Mijn werk zie ik als detectivewerk. Ik denk dat ik daarom zo graag op projectbasis werk.
Ik kan met nieuwe ogen naar een bedrijf en de medewerkers kijken. Ik hoef niets te beoordelen in goed of fout terwijl ik mijn klus doe, ik merk alleen maar op, werk ermee of eromheen. Stiekem krijg ik wel graag óók de geheime opdracht om te onderzoeken waarom een bepaalde afdeling is zoals die is. Dat is vaak heel simpel, waarbij je moet denk aan: er zitten alleen beleidsmakers en geen mensen die de praktische vertaalslag kunnen maken. Of iemand krijgt te veel ruimte, en zelfs trof ik eens een bedrijf heel veel mensen te veel ruimte kregen. Verwaarloosd, heet dat dan, een heel bijzondere term die pas klopt als je er goed over nadenkt.
Is de onderste steen eenmaal boven, heb ik eindelijk die verborgen kamer met schuwe collega’s ontdekt, touwtjes aan elkaar geknoopt, vraagstukken opgelost en een leuk verslag getypt, dan kan ik het overdragen aan iemand die alleen maar de status quo hoeft te bewaken, en kan ik verder trekken. Ik klopt het zand van mijn handen, wrijf ze goed schoon met een zachte doek, en meld me klaar voor het volgende mysterie.
Ik mis het dat ik dat niet meer kan.
Over een paar weken begint het filmfestival (het IFFRiG). Tot twee jaar geleden bestudeerde ik elk jaar het programma, pikte er de 20 films uit die ik wilde zien, kruiste die met de films die mijn zus wilde zien waarbij ik alle beschikbare dagen en tijden meenam, en kwam zo tot een leuk rooster voor ons beiden. Vanochtend opende ik het programma en het vloog me nogal aan. Dit jaar nog maar niet.
Het helpt natuurlijk niet dat ik de 2e hersenschudding (februari 2023) opliep een half uur voor ik aan het festival wilde beginnen. De loeizware transportfiets wilde niet in de verdomde bovenlader van het fietsenrek en ik werd gekatapulteerd tot mijn achterhoofd de betonnen vloer raakte. Mensen, hulp, geneeskunde studenten en de bhv’er, ogen dicht op de roltrap naar de filmzaal, vrolijk zwaaien naar bekenden in de zaal, omdraaien naar het scherm en de inloop-dia's in neon op me af zien springen. Ik vluchtte de zaal uit, moest weer eens tegen een ambulancebroeder met zijn lampje zeggen dat hij niet in mijn rechteroog hoefde te schijnen (en altijd denk ik: wat zou er gebeuren als ik zweeg?).
Film kijken heb ik wel opgebouwd, maar dan in de luxe zaal, en overdag. Geen chips-eters, gewoon oudere vrouwen zoals ik met een kopje thee.
Wat dit te maken heeft met detectivewerk weet ik niet meer. Ik schijn nogal vrij te associëren. Is óók een kunst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten