Op Valentijnsdag werden 30 dozen boeken op mijn bureau neergezet. Het is de nalatenschap van Paul die in januari overleed en mij aanwees als de curator van zijn boeken. Omdat ik het afgelopen jaar niet echt lekker in mijn vel stak stonden de dozen daar maar te staan en zag ik ze al bijna niet meer. Als iemand binnenkwam zei ik 'Let er maar niet op' wat diegene dan ook niet deed, waarna ik er over uit ging weiden.
Vorige week bood buurvrouw Sandra aan dat ik wel handige kasten van haar mocht lenen, en toen pas realiseerde ik me dat ik al die tijd had zitten wachten tot ik een oplossing had bedacht voor de logistiek. Want hoewel ik had bedacht om de boeken uit te pakken en op de grond in categorieën bijeen te leggen, trok me dat natuurlijk niks. Ik kon het door mijn NAH/PCS niet overzien. En overzien is wat mij nu makkelijk moet worden gemaakt, het liefst door anderen.
Gisteren hebben we twee uur gezwoegd om de kasten in elkaar te zetten. Super handige stellages die een heel eenvoudige verbinding hebben, en daarmee helaas ook heel eenvoudig weer uit elkaar glijden wanneer je ze nét een ferme tik met de hamer hebt gegeven. Interesseert ze niks, die makkelijke verbindingen.
Maar ze staan. Ze kostten pleisters, zweet en een duur broodje van de nieuwe bakker op het plein. Maar ze staan. Ik heb gisteren een doos uitgepakt en vandaag weer één waar gelukkig romans in zaten. In februari had ik aangegeven dat de boeken in de woonkamer, plus twee planken (bestickerd) uit de werkkamer mee konden, de rest bestond uit oude kopietjes en tijdschriften als Allerhande uit 1989, waar niemand blij van zou worden.
En toen bevatten de eerste dozen die ik hier opende papieren ik niet als waardevol zou willen bestempelen: een bumastemra-wijzer uit 1994 en fietspaden in Groningen en Drenthe uit 2002. Ik vind het dus spannend of ik wel de kookboeken uit Pauls werkkamer aan zal treffen, of dat de snelle verhuizers naar andere stickers op de stellingkast hebben gekeken.
In november (of december) stuur ik de vrienden van Paul een mail dat ze één weekend lang mogen komen grasduinen, in boekenkasten en levens die voorbij gaan.