5 juli 2019

Afkicken

'Je moet hier wel over doorschrijven,' zei Rolf. We zaten in de kroeg en die ochtend had ik hem pas bijgepraat, via de app, over mijn afgelopen maanden. Ik geef in zo'n situatie dan een verkorte versie en de link naar dit blog.
Beetje gemakkelijk, maar dan kan iemand zelf bepalen of, wat en wanneer hij/zij iets wil lezen.
Volgende week ga ik theedrinken met iemand die echt helemaal van niks weet. En ook nog eens een enorm gevoelsmens is. Dat wordt veel lastiger.

Gelukkig zie ik er niet uit als een halve gare.
Dinsdag had ik voor 12 uur al vier mensen getroffen die voor me gingen staan en me keurden, de een openlijk nieuwsgierig, de ander voorzichtig. Hun conclusie was dat je er niks van zag, nou ja nauwelijks dan, tot ik begon te draaien met mijn ogen.
Dat moet ik dus niet meer doen, bedacht ik op dat moment. Maar dat wist ik natuurlijk ook pas nadat ik het had gedaan.

Voordat ik donderdagavond naar de kroeg ging had ik een bijeenkomst waarbij twee mensen op de hoogte waren en mijn oog al hadden gezien, en de andere drie van niets wisten. Ik deed mijn best om niet met mijn ogen te draaien maar mijn hoofd recht naar de spreker te richten, wat er ongetwijfeld een beetje raar uit zag.
Kwestie van oefenen en doorzetten. Want ik merkte dat het fijn was om het in gezelschap eens niet over ogen te hebben. Om mensen die ik alleen binnen een bepaalde context ken, ook daar te houden.

In een persoonlijke omgeving kan het ook wel eens zomaar een uur niet over mijn oog gaan.
Dan voelt het alsof er iets ontbreekt, zeker in het begin. Hallo jongens, gaat er nog iemand aandacht aan mij geven of hebben we een olifant in de kamer?
Maar nu ik al een dag of tien mijn oog in heb, iedereen tevreden is en ik voorbij het stadium ben dat ik het oog iedere dag moet schoonmaken, merk ik dat ik die hele toestand wel eens voor langere tijd vergeet. Dat is nieuw en zó lekker!

Dus toen Rolf dat zo zei van door blijven schrijven zei ik nee.
En dus zit ik hier weer. Ik noem het afkicken.



2 juli 2019

Zo lief

Zo lief, die mensen die kaartjes stuurden en bloemen bezorgden of lieten bezorgen. Die belden, op bezoek kwamen en appten. Die gewoon iets van zich lieten horen, hoe klein ook.
Die reageerden op blogs van Mevrouw Moniek, en me een hart onder de riem staken.
Die zeiden of schreven: 'je hebt er vast niets aan als ik zeg dat ik aan je denk', en die niet half weten hoe ontzettend fijn dat is te horen.

Lief, organisaties die begripvol reageerden toen ik opdrachten terug moest geven of maar bij de helft van hun cursus aanwezig kon zijn.
En ook lief: de arts die aangedaan was omdat hij me niet had kunnen helpen.

Zo lief, Baukje die me chauffeerde als ik afspraken in het UMCG had, die bij me bleef wachten al duurde het uren en die tussendoor een prachtig ooglapje fabriekte.
Lief, Nathalie die meeging naar injecties en die me daarna geduldig verzorgde.
Lief, mijn ouders en schoonmoeder die zo vaak belden om te horen wat de artsen nu weer hadden bedacht.
Lief, Lydia die bij de arts mee naar binnen ging en me steunde toen ik voor nieuwe afspraken van het kastje naar de muur werd gestuurd.
Lief, die malle sleutelhanger van Carla, de bananenplant van Marieke en Femmy die een etiket op een wijnfles volschreef.
Maar het allerliefst is toch Cor, die er altijd was en is en van wie ik nog een geweldig ontbijt op bed tegoed heb.