2 juli 2020

Bureau

We vergaderden bestuurlijk op mijn bureau.
Van tevoren zwaaide ik de plumeau nog even in het rond, schoof de stoelen ver uit elkaar en zette de laptop klaar op de juiste skype-naam van de penningmeester.
De planten hadden al twee weken geen water gekregen dus ik dompelde ze onder, of misschien moet ik dat anders formuleren: ik verwende ze, ik gaf gul, ik zorgde goed voor ze en ik maakte mijn excuses dat ik ze vorige week zo alleen had gelaten.
Als het mooi weer is zit ik het liefst in mijn tuin, en zie ik een maand of twee weinig van dat superbureau. Vorig jaar nam ik de planten mee naar huis, waar ze het goed hadden. Sommigen hebben toen zelfs overzomert in de tuin waar ze helemaal van opleefden.

Klokslag twee uur maakte ik de Skype-connectie. 'Er is verder nog niemand,' zei ik met de plumeau als aanwijsstok ('kijk'), en met het gereutel van het koffieapparaat op de achtergrond. Dat vond hij niks erg, kon hij mooi nog even een kop koffie halen. Toen hij was opgestaan bleef ik even kijken naar wat ik vermoedde dat de achterkamer in zijn huis is. Van daaruit had ik zicht op een mooie kamer-en-suite met de ruitjes nog in de suitedeuren, geflankeerd door boeken en boeken en boeken en ik realiseerde me hoe slecht ik deze man ken.

De eerste lijfelijke kwam tien minuten te vroeg. Fijn, want met die eerste kon ik onze laatste reacties bespreken. Nummers Twee en Drie kwamen tegelijk, Drie had zijn kan vol verse thee meegenomen, en net toen we weer boven waren meldde nummer Vier zich, die koekjes uit haar tas haalde.
Het moet niet te gezellig worden, denk ik altijd. Ik ben dan ook een slordige gastvrouw die zich een meegebrachte kan thee en een pak koekjes dan ook vrolijk laat aanleunen.
Met slechts drie punten op de agenda dacht ik ruim de tijd te hebben voor alles. Ik hield dus vaak mijn mond, wat apart is voor mij, zeker als ik voorzitter ben, maar wat heel veel kan opleveren zoals nu een ruime overschrijding van de tijd.
Niemand vond het erg, we hadden zelfs een nazit. De volgende keer zorg ik voor een borrel bij die nazit.

Het was apart om weer eens zo dicht bij elkaar te zijn, en toen ik achter mensen langsliep om de skypenaar naar de vensterbank te verplaatsen vergat ik zelfs om op afstand te blijven.
Ik weet gewoon zelden maat te houden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten