16 juli 2020

In Borne

Er zit een Mexicaan in het pittoreske dorp, maar we gaan er niet naartoe.
Pa heeft geen zin om uit te gaan, hij wil liever met vrouw en dochters eten in de eigen tuin aan de eigen tafel, en zo luid kunnen praten en lachen als hij zelf wil. Hiermee boort hij ons wel cocktails door de neus, maar zo lang er wijn ligt te koelen kan ik daar overheen komen. Hij verruilt zijn werkkleding voor een net overhemd om ons eten af te halen.
Mijn moeder prikt iets uit de categorie 'Kleine Amigos'. Vindt ze heel erg grappig.
Als ik bel om onze bestelling door te geven vraag ik of ze die cocktails ook voor afhalen beschikbaar hebben. Ik hoor aan haar 'Nee,' dat het een hele rare vraag is en dat ze ondertussen denkt 'waarom eigenlijk niet?'
Natuurlijk is het een rare vraag, maar ik vind het grappig om rare vragen te stellen.
Na het eten maken we een wandeling naar de ijssalon in het centrum en voor het eerst vallen mij de mooie huizen en gevels op in de Grotestraat, wat mij in al die jaren dat ik er als klein kind en puber rondfietste nooit ene moer kon schelen, maar daar ben je puber voor. Als vrouw van middelbare leeftijd ontkom ik niet aan die ongein van waardering voor, en instandhouding van, dat wat leefbaarheid betekent, en waar ik grote verhalen vermoed.
In de ijssalon wijs ik naar een hoorntje, ik wil nu het liefst 'cono' zeggen, het is voor het eerst dat ik merk hoe graag ik nu in Italië op een camping had gestaan, en verman me. 'Zo een,' zeg ik maar als ik niet op het woord kan komen, eigenlijk net zoals ik in Italië vaak doe.
We lopen via de andere weg terug, staan stil bij het klooster waar ma's tante Lena woonde als zuster Alexandra, bij onze oude muziekschool die nu voor een miljoen te koop staat, bij de mooie gevel van de Dames de Man die een lampenzaak bestierden, de slijterij van Van Wanrooij met de gedoogde minikroeg in het steegje, en Villa Meijling aan de ovonde dat nu een verzorgingshuis is. 'Héél duur!' jubelt ma over straat, wijzend met haar Nordic stok.
We pikken de andere spoorwegovergang mee en in het laatste stuk vertelt pa hoe verbaasd hij is als mannen van zijn leeftijd het liefst terugkijken op hun leven. 'Daar ben ik nog helemaal niet aan toe,' zegt hij, 'Ik heb nog veel te veel te doen. En ik moet er niet aan denken om nu in een of ander appartement te trekken en niet te genieten van de opbrengst van alle klussen waar ik nu mee bezig ben.'
De volgende dag bij het ontbijt heeft hij de bretels al weer over zijn zwarte t-shirt gehesen, klaar om heel veel dagen toe te voegen aan zijn eigen verhaal.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten