9 juni 2025

This too did pass

 'Ik ben in een poephumeur,' zei ik toen hij thuiskwam, 'Laat me maar even.' Hij lachte, gaf me een zoen en pakte een boek waarmee hij in een stoel verdween. Na een uur was het voorbij. 'Ik ben klaar,' zei ik en toen moesten we allebei lachen. Hij kookte, we aten en ik kon zowaar alle frustraties van me afschudden.

Ik kan er weer even tegen. Vanochtend kreeg ik zowaar een mail van Hans met de laatste verduidelijking over de parkeerplekken, en op de weer-app zie ik dat we de regenkleding toch thuis kunnen laten. De NOS juicht dat FBK 'heel bijzonder' is voor iedereen. We gaan het meemaken.

Ik mailde Hans een bedankje en schreef dat ik door mijn NAH duidelijke richtlijnen nodig heb. Hans schreef terug 'No worries. We hebben daar meer vragen over gekregen dus we gaan volgend jaar beter communiceren.' Missie geslaagd.

8 juni 2025

Beha's

 Nu ik dingen niet meer kan merk ik hoeveel ik altijd deed en nu moet overlaten aan anderen wat gruwelijk is omdat anderen niet begrijpen wat de bedoeling is.

Ik trek 's avonds graag mijn beha uit die ik dan de kamer in slinger. 'Doei, ga maar lekker liggen', en dan vergeet ik het. Dus denk ik er ook niet aan om voor het naar bed gaan de beha op te zoeken en mee te nemen naar boven. Daar ben ik te moe voor. Vanochtend kwam in alle vroegte iemand mijn vriend ophalen om ergens naartoe te gaan, en als ik na hun vertrek beneden kom zie ik midden in de kamer op de vloer en op de tafel beha's liggen. Hoe dan? Hoe kan het dat je niet even de kamer rondkijkt als iemand aanbelt, dat je dan niet even de beha's van je vriendin uit het zicht legt?

En hee, ineens merkte ik dat ik superboos ben. Niet alleen om de beha's, ook omdat mijn zwarte sokken op mijn blauwesokkenstapel gelegd zijn; omdat de organisatie van de FBK Games in Hengelo onduidelijk communiceert over het adres van de parkeerplaatsen (je hebt óf een ticket voor een pendelbus, óf je komt met de auto maar hebt geen parkeerkaart óf je komt niet met de auto, zeggen ze, en ik wil alleen maar dat ze niets impliceren); omdat mijn familie niet begrijpt dat je bij een uitstapje zaken als tijden en eten éven moet overleggen en zelfs ben ik boos om een hoofdredactioneel in de krant waardoor ik voor het eerst de behoefte voel een ingezonden brief te schrijven.

Ik ben al twee dagen aan het mailen met de FBK Games. Ze zijn zó overtuigd van hun eigen gelijk dat ze hun teksten niet meer lezen. Ik heb wel mijn conclusies getrokken en we komen er wel, maar ik ben me toch aan het opfokken over de echt lelijke en halve communicatie. Zo heb ik het bij festivals in het Noorden nooit meegemaakt. Net kreeg ik een mail van ene Hans die ineens verwijst naar een kleurcode op het ticket en info in de mail. Niet hier Hans. 'Dat zou fantastisch zijn,' mail ik terug, 'maar waar zie jij dat in mijn mail staan?'

En ik denk wat de fuk bazel je plotsklaps over kleurcodes? Dan zou je ook een legenda moeten leveren en waar is die dan? Niet op de site. Ben ik werkelijk de enige met slechte hersenen die de info niet bevat? Werkt het anders bij doorsnee atletiek-bezoekers? 

Ondertussen maakt mijn vader geen haast met het onder de pannen brengen van mijn moeder en wil mijn zusje 'tegen' onze vertrektijd nog even een warme maaltijd nuttigen. Prima, zeg ik. Misschien ga ik wel niet, dat scheelt weer frustratie. Ik doe wel meer niet. Bovendien gaat het toch regenen.

Ach.

Ik ben natuurlijk zo verschrikkelijk boos op iedereen omdat (ze ongelooflijk stom zijn) ik zo enorm moe ben. Ik heb een intense week achter de rug zowel sociaal als werk, ik ben weer voor het eerst 2 dagen op mijn bureau 2 uren aan de slag gegaan wat niet eens een mijlpaal was omdat ik toch niet serieus geloof dat ik nog iets kan, en omdat het daarmee ondersneeuwde in de rest.

Zondag kwamen F & S, die bleven best lang want ik stond 'aan' en mijn adrenaline raast dan zo lang door. Maandag ging ik zwemmen en belde ik met de verzekeraar van mijn werkgever over de aankomende WIA aanvraag die ik waarschijnlijk toch niet krijg vanwege mijn ZZP-verleden. Dinsdag werkte ik mijn 1e 2 uur, om 11 uur kwam WP met Bosche bollen praten over hoe je ermee omgaat dat je niet zoveel meer kunt, om 12 uur hadden we de bollen op, zette ik hem de deur uit en ging thuis 2 soepen koken en de tuin aan kant maken omdat om 18.00 uur de 6 vrouwen van MamaCash kwamen eten. Ik zei 'Laat mij maar een rol vervullen, dat is beter voor me,' maar ik kreeg veel te veel adrenaline ingepompt en was blij dat ze na 3 uur vertrokken, hoe leuk het ook was. En toen kwam de woensdag waarop ik om 9 uur een online intake had bij Ergatis, weer een revalidatietraject. Volkomen zinloos, want na 40 minuten geconcentreerd praten kon ik niet meer, waarna ze haar vragen versneld afdraaide en ik wel weet waar dit weer op uitloopt. Ik kan sociaal best een tijd lopen op routine en adrenaline, maar zodra ik moet nadenken gaat de slagboom omlaag. Daarna belde de re-integratiecoach voor updates die ze in haar voortgangsrapportage kan stoppen (waar ik overigens nu op zondag nog niets van heb gezien), en ze beloofde me te helpen met de WIA aanvraag. Daarna kwam mijn vrolijke nichtje dat ik hielp met iets dat UBD heet en die ik na 2 uur pas wegstuurde, want ik merkte dat ik weer of nog steeds 'aan' stond al weet ik niet sinds wanneer, hoe oud de adrenaline was waarop ik liep of dat het gewoon de vermoeidheid was die deed alsof die adrenaline was?

En toen kwam donderdag, waarin ik weer twee uur werkte, nu aan mijn eigen Plan van Aanpak waarin ik de activiteiten qua eigen werkvermogen en zorg en herstel en hulpverlening van de afgelopen 1½ jaar onder elkaar zette, en reed ik (in een stortbui) naar Twente waar de chaos weer begon. Mijn ouders praten niet alleen door elkaar maar ook langs elkaar heen waardoor ze de meeste tijd kwijt zijn aan het uitleggen wat ze bedoelen. Vrijdag na het ontbijt stapte ik weer in de auto, at in Groningen een boterham, ging naar yoga en probeerde fit te worden door een paar uur te rusten, omdat ik met dank aan de staking van NS naar Schiphol moest rijden om Cor op te halen die vanaf dinsdag in Barcelona zat. Het is me gelukt, het voordeel was dat het vrijdagavond tussen half 8 en half 10 niet loeidruk is op de weg, en dat na negenen de ring rond Amsterdam ook te doen is voor iemand die dit niet dagelijks doet. Ja er was stress, ja ik slingerde van baan 3 naar baan 6 en weer terug vanwege afslagen, maar ik was op tijd in de aankomsthal en Cor reed zó snel terug dat we om half 1 thuis waren. De eerste beha slingerde ik toen de kamer in, en ik heb hem de hele zaterdag niet gezien, want ik lang volkomen uitgeput op de bank met de rug naar de rest van de meubels waar dat ding overheen hing. Ik voegde er een zaterdagse beha aan toe: na mijn vroege bezoek aan de bakker was ik niet van plan om nog de deur uit te gaan.

Nu is het zondag en ik ben boos op iedereen. Het regent, ik heb een bad genomen, maar waar het gedwongen stilliggen in water me doorgaans goed doet zat ik me nu alleen maar meer op te vreten. Ik type het er wel uit, dacht ik, ik raas wel op papier. Vandaar.

Vanmiddag staan er dingen in de agenda als een Zwitsers vignet bij de ANWB halen, een yogakussen kopen, en de kroeg in met de leesclub. Morgen dus die FBK Games. Ik doe niet meer mee. Ik laat me rijden en me alles aanleunen. Ik regel niks en ze zoeken het maar uit. Nou ja, zo even kijken wat Hans uit Hengelo nog te melden heeft.

Ik ben gefrustreerd want ik ben moe. En ik ben het ook moe dat ik het niet meer kan. Begrijpen, de zaak overzien, regelen, of juist van me af laten glijden. Ik wil het niet meer doen. Ik ga ook niet meer voor de zoveelste keer zeggen dat mijn blauwe en zwarte sokken een eigen plek hebben, dat de kamerdeur 's nachts open moet, en dat je even de kamer in kijkt voordat je iemand binnen laat, ik ben het beu. Daarom heb ik zojuist overal post-its geplakt, zodat ik niks meer hoef te zeggen.

En soms, als ik zo moe ben, ga ik te veel doen. De afgelopen week heb ik zoveel dingen gedaan waar ik ook moe van zou zijn als ik wél normaal functioneerde. Soms is het oké om te berusten, en soms is het stom en frustrerend omdat het berusten niet lukt. En dan ga ik te veel doen. Om mijzelf uit te dagen, of om te zieken, om te treiteren, wat ik dan 'uitdagen' noem, en dan ben ik mijn eigen pestkop en word ik boos op anderen. Ik heb nog zo veel te leren in dit stomme proces.

Natuurlijk ga ik vanmiddag niet naar de kroeg of de ANWB, natuurlijk ga ik vanaf morgen weer slechts één ding per dag doen. Natuurlijk ga ik zo een stukje wandelen om de boosheid eruit te stampen. En natuurlijk vertrouw ik er op dat alles zo wel zal zakken. This too shall pass.


8 mei 2025

Het is prima vertoeven in het dal

 Het gaat goed met me, in die zin dat ik er steeds beter in slaag om weinig te doen. Ik krijg daarbij hulp van iedereen die meeleeft, natuurlijk, en die er niet te zwaar aan tilt als ik weer eens een afspraak afzeg. Daarnaast word ik ook geholpen door bekende Nederlanders. Ik luister en kijk graag naar die BN-ers die vertellen over diepe dalen waar ze ineens in terecht kwamen door een tumor, een hersenschudding, of een andere plotselinge ongewenste toestand. Ze vertellen hoe die dalen nu hun thuis zijn geworden als in 'Hier is het ook prima en een diep dal hoeft niet het einde van alles te zijn. Sterker nog: het is hier helemaal niet zo ellendig als de term doet vermoeden.'

Nou, zo begin ik er ook steeds meer in te staan. Toen ik vanochtend in minder poëtische taal aan mijn werkgever vertelde dat het goed gaat omdat ik minder kan, hoorde ik hoe raar het klinkt. Maar wat ik daarmee zeg is dat ik eindelijk heb geaccepteerd dat ik niet meer dan één ding per dag kan, of vooruit en hooguit 2, en soms 3, als die dingen bij elkaar tenminste niet te groot zijn. Maar wanneer ik kies voor slechts één ding is het omdat ik mijzelf dat gun, en het gebeurt gelukkig steeds vaker dat ik dat ook echt zo kan zien. Het is anders, maar niet ellendig.

Eergisteren vergezelde ik een vriendin bij een vervelende ingreep in het ziekenhuis. Ik stond 2 uur later weer buiten en het eerste wat ik deed was mijn koffieafspraak van die middag afzeggen. Omdat John prima reageerde besefte ik dat het ook anders had gekund en werd ik dankbaar voor die lieve mensen die genoegen nemen met mijn eerst-ik-beleid. En dat voelt helemaal goed. Ik lieg er wel over tegen die ziekenhuisvriendin, want als ze hoort dat ik de afspraak heb afgezegd gaat ze zich schuldig voelen (vul ik in) en omdat dat ZO waanzinnig nergens op zou slaan lieg ik. En dus ja, het gaat heel erg goed met me in dit lentefrisse, groene en beschutte dal waar ik het mijzelf zo makkelijk mogelijk probeer te maken.

17 april 2025

Collage en compost

 Hoe ik van alles bij elkaar verzamel, het wat hussel en vouw en negeer, op een stille plek neerleg en pas weer naar omkijk als ik me realiseer dat het volgende boek dat ik lees, of de volgende film die ik kijk, aanknopingspunten vertoont, dat blijft me boeien. 

Die vondsten die ik doe zijn alleen voor mij van waarde, een ander zal geen overeenkomsten zien. En alleen nú merk ik ze op, vorig jaar had ik niet deze bonte collage gemaakt. Natuurlijk weet je nooit wat je raakt, wat je eruit destilleert. Meestal is het maar afwachten wat er na een tijd nog van over is gebleven. Het mooiste is als ik het ook echt kan gebruiken, maar soms heeft het nog wat verdunning of verbreding nodig. Soms gooi ik het weer op een andere hoop en verdwijnt het ergens in een heel andere grote gemeenschappelijke deler. Eigenlijk zijn al die ideeën, van anderen, gewoon compost.

Wat me nu bezighoudt is hoe ik er al anderhalf jaar tegenaan hik om toe te geven dat mijn leven veranderd is, dat ik veranderd ben. Meteen zie ik een klein getekend figuurtje voor me dat op een autosloperij onder een hoop oud roest vandaan kruipt, zichzelf met veel moeite en tekenfilm-geluiden bevrijdend. Zover ben ik nog niet. Maar ik laat wel ideeën binnen sijpelen en composteren.

Tommy Wieringa veroordeelt in zijn essay Optimisme zonder hoop hoe Bas Heijne omgaat met klimaatverandering, dat hij zegt: nou jammer dan dat er weer wat spinnen verdwijnen, maar er waren er toch al te veel om te tellen. Wieringa werpt zich op als activist die bomen plant en vindt dat we niet mogen wegkijken, moeten blijven redden wat er te redden valt. We mogen zeer zeker niet onze schouders ophalen om wat er gebeurt, laat staan het rücksichtslos accepteren.

Dat combineer ik met Elke Wiss die in Socrates op sneakers het verhaal vertelt van een Chinese boer die telkens stoïcijns reageert op een gebeurtenis waar zijn omgeving juist heel verheugd of heel bedroefd op reageert (weglopen van zijn enige paard -ach en wee -, terugkeer van zijn paard die 7 andere paarden meebrengt -hoera-, zijn zoon die van het paard valt en beide benen breekt -ach en wee-, zijn zoon die niet in dienst hoeft vanwege beide gebroken benen -hoera). De boer vertrouwt erop dat het wel goedkomt. Je weet nooit wat voort zal komen uit een gebeurtenis, waar het toe kan leiden.

Dan het verhaal van Annette Herfkens die als enige passagier een vliegtuigongeluk in de jungle overleefde, wat ik beluisterde in de podcast Doorgaan. Hierin spraken psychologen en filosofen over hoe ze dat had weten te overleven, en dat er zoiets is als passieve acceptatie en actieve acceptatie. Dat laatst noemde Nietzsche Amor Fati, het omarmen van je lot. Annette had haar lot omarmd, niet gedacht nou ja dan is dat maar zo, maar ze ging een stap verder en had het zich eigen gemaakt. 

Waar heb je het meest aan? En ineens kom ik de term Amor Fati overal tegen, zelfs in een aflevering van The Bear. Het moet niet gekker worden. En in het boek ACT dat ik van de psycholoog moet doornemen knalt het me ook tegemoet.

Daarnaast nummer vier: tijdens het lezen van de roman Long Island Compromise van Taffy Brodesser-Akner moest ik er voortdurend aan denken dat het geen drama is als je je leven om moet gooien, zoals in het geval van dit boek waarin een stel kapitalisten hun geld dreigt te verliezen. Dan ga je toch gewoon kleiner wonen en wat anders doen? Elk moment in je leven kun je je aanpassen, riep ik tegen ze, dat is nou het leuke van dit leven! Ik vond het zo logisch dat ik vergat om dat ook tegen mijzelf te zeggen.

Ik wil heel graag net zo boos en activistisch zijn als Tommy Wieringa, maar ik probeer dat wel kloppend te krijgen met de manier waarop ik met mijn NAH en mijn nep-oog om ga. O en dan vergeet ik bijna nog nummer 5: Eve Ross die in het boek Rules of Civility (door Amor Towles) keihard koketteert met de gevolgen van een auto-ongeluk: ze schminkt het litteken in haar gezicht niet weg en sleept misschien wel opzettelijk met haar been.

Dat is Amor Fati. Kijk, dit is er gebeurd, dit ben ik nu. Het heeft me niet gedood, ik ben er zelfs sterker door geworden. Ik draag het als de trofee die ik zelf ben.

Waarom draai ik mijn hoofd nog zoveel mogelijk recht naar mensen toe, zodat ze zich niet ongemakkelijk hoeven te voelen om mijn scheelheid? Waarom zou ik mensen niet mogen laten zien: kijk dit is wat er is gebeurd, en ja ik loens, maar dat maakt mij niet meteen gestoord. En dan zak ik weer weg als ik voor mijzelf een grapje wil maken met 'Dat gestoorde blijkt over een half uur wel, als ik moe ben geworden en mijn NAH/ PCS de overhand krijgt'. Door dat soort grapjes blijf ik toch een beetje een sneu tiepje en lijkt Amor Fati nog gruwelijk ver weg.

Het is een hele bak compost die ik heb verzameld. Ik zal het eens omscheppen en de onderste laag, waar het 't meeste is gaan broeien, losschudden en bovenop leggen. Eens kijken of ik ook eigen ideeën en wie weet wat actieve acceptatie vrij kan krijgen.

29 maart 2025

Nieuwe Maan

 Intentie, affirmatie, mantra, motto.

Het interesseert me niet welke term hier het beste bij past, als ik maar elke maand met nieuwe maan een voornemen kan zaaien. Dat is wat je doet met nieuwe maan: zaaien. Boeren doen het, heksen doen het, politici hebben er ook een handje van dus waarom zou ik achterblijven? Bovendien hou ik wel van rituelen waarvan de bron makkelijk weer op te pakken is als je het even kwijt bent, zoals dus de Stand van de Maan.

In december koos ik 'Laat het gewoon gebeuren', wat leidde tot een meer ontspannen houding, waardoor ik me eindelijk volledig ziek durfde te melden. Zo simpel kan het zijn, hoe geef ik mijzelf een duw. De afgelopen maancyclus gebruikte ik 'Ga Langzaam' en het lukte me echt om langzamer te bewegen, te roeren, te praten, te eten, om niet alles tegelijk te doen. Als ik een glas omgooide hoefde ik niet met de ene hand het glas te pakken en met de andere al een doekje te hebben gegrepen. Ik keek, ik pakte, ik greep, in die rustige volgorde. Wat ik niet had verwacht was dat ik daarmee ook rust creëerde in mijn denken. Niet dat het nu minder woest ruist, maar ik verzet me er niet meer tegen en ik hoef ook niet meer alles te volgen. 'Ga Langzaam' biedt meer dan alleen rust in motoriek. Het een sleept het ander mee.

Dus ik heb hoge verwachtingen van 'Ga Stil', mijn intentie voor de komende vier weken. Het woeste ruisen van al die radiogolven tegelijk wil ik horen in plaats van wegduwen. Misschien kan ik ze zelfs leren onderscheiden. Dus ik houd een maandje op met het luisteren naar zaken van buitenaf die dat geruis overstemmen. Even geen podcasts of luisterboeken, en even geen series bingen.

Vanaf vandaag download ik niets meer. Ik maak geen selectie en ik zet niets in de wachtrij. Even niets. Klinkt dit alsof ik het mijzelf nog goed in de oren moet knopen? Ik zal het Zondagochtend Concert wel missen, denk ik, de ideale ruis die het gepiep in mijn oren zo fijn naar de achtergrond duwde.

28 maart 2025

In training

 Nu ik rust vind in berusting en ik vanaf morgen een maand lang het motto Ga Stil hanteer, vond ik dat ik wel weer wat lichaamsbeweging mocht nemen. Vorig jaar april liep ik het Twentepad in 5 etappes van ongeveer 20 kilometer per dag. Hoe ik dat voor elkaar kreeg begrijp ik alleen rationeel: ik zat nog in de doe-modus en ik had ervoor getraind. Maar dan nog is het raar dat ik nu bij een wandeling al na 20 minuten een bankje moet opzoeken terwijl ik een jaar geleden vrolijk in mijn eentje een hele dag doorstapte, en ook nog zonder iets afleidends in mijn oren. Ik had voor de tocht een stapel podcasts gespaard, luisterboeken gedownload en een volle powerbank in de rugzak zodat ik al het geluid tijdens het wandelen naar eigen keuze kon verstouwen. Wat ik dus niet deed. Het was niet alleen het gevoel dat de natuur me bestraffend aankeek, het was ook de wetenschap dat het een onzinnige actie was. Wie gaat naar kletsende mensen in een studio luisteren als er zoveel om je heen te zien en te voelen en te horen en beleven is, ook al is het een stoffige zandweg met in de verte het geraas van een tractor?

Na een uur Twentepad dacht ik al niet meer aan al het lawaai dat ik meegenomen had. Ik realiseerde me pas 5 dagen later, in de trein weer naar huis, dat ik al die onzin nog met me meedroeg. Ik wou dat ik kon zeggen alles rücksichtlos te hebben gewist, maar ik heb het natuurlijk allemaal nog beluisterd, waarmee ik de opgedaan tevredenheid van de stilte teloor liet gaan.

Nu duik ik thuis de stilte in. Met andere woorden: ik ga eens luisteren naar wat er in mijn eígen hoofd zit, zonder de natuur als achtervang. Geen podcastst, geen luisterboeken, geen muziek, geen series bingen, geen stoffige zandwegen. Vandaag ga ik alvast een uurtje in training.

17 maart 2025

Aannames

 Maandagochtend 10 uur en ik sta alweer te trillen. En wat heb ik nou helemaal gedaan? Was opgevouwen, was gesorteerd, een wolwas in de machine gestopt en de zoveelste rouwkaart van deze winter geschreven.
De waterkoker slaat af, zal ik een hele pot zetten? Ja doe maar (ik praat graag tegen mijzelf), met die nieuwe Ontspanningsthee van D&K, die ik eigenlijk nèt niet lekker vind. Er zit iets vervelends in dat verveine of zo heet. Geen idee wat dat is, maar het klinkt vies, en naar handcrème. Het zal wel gezond zijn, en goed tegen hoge bloeddruk, en nu ik dit heb bedacht wil ik het braaf drinken maar ik weet niet eens of 'verveine' in deze thee van D&K zit. Dit hier hangt van rare aannames aan elkaar. En dan maar denken dat ik niet ontvankelijk ben voor sektes. Ben ik ook niet. Toen mensen in mijn omgeving op Pim Fortuyn wilden stemmen hield ik ze tegen omdat ik vind dat je niet op een persoon mag stemmen, en zeker niet op een zogenaamde ‘sterke man’. Daarom, en alleen daarom, denk ik dat ik geen lid van een sekte kan worden. O en (2) omdat ik de katholieke kerk ook niet meer vertrouw sinds ik leerde dat ik als vrouw eigenlijk niet mag bestaan, tenzij ik de man dien. Ik kijk wel uit. O en (3) sinds ik weet dat een huwelijk niets anders is dan overdracht van eigendom: van vader naar echtgenoot, zie de naamwisseling. Ik ben geen eigendom.
Op naar het volgende punt van de agenda: zou ik fout geweest zijn in de oorlog? Definieer fout, want er zijn tegenwoordig massa’s mensen die zich verrukt over een vers bruin hemd zouden buigen.
Nee, vandaag niet.
Eerst moet dat trillen stoppen, en daarom zet ik nu een fijn potje thee.

10 maart 2025

Fanmail

 Gisteren combineerde ik drie dingen: 

1. Ik ben fan van Marieke Groen, waarvan we Het verhaal van mijn schaarste lazen met de leesclub. Dus ging ik gisteren naar Onder de Vulkaan, de culturele talkshow in het Grand Theatre, waar zij een van de drie gasten was.

2. Sinds een paar weken ben ik zonder sociale media. Ik kan nergens meer een online like geven, of een gesprek beginnen. 

3. Ik ouwehoer graag op papier.

Dus ik schreef een heuse brief aan Marieke, die ik haar na afloop van de talkshow in haar handen duwde. Het liefst had ik Fanmail op de envelop gezet, zozeer zag ik het als een project waar ikzelf de meeste lol om had. Het gekke is dat het heel moeilijk is om zo'n brief te schrijven want wat zet je daar nou in? Het is stom om het over de vorm te hebben, om te zeggen hoe goed ze iets heeft gedaan en hoe mooi en helder ze schrijft. Maar moet ik het dan hebben over de inhoud met veel Ach en wee en ik leef mee? Of wil ik in die brief vertellen welke indruk het op me maakte, dat ik binnen dertig pagina's al zat te hyperventileren van de stress en haar daarna bleef aanmoedigen om andere wegen in te slaan? Ik koos voor het laatste.

Wat ook niet vanzelfsprekend is: ik sluit de brief wel af met mijn naam, maar zet ik daar dan bij hoe zij mij kan bereiken? Vroeger schreef je altijd op de achterkant van de envelop jouw adres. De PTT kon het dan terugsturen als iemand Retour afzender over de geadresseerde kalkte omdat die was verhuisd of overleden of jouw post gewoon niet wilde ontvangen. Maar je liet als afzender daarmee ook weten hoe jij te bereiken bent voor het geval iemand iets terug wil schrijven of ineens bij wijze van verrassing op je stoep wil staan.

Wat te doen met Fanmail? Want als ik mijn adres op de envelop of onder aan de brief schrijf is het net alsof ik een reactie verwacht, wat niet zo is. Alleen, ALS ze een reactie ZOU willen geven, dan heb ik haar die mogelijkheid ontnomen door mijzelf ook in real life onvindbaar te maken. En dan kom ik op de vraag: is het aanmatigend om te denken dat iemand wil reageren op een fan, of is het juist aanmatigend om aan te nemen dat je altijd wel vindbaar bent, voor het geval en stel dat?

Ik moet nog steeds lachen om het idee dat ik een brief heb geschreven en ook nog eens in het handschrift dat niemand kan lezen. Ik ga dit beslist vaker doen, en onderweg zal ik de antwoorden krijgen, die bepaald niet van levensbelang zijn maar wel lekker om mee bezig te zijn.

6 februari 2025

Een kussen, een mens, een papiertje

 Starend naar een excel bestand dat niet binnen wilde komen, bedacht ik dat het hoog tijd is om te verwoorden hoe dat is, iets zien en het niet begrijpen. Ik heb de woorden nodig voor mijzelf, zodat ik die kan opschrijven en zien als een ijkpunt voor later als ik weer beter ben en hoofdschuddend teruglees hoe het was. Ik heb ze ook nodig om anderen uit te leggen hoe het voelt. De analogie waar ik op kwam was: Er ligt iets op de grond dat daar niet hoort. Een kussen, een mens, een papiertje. Dat wil je oppakken. Of je denkt dat je het behoort op te pakken, daar ben je nog niet over uit. En daar is de eerste witte wolk waar je overheen moet stappen. 

Je schuift die eerste vraag opzij en wil dat ding op de grond echt oppakken. Maar hoe moet dat dan? Wat komt eerst? Je kunt het niet overzien. Iets met je handen. Maar je hebt geen gevoel in je handen, die kunnen nooit iets vastgrijpen. En bukken? Dat is iets met knieën toch? Ondertussen mag je je ogen niet afwenden want anders verlies je de controle. Dus spreek je jezelf streng toe. Hup, blijf goed kijken en concentreer je! En dan gaat je hoofd bonken. 

Ik houd de analogie niet vol, moet terug naar het bestand op mijn laptop. Mijn ogen blijven op de randen gefixeerd, kijken naar het rood in het logo. Het is helemaal geen Excel zie ik nu, het is een tabel in Word. Een tabel. Dat betekent iets. Wat betekent dat ook alweer? Iets over degene die het heeft gemaakt? Iets met het doel van de informatie? Of het doel van de reden dat ik hiernaar kijk? Kan ik er dan nog wel wat mee als het Word is?

In de ene cel staat 2x2, in een andere cel staat 3x2. Dat betekent ook iets. Iets met uren. Wat is het verschil? Er is een verschil, denk ik, want het zijn andere cijfers, ik ben niet gek natuurlijk. Alleen zie ik niet hoe dan. Ik moet goed kijken zodat ik achter het verschil kom, dat moet met het verstrijken van de minuten toch wel een keer vanzelf doorsijpelen! Ik vermijd het om te kijken naar omringende cellen met andere getallen. Misschien moet ik eerst even helemáál de andere kant op kijken want van dat gebons in mijn borst wordt niemand blij. En daar is de piep in de oren weer. Gelukkig, want die piep betekent dat ik te veel heb gedaan en dat ik mijn ogen mag afwenden. Nu mag het echt, ik heb permissie gekregen van de piep om de laptop dicht te doen.

Een volgende poging brengt meer kalmte. En meer overzicht, en meer cellen die ik niet alleen bekijk, maar bij poging drie ook beter kan interpreteren en daarna lukt het me zelfs om een eigen versie van de informatie te maken, in excel, met mijn eigen cijfers. We spreken dan wel over poging zoveel, na de eerste tot en met de negende keer naar het kussen op de grond te hebben gestaard en iets door de knieën te zijn gezakt.

31 januari 2025

Mijn mensen

 Ik zag Mijn mensen samen zijn in een theater, en ik was een middagje heel gelukkig dat ik Vroeger zomaar even langs zag komen. 

Iemand zei dat vrouwen onderling niet samen kunnen zijn, daar komt altijd ruzie van en ik herinnerde me haarscherp dat zij degene was die de ruzies altijd aanwakkerde. Ik prijs me heel gelukkig met de vrouwenclubs die ik nu om me heen heb en waar nog nooit ruzie is geweest.

Iemand verweet me weer eens en voor de zoveelste keer dat ik 25 jaar geleden niet had gereageerd op een brief. Elke keer weer, bij elke ontmoeting moet ik het ontgelden en zeggen dat in de brief stond dat ik niet hoefde te reageren. Ik word boos maar hoewel mijn hoofd heel hard roept Get over it, krijg ik dat niet over mijn lippen. Ik zeg dat ik wel een keer aan zal bellen voor een koffie en zie hem vertrekken zodra ik iemand vertel hoe het met mij gaat.

Iemand liet bij de nazit dikke tranen uit zijn ogen glijden, niet omdat hij zo'n goed contact had gehad, maar omdat dat nu eenmaal altijd gebeurt bij dit soort gelegenheden.

Ik lees Café Dorian van Gilles van der Loo en voel hoe gemakkelijk ik Vroeger kan verplaatsen naar het café van de Hollander in het boek. Die bouwt een keuken en ik bouw hem mee in het gangetje van de Souffleur. Die koopt een ijsmachine en ik prop hem in de hoek naast de oude koelkast. Die heeft een plaatsje achter en ik breek een muur open om een deur te creëren naar 'achteren'.

Mijn Vroeger is weg en dat is niet erg. Het is een blauwdruk voor cafés en ook een beetje voor mij.

27 januari 2025

Hang-mensen-van-alle-leeftijden

 Wat heb je nou echt nodig? Sociale media, nicotine, vrienden, alcohol? Of de piramide van Mazlow? Of kunnen we het wel samenvatten met: alles wat je in je eerste levensjaar nodig had, dan hoef je de piramide er niet voortdurend op na te slaan?

Ik hoorde eens een verhaal dat me niet loslaat, in de goede betekenis. Een wijze (het zal in India zijn geweest), kwam elke ochtend naar een plein waar hij vragen van mensen beantwoordde. Iemand vroeg hem: 'Hoe kan ik ervoor zorgen dat de pijn die me dag en nacht beheerst, verdwijnt?' De wijze stond op, liep naar een boom die hij stevig omarmde en riep uit: 'Laat me los! Laat me toch los!'

Zo eenvoudig zou het moeten zijn. En dat bleek voor mij ook te gelden voor Nicotine, Facebook, Twitter (ik vertik het om de nieuwe naam te gebruiken). Van Insta kan ik nog niet weg, omdat ik denk dat ik hele leuke berichten heb geplaatst en die wil ik bewaren, voor mijzelf. Maar dat kost tijd en aandacht en ik krijg mijn hoofd nog niet zover. 

Wat me het meest verbaast is dat mensen met alternatieven aan komen. Nu we niet meer Big Tech willen sponsoren zoeken we naar vervangers. En dat jeukt enorm. Het maakt me ook boos. Hou eens op zeg! Wie heeft ons wijs gemaakt dat we niet zonder sociale media kunnen? Ik merk al dat ik ga huiveren als mensen vertellen iets op Facebook te hebben gezien. Ik vind het oprecht niet erg dat ik dingen niet weet, en als ik wél wil weten hoe het met iemand is, maak ik een afspraak en app of Signal ik ze (Ach ja whatsapp, ook zoiets. Volgende stap). 

Het zou isolementen verbreken, roept iemand. O ja, echt? En waarom is de eenzaamheid tegenwoordig dan zo'n belangrijke kwestie op de agenda van elke overheid?

Maar ik fiets nu hard voorbij het punt dat ik eigenlijk wilde onderzoeken: Wat als het echt zo zou zijn dat een mens niets anders nodig heeft dan wat we in ons eerste levensjaar nodig hebben (en als we mazzel hebben ook krijgen)? Eten en drinken, veiligheid, liefde en mensen, kleren, een dak boven ons hoofd. En contacten die we in de ogen kijken. 

Ik suggereerde op insta dat we wat vaker de kroeg in moeten, natuurlijk gebaseerd op mijn nostalgie-aanval van vorige week. Iemand zei dat een kroegbezoek tegenwoordig erg duur is. daar heb ik geen antwoord op. Misschien dat je een uurtje over je thee moet doen, of afspreken in een park waar we hang-mensen-van-alle-leeftijden kunnen zijn, of gewoon bij iemand thuis. Ik weet het niet. Maar zo moeilijk moet het toch niet zijn om weer te leren contact te hebben zoals we dat vóór sociale media en vóór corona deden?


21 januari 2025

Ik was erbij

 Er komen op groepsapps foto's en herinneringen binnen. Ik herinner me niet alles, de begintijd van de Souffleur was woest, en alles was mogelijk. Marjan appt net dat ze daar verkering kreeg met Karel, op een avond dat het heel druk was en Luuk en ik samen achter de bar stonden. Ik stuurde haar een hartje, en twijfel nog of dat niet een gebroken hartje moest zijn. Want het breekt een beetje in drieën als ik denk aan Karel, aan de Souffleur en aan Luuk. Onverwoestbaar leken ze, alledrie.

Een paar jaar geleden stuurde Reyer me een foto die hij had genomen van Luuk en mij, toen we in 1998 (denk ik) het Noord Nederlands Liedjes Festival organiseerden. Het was mijn eerste echte klus, en Luuk bleek geen cijferman te zijn, maar dat mocht de pret niet drukken. Het werd een legendarisch festival, met presentatoren Ruben van Gogh en Arno van der Heijden, met deelnemers als Kalebas (met Marjan in het achtergrondkoortje), Vrouw Holland, De Dames Slier, Eric & Floris. Ik denk dat ik toen meteen heel cultureel Groningen heb leren kennen. 'Ik was erbij', zeg maar.





Er circuleert nu ook een foto, die ik twee keer kreeg opgestuurd, van mij en Luuk terwijl hij een aflevering opnam voor Volledige Vergunning. Er staat me helemaal niets meer van bij. Behalve dat ik een keer aan tafel zat te praten met een microfoon onder mijn neus en dat ik me superongemakkelijke voelde, en schandalig slecht uit mijn woorden kwam. Iets met Femmes Fatales, de tentoonstelling in het Groninger Museum toen. Blijkbaar sloeg ik dicht als ik geïnterviewd werd en niet zelf de microfoon in mijn hand had. Misschien was het deze uitzending wel.

Er gebeurde zo veel, en het liep na een paar jaar zó met een sisser af, dat het echt een vorig leven lijkt en ik mijzelf moet voorhouden dat ik er echt wel bij was en deel uitmaakte van dat rare en woeste geheel.

20 januari 2025

Het einde van een tijdperk

 Ik hoorde het van Sita, die had het van Marcella die het hoorde van Cora en die, geloof ik, had het van Mirjam maar dat weet ik niet zeker. Het was een hersenbloeding of een hartaanval, we wisten het niet. En daarna begonnen de apps als een gek te ratelen, vanuit Zeeland en Amsterdam, vergezeld van artikelen van OOG en het Dagblad. De schok maakte een slag in de rondte en kwam neer met een geweld van jewelste.

Het einde van een tijdperk. En het eind van afgezeken worden als hij mij zag.

Een heleboel anderen uit de kroeg zijn er al niet meer. Ik appte aan een paar mensen dat het misschien gewoon logisch was dat de kroegbaas zich bij de stamgasten voegde die al in de Hemelse Souffleur aan de bar zitten en als vanouds verwachtingsvol over hun schouder kijken, elke keer dat de deur opengegooid wordt.

19 januari 2025

Associatief Detectivewerk

 Mijn werk zie ik als detectivewerk. Ik denk dat ik daarom zo graag op projectbasis werk. 
Ik kan met nieuwe ogen naar een bedrijf en de medewerkers kijken. Ik hoef niets te beoordelen in goed of fout terwijl ik mijn klus doe, ik merk alleen maar op, werk ermee of eromheen. Stiekem krijg ik wel graag óók de geheime opdracht om te onderzoeken waarom een bepaalde afdeling is zoals die is. Dat is vaak heel simpel, waarbij je moet denk aan: er zitten alleen beleidsmakers en geen mensen die de praktische vertaalslag kunnen maken. Of iemand krijgt te veel ruimte, en zelfs trof ik eens een bedrijf heel veel mensen te veel ruimte kregen. Verwaarloosd, heet dat dan, een heel bijzondere term die pas klopt als je er goed over nadenkt. 

