3 juli 2020

Onderweg

De vergadering was 'bestuur only', dus liep ik de volgende dag naar de galerie om de directie op een aantal punten bij te praten. Ik had een paraplu opgestoken, dikke leren schoenen aan, en moest de weg onder het station nemen om in de Oosterpoort te komen, nu de Esperantokruising definitief is gesloten. Vanonder de regendruppels keek ik hoe ze de wegen aan beide kanten van het spoor met hekwerk hadden afgezet. Aan deze kant zag het er al logisch uit, aan de andere kant was het een rommeltje, waarschijnlijk omdat daar nu nauwelijks nog verkeer komt en het dus voor de helderheid niets uitmaakt.

De directie was fit en vrolijk, zoals ze altijd zijn, nog nagenietend van de finnisage, behorend bij de tentoonstelling die nog steeds hangt maar niet meer open is voor publiek. Ik wijt het aan de gemberthee, die energie. Laat ik hier even een aantekening van maken op mijn boodschappenlijst.

Mijn paraplu kon ik de hele terugweg dichthouden. Ik had Chinese oortjes in en luisterde naar de podcast van Maartje Duin over het slavenhoudersverleden van haar voorouders, waarbij ik zo langzaam mogelijk liep om én de podcast te volgen, én ruimte te hebben om mijn gedachten te laten komen, én natuurlijk ook om in het juiste verbrandingstempo te zitten.

Ik dacht aan de blauwe jaren-zeventig-jurk van Anna en appte haar om foto's, waarbij ik de opzet had om als volgende app te vragen hoe 'haar' vintagewinkel in Amsterdam ook weer heet.
Ik dacht er aan dat er in twee dagen tijd drie mensen zeiden dat ik ook wel erg snel weer aan het werk was gegaan, en waarom die mensen dat dachten.
Ik realiseerde me dat ik als wandelaar mensen op de fiets nooit in de ogen kijk, en probeerde uit wat er gebeurt als ik dat wel doe. Dat is dus echt heel eng. Pas later begreep ik dat het veel enger is voor de fietsers omdat mijn rechteroog niet helemaal meekijkt.
Ik vroeg me af waarom veel wandelaars en hardlopers liever op het fietspad lopen dan op de stoep, en dat ik zo'n vreselijke fatsoensrakker ben die altijd de neiging moet onderdrukken om mijn afkeuring hardop te laten blijken.
En toen riep een fietser mijn naam en was dat Anna, die mijn appje had gezien en me de foto's van de blauwe jaren-zeventig-jurk ter plekke toonde terwijl fietsers en wandelaars om ons heen suisden zonder commentaar te leveren op de onhandige plek waar we stonden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten