Mijn drankheldin is Agnes, die al sinds eind jaren 80 probeert om wijn en Arthur te vermijden, en dan toch een paar keer in de week éven in de kroeg gaat kijken of het daar nog wel gezellig is.
Ze is er een kei in om vol overgave toe te geven aan
haar zwaktes. Dat bewonder ik het meest in haar: er is
geen sprake van half werk.
Woensdagmiddag liep ik de trappen van een groot pand af en dacht: wat nou als
ik Agnes was?
De gesprekken die ik had gevoerd hadden me van mijn stuk gebracht. Ik kon er simpelweg niet de vinger op leggen wat zojuist gebeurd was.
Murw van de dikke
wolken die om mijn brein hingen dacht ik “Het is goed, ik ga niet alleen
grappen maken over onbegrip verzuipen in de kroeg, ik ga het doen ook!"
In Mulder was het nog leeg. Peter achter de
bar, Floris op straat, ik in de etalage zoekend naar een stuk papier om woorden
op te zetten.
In het glas koos ik voor een simpele Sauvignon.
Op de middag drinken in de kroeg moet je niet overdrijven door duur te gaan
doen. Dat deed Agnes ook alleen maar als ze gefêteerd werd.
De woorden in mijn hoofd dansten al iets
kalmer toen er een man met dozen binnenstapte.
Meer witte wijn, betere wijn: de
Viognier.
Wijnhandelaar Meester en Peter vertelden
mij en elkaar wat ze vonden van de regelgeving rond Australische
wijnen, wat niet zo best was, en over geënte druiven en irrigatie en Frankrijk. Ik knikte flink met mijn mistige hoofd en schreef het adres van Meester's online winkel op mijn papiertje. Als hij een fysieke winkel had gehad was
ik daar beslist eens langsgegaan, al was het maar om hem te horen vertellen. Nu
bleven zijn woorden een beetje in willekeurige volgorde tegen de wolken aanstoten.
Peter schonk me een bodempje in van de
rode wijn van Meester. Gewoon, om te proeven.
Aards, vond ik
het, en gevaarlijk lekker. Een wijn die smaakte naar herfst en open haard en
een boek en uren Vermaak Met Meer Wijn.
Dus doe me maar gauw weer een Sauvignon,
anders word ik nog dronken, gebaarde ik met mijn rechter wenkbrauw.
Floris kwam terug van boodschappen doen,
nieuwe klanten kwamen binnen en de jazz werd iets harder gezet.
Het gesprek in het grote pand die middag
viel zoetjes op zijn plek. De rol die we tot dan toe hadden ingenomen, en hadden
moeten innemen, was veranderd. Het is fijn als ineens een capabel persoon op de juiste
plek zit, het is wrang als die persoon je daar op moet wijzen.
Ik was er uit.
Ik rekende de wijntjes af en haalde mijn
man op van zijn werk.
Ik ben een Agnes van niks.