezelfde tegenslagen te maken kreeg.
Het kan de geest van de tijd zijn geweest.
Maar daar is natuurlijk niks aan.
Dus vertelt Gilbert het bij gelegenheid zoals ze het verhaal van Tom Waits vertelt. Als er een lied 'voorbij' komt moet hij het snel opschrijven, anders reist het verder naar iemand die er wel naar luistert.
Er lijkt een grote pot met ideeën te zijn, zegt ze, waar iedereen uit kan pakken wat geschikt lijkt, waarvan je zegt: daar kan ik wel wat mee, dat past bij mij.
Ik vind het een leuk idee, dat zoiets zou bestaan. Ik vind het ook leuk dat er niet-bedachte rode draden zijn in iemands leven. Waarom niet? Dat je tegen jezelf kunt zeggen: en nu is het tijd voor huppeldepup, wat je vervolgens je eigen kosmos ingooit, wel ziet wat ervan komt, en dat je het je heel goed herinnert als huppeldepup daarna ook werkelijkheid wordt.
Iemand zei laatst tegen me "Tuurlijk, mensen kunnen zichzelf van alles wijsmaken" en ik was een beetje teleurgesteld dat zij, die zo van literatuur houdt, niet met dat idee mee kon gaan.
Het is niet zo moeilijk om cynisch te zijn en te zeggen dat alleen simpele zielen geloven in een vleugje magie in het leven. Ik doe dat erg graag, en ik baal ervan dat er tijden zijn dat ik het vergeet.
Maar dan lees ik twee boeken door elkaar, van twee geweldige schrijfsters, en als ik het tweede met een diepe zucht heb dicht geslagen herinner ik me het verhaal dat de een ooit het boek van de ander heeft afgeschreven en hou ik weer heel veel van die toevalligheid.
Voor de lol hier een link naar het Tom Waits verhaal.
12 februari 2020
Opstarten
Het nadeel van dit blog is dat ik niet meer weet hoe ik terug moet naar die tijd ervoor. Hoe ik weer gewoon over wufte zaken kan schrijven die me raken.
Ik wil het wel, dus trek ik het me aan als B en T op de verjaardag van N vragen waar nieuwe stukjes blijven, en dat ze niet per se over mijn oog hoeven gaan. En dus vind ik het heel grappig dat docent L drie dagen daarna met een ferme knipoog zegt dat het nou juist zo leuk is om op blogs over andermans ellende te lezen (hij zei 'ziekte' geloof ik, maar dat voeg ik hier nu alleen maar tussen haakjes aan toe omdat de kans bestaat dat hij dit leest en ik hier, in tegenstelling tot in zijn proza-lessen, alleen waarheidsgetrouw schrijf, al vraag ik me nu af waarom).
Geen ellende meer voor mij.
Ik kondig het maar vast aan.
En ik merk vanzelf wel of het oog nog een rol speelt in dat wat me interesseert.