Is de onderste steen eenmaal boven, heb ik eindelijk die verborgen kamer met schuwe collega’s ontdekt, touwtjes aan elkaar geknoopt, vraagstukken opgelost en een leuk verslag getypt, dan kan ik het overdragen aan iemand die alleen maar de status quo hoeft te bewaken, en kan ik verder trekken. Ik klopt het zand van mijn handen, wrijf ze goed schoon met een zachte doek, en meld me klaar voor het volgende mysterie.
Ik mis het dat ik dat niet meer kan.

Over een paar weken begint het filmfestival (het IFFRiG). Tot twee jaar geleden bestudeerde ik elk jaar het programma, pikte er de 20 films uit die ik wilde zien, kruiste die met de films die mijn zus wilde zien waarbij ik alle beschikbare dagen en tijden meenam, en kwam zo tot een leuk rooster voor ons beiden. Vanochtend opende ik het programma en het vloog me nogal aan. Dit jaar nog maar niet.

Het helpt natuurlijk niet dat ik de 2e hersenschudding (februari 2023) opliep een half uur voor ik aan het festival wilde beginnen. De loeizware transportfiets wilde niet in de verdomde bovenlader van het fietsenrek en ik werd gekatapulteerd tot mijn achterhoofd de betonnen vloer raakte. Mensen, hulp, geneeskunde studenten en de bhv’er, ogen dicht op de roltrap naar de filmzaal, vrolijk zwaaien naar bekenden in de zaal, omdraaien naar het scherm en de inloop-dia's in neon op me af zien springen. Ik vluchtte de zaal uit, moest weer eens tegen een ambulancebroeder met zijn lampje zeggen dat hij niet in mijn rechteroog hoefde te schijnen (en altijd denk ik: wat zou er gebeuren als ik zweeg?). 

Film kijken heb ik wel opgebouwd, maar dan in de luxe zaal, en overdag. Geen chips-eters, gewoon oudere vrouwen zoals ik met een kopje thee.

Wat dit te maken heeft met detectivewerk weet ik niet meer. Ik schijn nogal vrij te associëren. Is óók een kunst.

7 januari 2025

De Werkhigh

Waarom kan ik niet uitleggen waarom werken zo moeizaam gaat? Met die vraag stapte ik onder de douche. 
Ik kan het niet uitstaan dat ik niet de juiste woorden heb om me uit te drukken. Wat is er aan mij waardoor ik niet kan werken? Oké ik kan moeilijk plannen of het overzicht bewaren, ik ben doodmoe als ik een half uur met iemand praat, ik voel me verward, raak snel in paniek en ik kan me niet lang concentreren. Maar dat zou ik toch moeten kunnen verdelen over de dag? Stapje voor stapje uitbouwen?
Onder de douche, zonder alle toeters en bellen van buitenaf wist ik het ineens, dat waar ik al maanden last van heb, me schuldig om voel, me voor schaam, en wat ik niet onder woorden kan brengen omdat ik het gewoon niet kon vinden op de plek waar ik zocht. Maar het is heel eenvoudig: Ik kan de druk van werk niet aan. En dat is alles.
 
Ik kan de druk van werk niet aan.
'Je moet eerst de basis op orde hebben voor je überhaupt aan werk kunt denken,' zegt de ene behandelaar.
'Werk houdt in je hoofd niet op zodra je je computer afsluit en de deur dichttrekt,' zegt de andere behandelaar.
Ik heb die mensen nodig om te begrijpen en er akkoord mee te gaan dat het oké is om niet te werken en eerst aan mijzelf te denken. Ze moeten het heel vaak zeggen, dat wel. En ik heb geen idee hoe ik het over mijn hart kan verkrijgen om me weer ziek te melden. Dat is een gekke uitdrukking. Hoezo moet ik het over mijn hart verkrijgen? Ik doe de werk- en opdrachtgevers niets aan.
Jawel, zeg ik dan. Ik stel ze teleur. Ik laat het afweten. Ik maak ze kwaad, zij moeten betalen. Ik moet me verantwoorden. Ik moet beter mijn best doen.
 
In de kerstvakantie zei ik dat ik me goed voelde, dat ik het aankan om nu eerst aan mijzelf te werken en dat ik me vrij genoeg voel om dat ook echt te doen. Maar ja, toen was er geen werkweek begonnen. Toen had ik niet over een half uur een teams-afspraak. Toen hoefde ik niet te mailen aan leidinggevenden dat ik het toch niet red, toch niet kan, toch faal. Zwak ben.
Wat wil ik dan? Buiten het geijkte ‘wandelen en lezen’ heb ik werkelijk geen idee. Rust aan mijn hoofd. Niets moeten. Niet zo snel met een Ja of een Misschien reageren op ‘Wanneer pak je de ukelele weer op?’ of ‘Zullen we afspreken?’
 
De lol en opwinding die ik haal uit werk is normaal gesproken geen stress. Het is écht lol. Echt voldoening. Het voelt soms zelfs als triomfen want ik haal er high-en uit. Net als een runnershigh ken ik de werkhigh. Goede vergadering geleid, goed stuk geschreven, goede mensen bereikt, en goede afspraken gemaakt. Maar vooral: goede dingen ontdekt, goede ideeën en ingevingen gekregen, goede mogelijke verbindingen gelegd. Mensen uit het souterrain getrokken, documenten en oude verhalen boven tafel gehaald. Werk kan zo ongelooflijk leuk zijn.
Maar nu dus even niet.