20 maart 2014

Het was goed om op de uitvaart van Susan te zijn. Ik nam Renze mee en Ilonka was er ook, helemaal uit Den Haag. Nadat we hadden geknuffeld en bijgepraat moest ik bekennen dat ik haar achternaam niet meer wist. Van As, zei ze. Gek genoeg deed dat bij mij geen belletje rinkelen. Ze was de mijne ook kwijt en keek net zo verward toen ik die noemde.
“Mag ik je naam nog een keer?”
“Wil je je naam nog een keer zeggen?”
Standaard vragen die we uitentreuren stelden bij het lezen.
Vanochtend keek ik op haar Facebook en daar had ze het over iemand die Letsch heet en ik wist ineens weer dat Letsch de naam is waaronder ik haar ken. Het zal haar man’s naam zijn die ze door het Cico weer heeft afgeworpen.
De mijne is niet veranderd.

Ik zette Renze af bij zijn huis en voor hij uitstapte moest hij nog één vraag stellen: “Wanneer gaan jullie nou trouwen?”
“Nooit,” zei ik.
“Daar geloof ik niks van,” zei hij.
Ik gaf geen antwoord, staarde alleen maar naar zijn triomfantelijk gezicht terwijl ik optrok en wegreed.
Ik kan niet argumenteren met andermans intuïtie.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten