Het gaat goed met me, in die zin dat ik er steeds beter in slaag om weinig te doen. Ik krijg daarbij hulp van iedereen die meeleeft, natuurlijk, en die er niet te zwaar aan tilt als ik weer eens een afspraak afzeg. Daarnaast word ik ook geholpen door bekende Nederlanders. Ik luister en kijk graag naar die BN-ers die vertellen over diepe dalen waar ze ineens in terecht kwamen door een tumor, een hersenschudding, of een andere plotselinge ongewenste toestand. Ze vertellen hoe die dalen nu hun thuis zijn geworden als in 'Hier is het ook prima en een diep dal hoeft niet het einde van alles te zijn. Sterker nog: het is hier helemaal niet zo ellendig als de term doet vermoeden.'
Nou, zo begin ik er ook steeds meer in te staan. Toen ik vanochtend in minder poëtische taal aan mijn werkgever vertelde dat het goed gaat omdat ik minder kan, hoorde ik hoe raar het klinkt. Maar wat ik daarmee zeg is dat ik eindelijk heb geaccepteerd dat ik niet meer dan één ding per dag kan, of vooruit en hooguit 2, en soms 3, als die dingen bij elkaar tenminste niet te groot zijn. Maar wanneer ik kies voor slechts één ding is het omdat ik mijzelf dat gun, en het gebeurt gelukkig steeds vaker dat ik dat ook echt zo kan zien. Het is anders, maar niet ellendig.
Eergisteren vergezelde ik een vriendin bij een vervelende ingreep in het ziekenhuis. Ik stond 2 uur later weer buiten en het eerste wat ik deed was mijn koffieafspraak van die middag afzeggen. Omdat John prima reageerde besefte ik dat het ook anders had gekund en werd ik dankbaar voor die lieve mensen die genoegen nemen met mijn eerst-ik-beleid. En dat voelt helemaal goed. Ik lieg er wel over tegen die ziekenhuisvriendin, want als ze hoort dat ik de afspraak heb afgezegd gaat ze zich schuldig voelen (vul ik in) en omdat dat ZO waanzinnig nergens op zou slaan lieg ik. En dus ja, het gaat heel erg goed met me in dit lentefrisse, groene en beschutte dal waar ik het mijzelf zo makkelijk mogelijk probeer te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten