“Ja!” riep we alle drie.
Het was afzien en zwaar en het motregende,
maar eigenlijk viel het mee.
We renden over strand, door mul zand en
beklommen helling nummer zoveel richting de vuurtoren. En net toen ik bijna
bovenop de duintop was en dacht: hè foei, wat een beklimming, zag ik dat het
pad steil naar beneden liep om weer even steil omhoog te gaan.
Het was zwaar maar heerlijk en gaf de kick
van een achtbaan. En net als vorige week merkte ik na 40 minuten dat ik
eigenlijk veel harder kon.
Marjolein was al uit het zicht, Melanie
liet zich zakken en ik versnelde de laatste 3 kilometer.
We waren natuurlijk van alle kanten
gewaarschuwd voor het heuvelachtige parcours. Misschien dat ik daarom
voorzichtiger was begonnen dan nodig, dacht ik even. Maar nee, mijn vleugels krijg
ik, nu al twee weken achter elkaar, pas na 40 minuten aangesnoerd. Ik leer er wel
mee rennen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten