25 juni 2020

De afstand

Voordat de grote schare gasten op het dakterras verscheen zaten we er even met zijn drieën: de jarige, een andere vrouw en ik.
In de gauwigheid kwam The Artists Way langs (maar natuurlijk schrijven we al jaren die morning pages, knikten we driestemmig), en belandden we via de ellende van het afgelopen jaar (nu eens niet de mijne, maar echte dikke vette ellende van een ander), bij de Japanse streek Okinawa waar de inwoners echt heel oud worden en waar ze vinden dat mensen pas volwassen zijn als ze de leeftijd van vijfenvijftig bereiken.
Rond je zeventigste, of vijfenzeventigste, dat ben ik even kwijt, word je dan gezien als bejaarde. Zoals het hoort.
In ons land is een vijftiger een 'senior'. Ik weet niet wie dat heeft bedacht, ik doe er niet aan mee en de mensen om mij heen hebben dat bericht ook niet ontvangen, zag ik op het verjaarsfeestje. Want wat vanuit de keuken het dakterras op liep had volgens de Japanners amper de volwassenheid bereikt.

De zon scheen, de wijn vloeide, de soep smaakte goed en de dames hadden allemaal donker gelakte teennagels.
Mensen hielden 'grote verhalen' nog even voor zichzelf, kinderen studeerden af (hoe zouden de Okinawanen dat grut noemen?), kleding werd bewonderd, werksituaties besproken, en hoewel ik het niet van plan was hoorde ik mijzelf ineens vertellen over dat oog. Ik schrok ervan.
Ik weet niet wat de aanleiding was, een staaroperatie van iemand geloof ik, en ik leefde eerst alleen nog mee qua herkenbaarheid, en toen rolde dat oog-verhaal er weer spontaan uit. Ik hield het klein, hoop ik. Meteen daarna nam ik afscheid.
De gehouden onderlinge afstand werd me sowieso te klein.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten